Zomer 2005 no. 53 6 The Dutch Dickensian Volume XXV behoeve van de geestelijke gezondheid van miljoenen burgers kan er niet af?! Kom kom. Om het maar niet te hebben over het lichamelijk welzijn. Goed, even dan; iedereen weet dat de geest een directe invloed heeft op het lichaam. Wie kent niet het verschijnsel van een opspelende maag als gevolg van stress? En wat te denken van de zenuwen die op het water slaan? (hoewel het fijne van deze medische uitspraak van mijn tante Bets zaliger mij altijd ontgaan is). Wie heeft niet een gehuwde dame in vrienden- en familiekring die regelmatig gebukt gaat onder hoofdpijn, ongetwijfeld veroorzaakt door de drukke kinderen of die etterbak van een chef op kantoor? Zou het toeval zijn, dat Dickensiaanse vrouwen hier zelden aan lijden? Wij weten wel beter: als het euvel de kop opsteekt, grijpt de bezorgde echtgenoot naar de gereedliggende Oliver Twist en leest haar voor, met als resultaat dat de delicate balans is hersteld vóór het hoofdstuk uit is. Het is als met Thomas Burton (Pickwick Papers) die het Committee of the Brick Lane Branch of the United Grand Junction Ebenezer Temperance Asscociation het volgende toevertrouwt:: "has a wooden leg; finds a wooden leg expensive, going over the stones. Used to wear secondhand wooden legs and drink a glass of hot gin and water regularly every night- sometimes two- (deep sighs). Found the secondhand wooden legs split and rot very quickly; is firmly persuaded that their constitution was undermined by the gin and water.. Buys new wooden legs now and drinks nothing but water and weak tea. The new legs last twice as long as the others used to do and he attributes this solely to his temperate habits (triumphant cheers)". De vergelijking lijkt mij kristalhelder: het lezen van Dickens werkt op het gestel als water en slappe thee op een gemiddeld houten been. Zelfs de sceptici onder ons zullen toch, na het tot zich nemen van deze doorwrochte wetenschappelijke analyse, uitroepen: hier ligt een taak! Waar de overheid het laat afweten, zullen wij met ons vijf en tachtigen Charles Dickens verspreiden. Als het niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks. Hoe dan? Vraagt u. Ik zal u één listig voorbeeld geven maar dan zijn woord en daad aan u; ik ga niet alles voorkauwen. Mijn gedachten gaan uit naar infiltratie bij bijvoorbeeld de media; een undercover opererend lid, van onberispelijk leesgedrag, verwisselt de onbenullige vragen bij een willekeurige tv quiz voor (pittige) vragen over Dickens. Als de kandidaten door hun grove onwetendheid een fors geldbedrag of nieuwe auto mislopen, willen ze wel gaan lezen, om in de toekomst zo'n fiasco te vermijden. De heer prof. E. Blabatszky BSA. NME XYZ (etc) U ziet, als je er even voor gaat zitten, is het zó gepiept. Bij deze wijs ik iedereen als vrijwilliger aan en verwacht bij de volgende bijeenkomst een uitgebreid rapport. Zet 'm op jongens en meisjes!!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2005 | | pagina 7