anderen. In dit separate systeem, waar
iemand doorgaans niet langer dan 12 tot 18
maanden in zat anders werd men gek, liepen
de bewakers op vilten schoenen. Zo werd men
in ieder geval niet gestoord door een sloffende
tred.
Tijdens de gevangenschap werd men wel in de
gelegenheid gesteld om te lezen maar dat
betrof dan altijd stichtende en lerende lectuur.
We weten allen hoe saai dat is.
De kerk speelde een belangrijke rol in de
gevangenissen; men ging er van uit dat als de
gevangenen maar flink in de Bijbel lazen, dan
worden het wel weer goede mensen.
De vrouwen droegen speciale gevangeniskle
ding waarbij een schort en een mutsje stan
daard waren, waardoor ze nogal op verpleeg
sters leken. Dat kwam omdat men vrouwelijke
gevangenen vooral zag als verdwaalden zielen
en niet zozeer als misdadigers.
Dickens selecteerde in de gevangenissen zijn
deelnemers aan zijn resocialisatie project:
Urania Cottage.
Na de welverdiende pauze gaat de heer Vroom
verder over Little Dorrit.
Dickens begon in 1855 hier aan te schrijven en
voert ondermeer een geniale schurk op die de
een ongelooflijke fraude pleegt, Mr. Merdle.
Tijdens het schrijven van Little Dorrit was
Dickens in opstand met zijn tijd. Kromoorlog
woedde en dat gaf daar vreselijke taferelen. Er
stierven meer soldaten door verwaarlozing
dan in de gevechten. Op initiatief van Dickens
en Angela Burdett-Coutts werd een machine
ontworpen om de soldaten kleding te drogen.
Little Dorrit is geschreven in "claire obscure".
Vroom vertoont met zijn lichtbeelden een
illustratie aan het begin van het boek en een
aan het einde. In de eerste illustratie valt het
licht van binnen naar buiten de cel en in de
laatste buiten naar binnen.
Hij verwijst verder naar de scriptie van ons
mede-lid Janneke Vonkeman waarin zij
schrijft over de zogenaamde vignetten, allerlei
kleine details die het verhaal voeden.
Vroom gaat nog in op de belachelijkheid van
de naam Tattycoram en hij stelt dat Blandois
het Kwaad vertegenwoordigd en dat Flora
Finchley op Catherine Dickens lijkt. Waarna
hij afsluit met de onvermijdelijke Ellen
Ternan. Dickens speelde graag rollen waarin
een oudere man zijn hoofd op de schoot van
een jongere vrouw kan leggen die dan vérvol
gens tranen plengt op zijn gezicht. In de
roman kwam het tot een huwelijk (Arthur en
Amy) en in de werkelijkheid tot een verhou
ding.
Waarna er vragen zijn.
Mevrouw Van Aalst vraagt zich af of de men
sen er niet veel slechter van werden als ze
wegens schulden in de gevangenis werden
gezet.
De heer Vroom stelt dat de Marshalsea meer
een vluchtplaats was voor mensen met schul
den. Men kon daar in alle rust proberen
afspraken te maken met de schuldeisers, het
dus vaak om korte detenties. Soms werd men
wel gegijzeld zoals bijvoorbeeld Mr.Pickwick.
In dergelijke was het een middel om mensen
tot betaling te dwingen.
De heer De Landtsheer vermoedt dat de men
sen in de schuldgevangenis vaak beter af
waren dan de vrijen die vaak honger hadden.
Dat klopt wel volgens de spreker die stelt dat
Dickens dit ook waanzin vond.
Tot slot krijgen we te horen dat de gehele
lezing in een volgend nummer van de Dutch
Dickensian zal verschijnen.
De president dankt de spreker en overhandigt
hem een passend geschenk. Ook dankt hij de
heer Den Breejen die de apparatuur voor de
lichtbeelden heeft verzorgd (de secretaris was
dringend verzocht zijn dia apparaat thuis te
laten)
Dan is het tijd voor een borrel en de vei
ling ten bate van het Ebenezer Scrooge
Fonds. Dankzij bijdragen van de mevrouw
Van Aalst en de heren Bosman en Van
Steynen is er ook daadwerkelijk wat te veilen.
De opbrengst is uiteindelijk 95,50 en een
schorre stem van de president die er op stond
de veiling zelf te leiden.
Waarna wij aan tafel gaan.
De president vraagt zich af wat de leden weten
van over de hedendaagse gevangenissen in
Nederland en heeft allerlei vragen waarop
natuurlijk niemand het antwoord weet.
Zo blijkt het uurloon van een werkende gevan
gene slechts 64 cent te bedragen en zijn er op
ieder moment gemiddeld 15.000 mensen in
9
2006 no.57- 58