Leiite 2006 no. 56
Wat geloofde Dickens zelf
Darwinisme
Rome;
We've statues and relics to hallow us there,
Which, save in museums, you'll not find
alsewhere.
Rome, Rome, sweet, sweet Rome!
For all us tractarians there's noplace like
Rome!
(bron: Laver biz 124)
Nee, dan had men nog liever te doen met
afgescheidenen aan de protestantse kant: de
non-conformisten. Ook zij hadden geen toegang
tot de twee genoemde universiteiten, maar
losten dit op door eigen onderwijsinstituten te
stichten van een boven gemiddelde kwaliteit.
De grootste groep waren de Methodisten die om
hier wat aan te doen zich in twee groepen
hadden gesplitst: zij die wel en zij die niet de
predestinatie leer aanhingen.
De Quakers vormden een groep die het, na
enige aanvangsproblemen, economisch voor de
wind ging toen in brede kring bekend werd dat
zij uit principe niet meer dan vijf procent winst
mochten maken. Dit zorgde voor een gezonde
toeloop van klanten die dat probleem zelf niet
hadden, maar er uitstekend mee konden leven
dat de leverancier van hun waren er zich wel
aan hield.
Een kleine maar invloedrijke groep waren de
Unitariërs. Zij verwierpen de goddelijkheid van
Christus en scoorde daarmee binnen
intellectuele kringen. Baptisten en de
Congregationalisten hadden de klok stilgezet en
hielden vast aan het ware geloof zoals
vastgelegd door Puriteinen in de zeventiende
eeuw. Daarmee hebben we het spectrum van de
officiële religies van het Victoriaanse Engeland
grotendeels doorlopen.
Wat al deze religies in die tijd bond, op de
Unitariërs na, was dat zij zich allen beriepen op
de onfeilbaarheid van de Bijbel, wat
tegenwoordig wel "de Bijbel van kaft tot kaft"
wordt genoemd.
Dat Dickens met ook maar één van deze
godsdienstige bewegingen uit de voeten heeft
gekund valt moeilijk aan te nemen. Peter
Ackroyd (blz 279 komt tot de volgende
overwegingen als hij het Christen-zijn van
Dickens beschrijft:
...It is interesting to note that in his actual
novels no character seems ever to be primarily
impelled by Chrsitian motives, and churches
themselves tend to be portrayed as dusty places
of empty forms and rituals. He usually
mentions ministers only to parody or to attack
them. And in fact this disparaty, between his
vigorous public expression of Chrsitian
sentiment and his almost total lack of interest
in Chrsitian institutions or Chrsitain
representatives, is close to the essence of the
matter: he was a man of religious sensibility,
but his beliefs were determined by his own
vision of the world rather than by any
inherited or specific creed. That is why the
Christian faith becomes for him, a larer and
brighter version of the sentiments he
promulgated in his Christmas Books; at no
point does it seem that Dickens releid upon any
religious "authority"other than his own will or
temperament.
Stond Dickens hier alleen in? Uit het
bovenstaande zou die indruk licht gewekt
kunnen worden. Maar zoals bij een historische
beschouwing over een bepaalde periode altijd
het geval is, er zat ook een ander kant aan.
Proberen we door de korst van uiterlijk gedrag
en opgelegde normen en waarden heen te
kijken, dan zien we veel mensen die vol twijfel
en onzekerheid zaten. Men ging wel in grote
getale naar de kerk, maar er waren genoeg die
zich daar absoluut niet op hun gemak voelden.
Ongeloof en religieuze twijfel zijn van alle tijden
en dus ook van de negentiende eeuw. Deze
houding troffen we in ruime mate aan binnen
de kringen van de intelligentsia en zeker ook bij
de non-conformisten bij uitstek: de
kunstwereld. Ook binnen de theologische
wereld waren er die het beeld van de strenge
boze god van het Oude Testament, die met
bloedoffers tot kalmte gemaand moest worden,
wel erg primitief vonden. Daarnaast leidde de
toepassing van wetenschappelijke methoden
van tekstkritiek ook wel bekend als "German
Criticism" op de Bijbel tot twijfel over de
originaliteit van sommige Bijbelboeken. Dat
we het hier hebben over een zeer selecte groep
uit de Engelse samenleving hoeft verder geen
betoog, en het is maar zeer de vraag of Dickens,
als Ackroyd gelijk had met zijn beschrijving,
zich bij deze mensen op z'n gemak zou hebben
gevoeld. Hij trok gewoon zijn eigen plan.
In 1859 publiceerde Darwin zijn The Origin of
Species en zorgde daarmee voor een barst in het
wereldbeeld van de Victorianen die zijn weerga
25