Zomer 2005 no. 53
GROOTE VERWACHTINGEN EN POPULAIRE VICTORIAANSE ROMANS
Charles J)i
The Dutch Dickensian Volume XXV
door Roselinde Supheert
Vakgroep Engels, Universiteit Utrecht
r.supheert@let, .uu.nl
Dit artikel is een bewerking van de rede
die de auteur op onze bijeenkomst op 5
maart in 'Kraantje Lek' heeft gehouden.
Toen in de 19e eeuw Great Expectations in
Nederlandse vertaling verscheen onder de titel
Groote Verwachtingen, had Dickens geduchte
concurrentie van tegenwoordig nagenoeg vergeten
maar toen zeer populaire Britse auteurs als Mrs
Henry Wood en Miss Charlotte Yonge.
Tijdschriften als de (Protestantse) Boekzaal der
Geleerde Wereld, Het Leeskabinet, en De Tijdspiegel
besteedden in doorgaans anonieme recensies
tenminste evenveel aandacht aan nieuwe romans
van laatstgenoemden als aan Dickens.1
Opmerkelijk is dat de werken van deze auteurs
soms zeer positief besproken werden, terwijl
Dickens het met zuinige goedkeuring of kritiek
moest doen. De vraag dringt zich op wat de
Nederlandse recensenten zo aansprak in het werk
van de populaire auteurs, en waarom Great
Expectations hier aanzienlijk minder gewaardeerd
werd dan bij voorbeeld in Engeland.2
Net als andere Engelse romans uit de 19e eeuw,
werd Great Expectations in Nederland pas
gerecenseerd nadat een vertaling verschenen was.
Die kwam snel, zoals gebruikelijk bij geliefde
auteurs. De vertaling van C.M. Mensing is
gebaseerd op de driedelige Engelse editie uit 1861
en verscheen in 1862 in twee delen bij de
Amsterdamse uitgever EN. van Kampen. Elk van
de twee titelpagina's heeft een illustratie van
C.C.A. Last. (Het hierbij afgebeelde vignet van de
titelpagina van het eerste deel toont de kaartende
Pip en Estella bij Miss Havisham.)
Lang niet alle bladen publiceerden een recensie
van Groote Verwachtingen: van de gezaghebbende
tijdschriften bespraken alleen Het Leeskabinet,
Vaderlandsche Letteroefeningen, en De Tijdspiegel de
roman. De drie tijdschriften zijn het gedeeltelijk
eens over Groote Verwachtingen. Twee recensenten
zien het als een stap in de goede richting na de dip
die Dickens volgens hen in de vijftiger jaren had
doorgemaakt. De recensent in De Tijdspiegel is het
meest positief en uit nog voor hij een woord over
de roman gezegd heeft zijn bewondering voor
Dickens:
Ik vind het wel wat gewaagd, en ook wel eenigszins
beneden de waardigheid van den grooten Dickens, om
eene aankondiging te plaatsen onder de rubriek
Vertalingen en Herdrukken. En onder dat
voddenrapersboeltje wilt gij, geëerde Redactie, ook
Dickens, Charles Dickens, den grooten Dickens, den
éénigen Dickens stoppen! Ik hoop maar dat Dickens De
Tijdspiegel niet onder ogen krijgt (52-53)
Volgens deze recensent was Dickens' belangrijkste
doel bij het schrijven van de roman het
verwoorden van een morele les, namelijk dat
rijkdom, of de verwachting daarvan, corrumpeert.
Mif*
hl-.N VERHAAL
Uii l|.l tivjdsü,
Slji.UjpÉMt
K.EBSEK OKHP.
êfts
AMSTCSTiJiATH.
S..VA5 KA91ȣ3
Ik zal bij verwijzingen naar de recensenten gemakshalve de hij-vorm gebruiken, maar sluit natuurlijk niet uit dat de recensent een
vrouw is.
2 Net als ander Engelse romans uit de 19e eeuw, werd Great Expectations in Nederland pas gerecenceerd nadat een vertaling
verschenen was. Die kwam snel, zoals gebruikelijk bij geliefde auteurs. De vertaling van C.M. Mensing is gebaseerd op de driedelige
Engelse editie uit 1861 en verscheen in 1862 in twee delen bij de Amsterdamse uitgever EN. van Kampen. Elk van de twee
titelpagina's heeft illustraties van C.C.A. Last. (Het hier afgebeelde vignet van de titelpagina van het eerste deel toont de kaartende
Pip en Estella bij Miss Havisham.)