VAN DE REDACTIE
Voorjaar 2005 no. 52
"De kracht van Dickens"
Al heel lang wordt de redactie achtervolgd
door een klein, maar hardnekkig
pechduiveltje. Nog even had zij de hoop,
nu het redactie lokaal zich niet meer in de
omgeving van Haarlem bevindt dat dit
duiveltje de weg niet meer naar de Dutch
Dickensian zou weten te vinden; het heeft
echter niet mogen baten.
Dat is de kracht van Dickens!
The Dutch Dickensian Volume XXV 3
Ik zal U uitleggen waar het om gaat:
Neem een willekeurige tekst die tegenwoordig
altijd met een computer wordt geschreven.
Alvorens deze tekst wordt geplaatst heeft de
redactie hem al enige malen zeer kritisch gelezen.
Volgens de uitspraak van Godfried Bomans, dat
schrijven voornamelijk strepen is, wordt het
verhaal diverse malen aangepast. Men zou ook
kunnen zeggen: verbeterd. Hierna wordt de
spellingcontrole van de tekstverwerker op de tekst
losgelaten. Daarna is een zeer geselecteerde groep
van redactionele vertrouwelingen aan de beurt om
de nog prille tekst te lezen. Dit leidt in de meeste
gevallen tot enkele kleine veranderingen/
verbeteringen. Vanaf nu is het product rijp en
wordt in de definitieve versie van The Dutch
Dickensian opgenomen. Aan het eind van dit
proces wordt een volledige proefdruk van het
aanstaande nummer gemaakt en kijken minsten
drie paar kritische ogen naar het resultaat.
Opgelucht stuurt de redactie de originelen naar de
drukker, het werk zit er op. Vol verwachting kijkt
men hierna uit naar de stapel kersverse Dutch
Dickensians. Zijn deze afgeleverd dan kunt U zich
voorstellen met wat voor trots het eerste nummer
van de stapel in Dordrecht wordt ingekeken.
En dan gebeurt iedere keer hetzelfde: na luttele
minuten klinkt er door het redactie lokaal een
luide kreet van afschuw. Wat blijkt? Op de eerste
en soms op de tweede pagina staat een zeer
opvallende fout in de tekst.
Oud en wijs geworden heeft de redactie inmiddels
aanvaard dat het zinloos is zich tegen dit duiveltje
te verzetten.
Dickens, die oneindig veel meer geschreven heeft
dan de redactie ooit zal schrijven, moet met
ditzelfde probleem te maken hebben gehad. Het is
toch nauwelijks aan te nemen dat in die duizenden
pagina's kleindruk geen enkele fout zit. Dickens
was tenslotte ook maar een mens, bovendien een
mens zonder het bezit van computer,
tekstverwerker en spellingcontrole. Toch is voor de
XSN.V'
redactie een Dickens die fouten maakte een
moeilijk te verteren beeld. Misschien moeten we
deze zaak darom vanuit een ander gezichtspunt
bekijken en ons de vraag stellen. Hebben we last
van de fouten in zijn boeken?
Het antwoord daarop is duidelijk: Nee, want de
verhalen zijn zo boeiend dat ze ons niet opvallen.
Moge iets van die kracht terug te vinden zijn in dit
nummer van The Dutch Dickensian.