Shelley wel het eerste echte science fiction verhaal genoemd. Shelley schreef daarin ten slotte over het gebruik van technologie zoals toen bekend was, om resultaten te bereiken die toen niet mogelijk waren. Ook beschreef ze wat er kan gebeuren als een onderzoeker zijn creatie in de steek laat na diens 'geboorte' en de wisselwerking tussen het resultaat van het experiment (het monster) en de buitenwereld. Edgar Allan Poe schreef in veel verschillen de stijlen, en is het meest bekend om zijn hor ror en detectiveverhalen, maar hij liet ook de science fiction niet links liggen. Zo beschreef hij een reis naar de maan in een luchtballon in Hans PfaaV (1835) en liet de wereldbevolking uitsterven door een komeet in Gesprek tussen Eiros en Charmion' (1850). Ook speculeerde hij in 'De waarheid van het geval Valdemar (1845) over de mogelijkheden van hypnose, wat in die tijd nog gewoon als wetenschap werd gezien. Toen dit verhaal werd uitgege ven, werd er oorspronkelijk niet bij vermeld dat het verzonnen was en vele mensen geloof den dat het een waar gebeurd verhaal was. En hoewel in de strikte zin geen science ficti on, mag ook 'Het 1002-e verhaal van Sheherazade' (1850) niet onvermeld blijven. Hierin wordt juist de situatie zoals ze in de tijd van de schrijver was, beschreven door een fictief historisch personage, die het allemaal als wonderen uit de verre toekomst waar neemt. Een soort omgekeerde science fiction. Jules Verne was de eerste schrijver die zich specialiseerde in de science fiction (hoewel hij ook veel reisverhalen schreef zonder echte wetenschappelijke inhoud) en er zelfs van kon leven. Zijn verhalen leunden vaak sterk op allerlei uitvindingen, die in het echte leven nog in een experimenteel stadium waren (vliegtuigen), of zelfs nog moesten worden uit gevonden (helikopters, satellieten, tanks). Vernes verhaalfiguren daalden tot grote diep ten in 'Reis naar het middelpunt der aarde' H.G. Wells probeerde met zijn wetenschap pelijk georiënteerde verhalen niet alleen de lezer te vermaken, maar ook sociale kritiek te leveren. Zijn boeken zijn dan ook vrij pessi mistisch. Zo beschreef hij sinistere biologische experimenten in 'Het eiland van Dr. Moreau' (1896), liet in 'De tijdmachine' (1895) de mogelijke gevolgen zien van een samenleving die opgedeeld is in een arme, werkende klasse en een rijke klasse en schreef hij 'De planeten- oorlog' (1898) om een interplanetaire invul ling te geven aan de oorlogsdreiging die in die tijd in Europa hing. 18 (1864), werden met een kanon afgeschoten naar de maan in 'Van de aarde naar de maan' (1865), reisden vele maanden onder de zeeën in '20.000 mijlen onder zee' (1869) en vlogen rond de wereld in 'Robur de veroveraar' 1886). Verne beschreef de toekomst in 'Parijs in de twintigste eeuw' (1863), onderzocht con flicten tussen supersteden in 'Het fortuin van de Begum' (1879) en creëerde een ideale samenleving in 'Het geheimzinnige eiland' (1870). Het enige boek waarin Charles Dickens zich waagde in de richting van de wetenschappelij ke speculatie (en niet te verwarren met het duidelijk bovennatuurlijke gebruik van Kerst geesten), was 'Bleak House' (1852), waarin Dickens één van zijn personages laat overlij den door spontane menselijke ontbranding. Dickens had zorgvuldig een aantal vastgelegde gevallen van dit fenomeen bestudeerd, voor hij over dit onderwerp schreef, zodat hij scep tici die hem erop aanvielen gefundeerd te

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2006 | | pagina 18