Lente 2006 no. 56
II
hier snel over heen te spreken maar het is te
laat. De heer Kabel, die tot dat moment
tevreden in een hoekje zat, is al opgestaan. Zijn
betoog komt er op neer dat het alleen mogelijk
is als de Dutch Dickensian in leder gebonden en
met goud op snee wordt uitgegeven. Een
opmerkelijke theorie die ongetwijfeld onder zijn
studenten tot bevreemding zal leiden.
Dan neemt de heer Klok (levend aanwezig,
aldus de heer Van Kessel) het woord. Hij is ook
dichter en heeft inmiddels 140 bundels
uitgebracht waarvan 30 zijn besproken; of
verkocht, daar wil de secretaris van af zijn. Hij
constateert dat het grote publiek suf is.
De president herinnert ons er aan dat het 50
jarig bestaan van de Haarlem Branch er aan
komt en spreekt verder over dunne boeken voor
scholieren en citeert een ongeletterde, waarvan
de secretaris de naam even is vergeten (it wasn't
the wine, it was the salmon), die eens
opgemerkt heeft dat "Hell is a place were you
have to listen to Charles Dickens".
Waarna het tijd is voor de toasts.
De heer Kooiman brengt de toast uit op de
Dickens Fellowship en begint met de retorische
vraag: why do we toast? Ja mijnheer Kooiman,
als we dat wisten.
Hij stelt dat het eerste verhaal van Dickens over
Kerst, "A Christmas Dinner", aan de basis heeft
gestaan voor de andere Kerstverhalen en haalt
de poor barrowgirl aan met haar theorie dat met
de dood van Dickens ook Father Christmas had
died.
Hij spreekt met huivering in de stem over de
sfeer buiten en met warmte in die zelfde stem
over de sfeer hier aan tafel en constateert dat:
The Dickens Fellowship is a prolonged
Christmas Party and so let's toast to past and
present members and keep our Fellowship well.
De heer Hornback, die de toast uitbrengt op de
Haarlem Branch, vraagt zich af wat heden ten
dage de mening van Dickens over Amerika zou
zijn. Zo wordt de recent opgenomen serie over
Dickens in America daar al niet eens
uitgezonden. Hij heeft eens over Dickens een
lezing gehouden op een cruiseschip, na een
ontmoeting met een purser in een lift, die
eindigde (die lezing dan, niet die ontmoeting)
met het dagelijks drinken van Scotch met een
struise dame aan de bar. Meer details krijgen
wij niet maar hij eindigt wel met de stelling dat:
reading of Dickens is uplifting!
Dan is het de beurt aan de heer Jacobs die de
Immortal Memory mag uitspreken. Hij stelt dat
hij in de Haarlem Branch een backbencher is
die nu eindelijk eens de gelegenheid krijgt op de
voorgrond te treden en dat we dat zullen weten
ook. En inderdaad, hij haalt een indrukwekkend
aantal velletjes papier uit zijn binnenzak die hij
ook begint voor te lezen. Hij constateert dat:
there will always be enough followers in and
around Haarlem to continue; that there are flat
characters and that people don't change at all.
Dat de teksten van Dickens het verdienen om
met nadruk te worden gelezen en dat de milde
humor van Dickens een doel dient, namelijk het
bevorderen van het welzijn van de mensheid.
Dan klinkt het: please fill your glasses, stand up
and drink to the Immortal Memory of Charles
Dickens.
Na het traditionele applaus voor de staf van de
heer Weeda dankt de president de sprekers, die
er weer werk van gemaakt hebben, en alle leden
voor hun aanwezigheid en besluit met de op
merking dat de reis naar Trou Moet Blijcken
ook dit keer de moeite waard was.
Agenda voor de komende tijd (2005) :zie ook de website www.dickenmuseum.com
De overige bijeenkomsten van de Haarlem Branch in 2006 zijn:
Zaterdag 13 mei in Kraantje Lek: voorbereiding op de annual conference,
Van 27 juli t/m 31 juli in Amsterdam: annual conference
Zaterdag 14 oktober in Kraantje Lek: book of study Little Dorrit,
Vrijdag 8 december in Kraantje Lek: viering 50 jarig bestaan
Zaterdag 16 december in Trou Moet Blijcken: Kerstbijeenkomst
Mocht 11 de komende tijd in Londen zijn dan biedt het Charles Dickens Museum in 48
Doughty Street op een aantal avonden verstrooiing.
7