Zomer 2005 no. 53
The Dutch Dickensian Volume XXV
Uit de recensie spreekt bewondering voor het
spannende verhaal en de karakterbeschrijving,
hoewel ook wordt opgemerkt dat Dickens bij
sommige karakters in herhaling vervalt: ze lijken
op personages uit eerdere romans. De vertaling
krijgt ook kritiek. De recensent wijst op fouten, die
hij toeschrijft aan haastwerk en betreurt het dat de
stijl van Dickens verminkt is. Het Leeskabinet is
kritischer. Deze recensent vermoedt dat Dickens'
inspiratie opraakt. Hij vindt de karakters
excentriek, de verhaallijn ongeloofwaardig,
wijdlopig en verwarrend, het einde onbevredigend
en de hoofdpersoon oninteressant:
De afloop der fabel is daarenboven ten hoogste
onbevredigend, meer nog dan wij bij Dickens immer
hebben aangetroffen. De hoofdpersoon -- een soort
boerenjongen, die een gevangene het leven heeft gered,
en daardoor de dankbaarheid van dezen opgewekt --
boezemt geen de minste belangstelling in.
Gelukkig kan men dit werk, daar het thans compleet is,
nu in het geheel uitlezen; want bij vervolgen is de
draad van het verhaal moeijelijk te volgen, uit hoofde
van het nog al ingewikkelde der intrigue en de vele
onbeduidende bijpersonen, waarvan wij reeds
gesproken hebben. (244-245)
Het negatiefst is de recensent van Vaderlandsche
Letteroefeningen. Hij vindt Groote Verwachtingen
een complete mislukking. Hij heeft dezelfde
bezwaren als de recensent uit Het Leeskabinet
maar ziet geen lichtpuntjes en besluit zijn recensie
met: "de groote verwachtingen, zijn groote
knoeijerijen" (455).
Behalve de tamelijk kritische toon, valt op dat
recensenten het niet geheel eens zijn. De
Tijdspiegel prijst de ongewone personages en
situaties en het onverwachte einde, terwijl Het
Leeskabinet dit juist zwakke punten vindt. Geen
van de recensenten echter ziet in Groote
Verwachtingen het meesterwerk dat literaire critici
er tegenwoordig in zien. Blijkbaar had men andere
verwachtingen, en stelde men andere eisen.
Hoe zit het nu met Dickens' concurrenten in
Nederland? Charlotte Yonge en Mrs Henry Wood
beschrijven vaak families die zich door
moeilijkheden heenslaan. Subtiel gaat het er
daarbij niet aan toe. Deugdzame personages zijn
spaarzaam, zedig, opofferend, ijverig en gelovig,
en met hen loopt het ook goed af: er is poetic
justice. Zij worden gecontrasteerd met slechteriken
die allerminst spaarzaam, zedig, opofferend,
ijverig en gelovig zijn, en met wie het dus ook
slecht afloopt, tenzij ze door goede voorbeelden
geïnspireerd worden hun leven te beteren. Vaak
eindigt een roman met een huwelijk: een jonge
man of vrouw heeft problemen overwonnen, krijgt
maatschappelijk succes en wordt ook in de liefde
beloond.
De Nederlandse recensenten van deze auteurs zijn
bijna unaniem in hun lof voor de
waarheidsgetrouwe afbeelding van karakters en de
situaties waarin deze geplaatst worden. Op een
moderne lezer komen de personages juist vaak
weinig realistisch over: ze zijn te goed (of te
slecht) en daardoor vlak. Toch wordt de
karaktertekening als een belangrijk pluspunt
gezien door de recensenten. Zij kunnen de
personages herkennen en met hen meeleven. Over
De Twee Voogden van Miss Yonge schrijft de
recensent van De Boekzaal"de schildering der
karakters is uitmuntend. Zóó zijn de menschen,
met hunne gebreken en hunne deugden (356)."
Mrs Woods Lief en Leed eener Moeder wordt in Het
Leeskabinet geprezen om "de waarlijk meesterlijke
wijze, waarop [huiselijke tooneeltjes] geheel naar
natuur en waarheid beschreven zijn" (103).
Hoewel een enkele recensent opmerkt dat zulke
literatuur saai kan worden, is dit geen kritiek die
vaak voorkomt. Wel wordt regelmatig opgemerkt
dat Engelse romans langdradig zijn. Ook wordt er
op gewezen dat de Engelse context herkenning
kan bemoeilijken. Anderzijds wordt het Engelse
karakter van de werken juist vaak als voordeel
genoemd omdat uit Engelse romans goede zeden
en religiositeit spreken, dit in tegenstelling tot de
Franse. Waarschijnlijk zijn de Nederlandse
waardering voor de morele boodschap en voor het
zogenaamde realisme met elkaar verbonden: door
realistische personages kan de lezer zich makkelijk
met de hoofdpersonen identificeren en zich de
levenslessen eigen maken. Het lezen van romans is
dus beslist meer dan een aangename tijdbesteding.
Men kan er wijze lessen van leren. Voorwaarde is
dan natuurlijk wel dat die lessen er door de
schrijver duidelijk ingestopt zijn, wat bij Miss
Yonge en Mrs Wood onmiskenbaar het geval is.
Een, waarschijnlijk mannelijke, recensent van Miss
Yonge's Hoop en Vrees verwoordt de eisen die hij
aan een roman als volgt. Verwijzend naar zijn
eigen leesgedrag zegt hij:
Schrijver dezes, wiens levenstaak wel iets anders vordert
dan zich met Romans op te houden, acht evenwel den
tijd niet verloren, door hem ook in vroegere jaren aan
de lectuur van dit genre van Romans besteed. Zij zijn
hem steeds eene bron van hoogst aangename
uitspanning geweest. - Maar hij mag ook den wensch
niet verzwijgen, dat boeken als deze vooral in handen
onzer Nederlandsche vrouwen mogten komen. Wij
gelooven dat de Nederlandsche vrouwen, door vele
trekken van hare Engelsche zusters over te nemen, aan
hare roeping niet zullen te kort doen.
(35).
Het is duidelijk dat deze recensent, en met hem
vele anderen, graag het nuttige met het
aangename verenigt. De nadruk op geestelijk leven
en beschaving, en voor vrouwen op het creëren
van een thuis voor man en kinderen wordt door
1 3