BESTE DICKENSIANS,
Najaar 2005 no. 54
door Paul Ferdinandusse
Tijdens de Annual Conference in
Canterbury vernamen we het overlijden
van David Dickens. Hij was een
achterkleinzoon, en President van de
Fellowship, en u herinnert zich hem
wellicht van zijn bezoek aan de
Kerstbijeenkomst van onze Branch een
aantal jaren geleden. Zijn zoon Gerald
werd juist tijdens deze Conference tot
President benoemd.
De conference-fakkel is nu aan onze Branch
overgedragen. Wij waren al jaren geleden uit de
startblokken gegaan, maar de voorbereiding van
een conference is een wonderlijk parcours: eerst
moet snel gestart en gedemarreerd worden,
vervolgens kan gedurende langere tijd kalm aan
gedaan worden, en dan volgt weer een versnelling
uitmondend in een grote activiteit vlak voor de
finish. In de komende tijd gaat u meer horen, en
vooral meer concreets, uitmondend in een wel
heel concreet aanmeldingsformulier.
Het valt op dat er rond Dickens steeds meer
controverses lijken te ontstaan. Ik geef twee
voorbeelden. U kon onlangs in de krant lezen dat
de BBC dit najaar komt met een TV-serie over
Bleak House, waarin de nadruk komt te liggen op
drie jonge mensen (Esther, Ada en Richard), en
waarin de relatie tussen John Jamdyce en Esther
vooral seksueel geduid zal worden. Hiermee wil de
regisseur het verhaal begrijpelijk en interessant
maken voor jongeren. Sommige Dickens-experts
menen dat hiermee het verhaal en de bedoeling
geweld worden aangedaan. Tweede voorbeeld: het
Dickens-themapark dat zal verrijzen naast
Chatham Dockyard wordt door sommigen
verafschuwd (Dickens als een soort Disneyland),
terwijl anderen juist blij zijn dat de jongere
generaties op een aangepaste manier kunnen
kennismaken met de wereld van Dickens. Ik meen
dat we heel blij mogen zijn met deze controverses,
daar kunnen we er niet genoeg van hebben.
Tenslotte wil ik melden dat tijdens de laatste
Conference wijzigingen zijn aangebracht in de
"Constitution" van de Fellowship, waaronder het
toevoegen van een
nieuw doel, te weten: "to
promote the knowledge
and appreciation of his
works". Tot nu toe werd
iedereen door de
Fellowship geacht het
werk te kennen, terwijl
het kennen blijkbaar gelijkgesteld werd met het
positief waarderen ervan. Die tijden zijn dus nu
voorbij. Wat leerlingen op school ook doen, het
kennis nemen van het werk van D. is daar niet
meer een vanzelfsprekend deel van. De vraag is nu
natuurlijk: en hoe gaan we dat doen? Wellicht
door gepopulariseerde TV-series of Dickens-
themaparken?
Onze Branch "promoot" het werk al bijna 50 jaar,
en met succes, want tijdens de quizzes, die we
jaarlijks houden, blijkt over welk een enorme
kennis onze leden beschikken. Wellicht moeten wij
ons nu ook meer op het grote publiek gaan
richten. Een samenwerkingsverband met de
Efteling wordt op dit moment door het Bestuur als
mogelijkheid onderzocht. Lukt dat niet dan
denken we in de richting van Talpa, die als nieuwe
omroep stellig geïnteresseerd zal zijn, als we de
meer menselijke kant van sommige Dickens
personages en hun relaties belichten op een 21ste-
eeuwse wijze, onder het motto "alles wat Dickens
verzweeg". Kortom, geen zorgen, Dickens leeft!
4
The Dutch Dickensian Volume XXV