Lente 2006 no. 56
VAN DE REDACTIE
The Dutch Dickensian Volume XXVI
4
Naast een boek van of over Dickens wil er wel
eens een boekje op het nachtkastje van de
redactie belanden met een totaal andere
inhoud. In de periode waarin de nachten als
maar langer werden, was dit het boekje*
waarvan de titel aan het eind van dit verhaal
staat. Alhoewel de titel de indruk wekte dat de
inhoud ons hoopvol zou stemmen, bleek het
commentaar op de kaft overgenomen van een
Canadese krant, de inhoud veel beter weer te
geven:
If you read one book about impending doom
this year make it this one (Ottawa Citizen).
De kern van het betoog van de schrijver is dat
we, met de kennis over vroegere beschavingen
in ons achterhoofd en kijkend naar de toekomst
een beeld zien dat op z'n zachts gezegd nogal
verontrustend is. Nu is het zo dat boekjes van
dit genre meestal uitblinken in ferme uitspraken
waarvan de bewijzen nauwelijks de
wetenschappelijk toets der kritiek kunnen
doorstaan. Je moet er in geloven om het te
geloven. Met dit in gedachte begon ik te lezen,
de kersttijd is er tenslotte niet alleen om aan
feestgedruis te besteden.
Vervelend was alleen dat de schrijver niet
meteen de toon van een onheilsprofeet aannam.
Dit had mij moeten waarschuwen. De man blijkt
een degelijke historicus/filosoof te zijn die zijn
betoog heel nuchter aan zijn lezers vertelt. Zijn
boekje bevatte ook een bibliografie waarin het
grote aantal door universiteiten uitgegeven
boeken opviel. Verder bevat het notenapparaat
ook alweer van die akelige zakelijke informatie.
Kortom ik kreeg een onplezierig gevoel dat het
wel eens een reëel beeld over de toekomst zou
kunnen bevatten.
Bepaald florissant ziet dat beeld er niet uit. "Is
er dan geen hoop meer voor de toekomst", zult
u vragen, "heeft het nog zin om aan een nieuwe
dikke Dickens te beginnen"?
Wright is niet erg hoopvol, maar stelt dat als we
dit scenario niet willen we er nog wat aan
kunnen veranderen. Zijn verhaal eindigt met de
zin: Now is our last chance to get the future
right.
U zult begrijpen dat de redactie hierna enige tijd
geen behoefte had om zich met griezel-, spook-
en doem verhalen bezig te houden. Zelfs lezing
van The Pickwick Papers kon de depressieve
stemming niet verdrijven. Achteraf terugkijkend
beschouwt zij die periode als een proces van
loutering, waar zij
doorheen moest
alvorens zich op
het thema van
deze Dutch
Dickensian te
storten. De
bijdragen over:
Gene Zijde bleken
niet meer instaat
de redactie van
haar stuk te
brengen. Tevreden kunnen we constateren dat
het verschijnen van nummer 56 geen moment
in gevaar is geweest. Zo bezien heeft Wright's
boekje dus al een positief effect gehad.
Er hangt inmiddels een Delfts Blauw tegeltje
aan de muur bij de hoofdredacteur met de
spreuk: Het Kan Altijd Slechter, met daar
omheen de logo's van vijf grote ondernemingen
die sinds 2000 door hun topmannen in de
problemen zijn gekomen. De redactie van The
Dutch Dickensian kan u echter geruststellen. De
verkoop van The Dutch Dickensian CD-rom was
en is een succes. (U kunt nog steeds bestellen).
De kwaliteit van de artikelen is ongekend en de
kwantiteit garandeerde het afgelopen jaar vier
afleveringen van ruim 32 pagina's.
En wat is er nieuw?
Na de crash begin 2005 van de
redactiecomputer is er in het lokaal een nieuw
apparaat verschenen en wordt de oude als back
up gebruikt.
De secretaris is inmiddels door de redactie
gedwongen zijn verslagen van de voorafgaande
bijeenkomsten eerst aan de hoofdredacteur ter
hand te stellen. Door ze in ons blad op te nemen
is niet alleen de kans op kwijtraken van zijn
werk kleiner geworden, maar tegelijkertijd de
hoeveelheid kopy groter.
Op de redactie is een nieuwe medewerker
aangesteld die zich vanaf dit nummer met
allerlei cryptische opmerkingen en vragen tot u
zal richten.
Verder wordt met ingang van dit nummer het
tijdschrift met een nieuw DTP-programma
samengesteld. De layout is daardoor iets
veranderd, zoals u zelf kunt vaststellen.
*Wright, Ronald: A Short History of Progress, New
York, 2005
t ttBSuoAt»