Lente
no. 56
V.V\ -
die men in Nederland niet veel aantreft, bij
seculiere kritiek noch bijbelinterpretaties. "27
Van de Haar noemt Noordmans' theologische
interpretatie meteen een literaire. Ze vindt
zelfs, dat zijn manier van lezen in de eerste
plaats literair is, in interpretatieve zin. Want
hoewel Noordmans zich stilzwijgend zeer
bewust is van wat in de leerstellige traditie
over een thema gezegd is, laat hij zich daar bij
het leven niet alles aan gelegen liggen. Ook de
exegetische traditie neemt hij niet als norm:
"Zijn manier van lezen is literair, wegens het
eindeloos goed kijken, wat er staat, en de toch
vrije manier van interpreteren."
Dr. M.H. Schenkeveldemeritus hoogleraar in
de Nieuwe Nederlandse literatuur, is
kritischer28. Ze vindt, dat Noordmans'
benadering vooral bijdraagt aan de kennis van
wat déze lezer bezighoudt en beweegt. Volgens
haar heeft de voorstelling die hij van Dickens'
inspiratie heeft, iets naïefs-romantisch. Hij is
zo doordrongen van het realisme van Dickens,
dat hij diens idealisme miskent. Verder
bestrijdt Schenkeveld, dat Mr. Pegotty als een
soort Christus-figuur gezien zou moeten
worden. Men kan hem naar haar mening wel
als de christelijke naastenliefde in persoon
beschouwen, maar dat is toch iets anders dan
een Christussymbool. Schenkeveld: "Alleen
door aan te nemen dat een soort van
bijzondere genade in de vorm van inspiratie
Dickens' deel is geweest, kon Noordmans zulke
commentaren geven bij Peggotty en Em'ly."2g
Als letterkundige zal Schenkeveld gelijk hebben.
Maar de interpretatie van Noordmans blijft
intrigeren. Alsook de vraag, waarom Dickens
nog steeds tot de verbeelding spreekt. Is het
omdat waar is, wat Noordmans met
betrekking tot (Peggotty in) David Copperfield
zegt: het is nauwelijks mogelijk voor een
heel volk het christelijke volkomener uit te
beelden dan hier is geschied."
Dr. J.D.Th. Wassenaar is als predikant verbonden aan de protestantse gemeente te Hellendoorn.
1 H. Berkhof, "De stand van het Credo in de Hervormde Kerk", in H. van der Linde en F. Thijssen (red.),
Geloofsinhoud en geloofsbeleving. Een peiling binnen Reformatie en katholieke Kerk in Nederland (Utrecht/
Antwerpen 1951), p. 122.
2 O. Noordmans, "Iets over Dickens", in Verzamelde Werken (voortaan: V.W.) dl. 4 (Kampen 1988), p. 463-
477-
3 O. Noordmans, ibid., p. 463.
4 O. Noordmans, ibid., 475.
5 O. Noordmans, ibid., p. 471.
6 Zie daarvoor bijv. Dennis Walder, Dickens and Religion (Londen 1981), James R. Henery, A literary and
theological analysis of selected novels by Charles Dickens for use in secondary schools and christian
education (z.p. 1986) en Steven N. Smith, An analysis of gospel elements in selected major works of Charles
Dickens (z.p. 1990).
7 Zie daarvoor J.H.A. Lokin, "De invloed van de jonge Dickens op recht en wetgeving", in Ars Aequi 53
(2004) nr. 10, p. 711-718.
8 Zie daarvoor O. Noordmans, "Gereformeerd-ethisch", in V.W. dl. 3 (Kampen 1981), p. 393 en 412.
9 O. Noordmans, ibid., p. 393.
10 Zie daarvoor J.D.Th. Wassenaar, Noordmans in Friesland. Bijdrage tot de biografie van een kerkvader
(Zoetermeer 1999), p. 25-32.
11 O. Noordmans, "Iets over Dickens", p. 467.
12 O. Noordmans, "lets over Dickens", p. 471.
13 Zie daarvoor O. Noordmans, "Binnen de pinkstercirkel", in V.W. dl. 2 (Kampen 1979), p. 342.
14 O. Noordmans, "De Zwitserse theologie", in V.W. dl. 3, p. 578.
15 Zie daarvoor O. Noordmans, ibid., p. 590.
16 O. Noordmans, "lets over Dickens", p. 466.
17 Zie daarvoor O. Noordmans, 'Tets over Dickens", p. 475V.
18 Vgl. A. van der Kooi, Het heilige en de Heilige Geest bij Noordmans. Een schets van zijn pneumatologisch
ontwerp (Kampen 1992), p. 206.
19 Zie daarvoor A. van der Kooi, ibid., 217.
20 Brief 546 (A. de Graaf aan O. Noordmans), in V.W. dl. 9B (Kampen 1999), p. 547.
21 Zie daarvoor brief 778 (K.H. Miskotte aan O. Noordmans), in V.W. dl. 9B, p. 783.
22 Zie daarvoor brief 751 (O. Noordmans aan UM Holland), in V.W. dl. 9B, p. 753.
23 O. Noordmans, Geestelijke perspectieven (Amsterdam 19301,19392).