Beste Dickensians, Zomer 2005 no. 53 door Paul Ferdinandusse Onze editor vroeg me iets te schrijven over Dickens en Nederland. Dit wordt een droevig verhaal over een eenzijdige liefdesrelatie. In de indexen van de grote biografen van onze held komt Nederland niet voor, en Holland alleen in de vorm "hollands", m.a.w. jenever. Ziedaar de relatie Dickens-Nederland, vanuit Dickens bezien. Hij wendde zich meer naar het zonnige zuiden van Europa, en wie geeft hem ongelijk? The Dutch Dickensian Volume XXV Maar wij Nederlanders laten ons daardoor niet afschrikken en overstelpen hem met liefdevolle aandacht. Wij hoorden in de vorige bijeenkomst over de enthousiaste receptie van Dickens in Nederland, en dat feest gaat nog steeds door, in steeds nieuwe gedaanten- Razendsnel verspreidt zich het verschijnsel van de Dickens-kerstmarkt, naar het voorbeeld van Deventer. Maar denk ook aan de Dickens Room in de Openbare Bibliotheek te Haren (met een jaarlijkse Dickens lezing); we kennen het Dickens museum te Bronkhorst; mijn woonplaats Castricum kent sinds kort een Dickens Ensemble als onderdeel van de fanfare, en ik zou ook de Haarlem Branch willen noemen, die volgend jaar 50 jaar bestaat. Al deze zichtbare vormen van Dickens- bewondering vormen maar het topje van de ijsberg, onzichtbaar is de bewondering die individueel en ongeorganiseerd is, en die zo af en toe door toeval aan het licht komt. Zo horen we incidenteel over mensen met een grote Dickens- bibliotheek, zo las ik laatst dat een kinderboekenschrijver David Copperfield als zijn lievelingsboek beschouwt, en u kunt deze voorbeelden waarschijnlijk zelf aanvullen. Enige tijd dacht ik dat al die mensen verenigd moesten worden in de Haarlem Branch, maar dat missiebesef heb ik verlaten. Er zit wel iets moois in de gedachte dat er meer mensen zijn dan je denkt die thuis in hun eentje Dickens lezen. Ook het regelmatig voorkomend gebruik van het bijvoeglijk naamwoord "Dickensiaans" in de media vind ik een goed teken. Over de detectiveschrijver Akoenin wordt bijvoorbeeld vermeld: "Hij is een schrijver met een buitengewone fantasie, waardoor zijn portretten van het negentiende-eeuwse Moskou levendig, komisch, Dickensiaans en toch realistisch aandoen." (Opdracht: wat betekent Dickensiaans in deze zin?) Nog beter is "bijna Dickensiaans", zoals in het onderstaande voorbeeld: "Een klassieke, authentieke, opzet met een juiste mengeling van humor en ernst. Het heeft internationale allure die de speelsheid van het geheel benadrukt en de types bijna Dickensiaans neerzet". (Dit gaat over de scenarioschrijver Hugo Heinen die de wedstrijd won om het schrijven van een tv-serie scenario van "Klaasje Zevenster" van Van Lennep). Bijna Dickensiaans dus, maar kennelijk net niet helemaal. In een aanbeveling van het boek "The Ciderhouse Rules" van John Irving staat: "Dit boek is een Dickensiaans pleidooi voor vrije abortus." Misschien kan iemand eens een lezing geven over Dickens en vrije abortus? Dickens leeft in Nederland, al zou hij er zelf misschien vreemd van op kijken als hij zag op welke manier. Maar hij zou zeker genoten hebben van deze tekst (over "De vierde hand" van John Irving): "De thema's verlies, verdriet en liefde zijn verpakt in een met veel macabere humor verteld 1 Dickensiaans en moralistisch verhaal vol bizarre personages en hilarische gebeurtenissen, dat leest als een trein."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2005 | | pagina 5