Zomer - Herfst 2006 no.57-58 Dabekaussen niet geheel zonder fouten is, leest zij toch prettiger dan die van Kelk. Wie een jongeling voorzichtig op het pad van onze beminde schrijver wil brengen zou kun nen overwegen een vertaling aan hem of haar te geven. Dan zou ik voor die van Maters/Dabekaussen kiezen. Jammer dat in deze editie de prenten van Phiz ontbreken en ook een introductie, zoals bijvoorbeeld Michael Slater deze heeft geschreven, zou het boek een stuk aantrekkelijker maken. Het voorwoord dat Dickens zelf later toevoegde ontbreekt in beide edities. Vertalingen houden het werk van een auteur ook levend. Het is alleen al daarom prijzens waardig dat nieuwe vertalingen verschijnen' en niet alleen de zoveelste variant op Scrooge Oliver Twist - Everyman's Library. Random House, 1997. isbn 1 58715 110 O De lotgevallen van Olivier Twist. Vertaling C.J. Kelk. Prisma-boeken/ Spectrum, Utrecht De avonturen van Oliver Twist. Vertaling Eugène Dabekaussen en Tilly Maters. Uitgeverij L.J. Veen Amsterdam/Antwerpen, 2005. isbn 90 204 0627 2. Landlopers, vagebonden en bedelaars Deze i8de-eeuwse persoonsbeschrijving is te vinden in een lijst met namen aangelegd door dienaren van justitie. Er stonden een aantal personen op vermeld die werden verdacht deel uit te maken van een bende dieven en landlopers onder leiding van Casper Le Dove alias de Waterrat. Het doet een beetje denken aan beschrijvingen van criminelen en drugs baronnen in onze tijd. De lijst is te vinden in het archief van het Hof van Gelre (inventaris nummer 157). De archieven van de vroegere rechtbanken puilen uit met vonnissen en dossiers over landloperij, bedelarij en diefstal. Vaak in deze ongelukkige combinatie. In de 19de eeuw wer den landlopers voor de arrondissementsrecht banken gebracht. Veelal werden ze vervolgens veroordeeld tot plaatsing in Veenhuizen. Een Maatschappij van Weldadigheid bouwde in 1823 enkele grote gestichten in Veenhuizen, Drenthe. Deze maatschappij wilde behoeftige en werkloze stedelingen aan het werk zetten in landbouwkoloniën. De gestichten ontwikkelden zich tot een dwangkolonie voor landlopers en bedelaars. Sedert 1843 function eerde Veenhuizen als een soort bedelaarsges ticht voor het rijk. Veroordeelden vanuit het hele land werden hier geplaatst. Vanaf de invoering van het nieuwe Wetboek van het Strafrecht in 1886 heetten de gestichten 'rijk swerkinrichtingen'. De veroordeelden behoorden tot de armen in de samenleving. Ze zaten zonder werk, hadden vaak geen vast dak boven hun hoofd en ze werden door de veldwachters stevig opge jaagd. Niemand was gecharmeerd van land- The Dutch Dickei 22 Gebruikte edities: Introductie in het thema Little Dorrit en de gevangenis (overdruk van de Cultuurwijzer - Landlopers, vagebonden en bedelaars) (bron: www.cultuurwijzer.nl/cultuurwijzer.nl/cultuurwijzer.nl/i000303.html) "Door Rustevelt, een suster van Gerrit van Oort, oud 16 a 17 jaaren, middel matig van lengte, mager en rank, hebbende een teer hoofd, kwade bee- nen, sij heeft geloopen met Antoon, bedelt en steelt". Veenhuizen Swiebertje

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2006 | | pagina 22