Voorjaar 2005 no. 52
The Dutch Dickensian Volume XXV 1 8
opwachten, uitgaan en schaken ('elopement') en
Steerforth geeft hoog op van de vele manieren
waarop Miss Mowcher mensen van dienst kan zijn.
Direct na het verschijnen van deze aflevering, op
18 December 1849, ontving Dickens een brief van
ene Mrs. Jane Seymour Hill, die in 6 York Gate
woonde, vlakbij Dickens' huis in Devonshire
Terrace, Regent's Park. Zij was pedicure en
manicure van beroep en reed in een rijtuigje door
de straten van London samen met haar broer, die
net als zij een dwerg was. Zij had een zekere
lokale bekendheid en The Town van 10-11-1838
beschreef haar als 'the most eminent amongst
female operators who, on a very genteel-looking
card, thus describes herself: - "Mrs. Seymour Hill,
(ithe late Miss Cordery) Corn-operator "'.4
Mrs. Seymour Hill, the original of Miss
Mowcher, from The town, November 1838
Deze Mrs. Hill beklaagde zich in haar brief aan
Dickens dat iedereen haar herkend had in Miss
Mowcher, alleen niet in het vulgaire taalgebruik.
'I have suffered long and much from my
personal deformities but never before at
the hands of a Man so highly gifted as
Charles Dickens and hitherto considered as
a Christian and Friend to his fellow
Creatures. Now you have made my nights
sleepless and my daily work tearfull. Tell
me how I have deserved your anger.'5
Bij volle gezondheid en welstand zou zij deze
aanval op haar goede naam nog wel hebben
kunnen verdragen. Maar als arme weduwe voelde
zij zich in haar eer aangetast, omdat haar
lichamelijke mismaaktheid door Dickens in
verband werd gebracht met de meest kwade
bedoelingen. Zij verwijt Dickens dus niet alleen de
tekening van haar fysiek, maar ook en vooral dat
zij in de persoon van Miss Mowcher verdacht
wordt van duistere plannen ten aanzien van de
kleine Emily. Ze schrijft: U toont mijn 'personal
deformities with insinuations that by the purest
of my sex may be construed to the worst of
purposes'.
Dickens legde deze brief diezelfde dag nog voor
aan zijn vriend John Forster. Hij noemde het
schrijven van Mrs. Hill 'serio-comic', maar erkende
dat het fout was als hij zou bezwijken voor de
verleiding zijn beeldend vermogen zo te gebruiken
dat mensen zich zouden herkennen en gekwetst
voelen. Letterlijk schreef hij: 'one is wrong in being
tempted to such a use of power'. Aan Mrs. Hill
stuurde hij een uitvoerige antwoordbrief waarin
hij zei het oprecht te betreuren dat hij de oorzaak
was van haar ongenoegen. Maar hij ontkende dat
zij als enige model gestaan had voor Mrs.
Mowcher en gaf de volgende uitleg van zijn
werkwijze:
'I have yielded to several little recollections
of your general manner but I assure you
that the original of a great portion of that
character is well known to me and to
several friends of mine and is wholly
removed from you and a very different
person. Indeed I never represent an
individual but always a combination of
individuals in one[cursivering van mij -
D.K.]
Hij voegde daaraan toe dat hij haar persoonlijke
omstandigheden en karakter juist zorgvuldig
buiten zijn verhaal had gehouden en alleen maar
4 Aangehaald in Graham Storey and K.J. Fielding (eds.), The letters ofChrles Dickens, Pilgrim Edition (Oxforrd, 1981) V 674.
5 Alle citaten uit de brieven ontleend aan Graham Storey and K.J. Fielding (eds.), Letters of Charles Dickens, V