WAS MARTEN TOONDER EEN DICKENSIAN? door Guus de Landtsheer De NRC is in samenwerking met de Bezige Bij sinds enkele maanden bezig een aantal vroege verhalen van Marten Toonder opnieuw uit te geven. Voor liefhebbers van de avonturen van Tom Poes een mooie gelegenheid de ontwik keling van Marten Toonder als tekenaar en als schrijver te volgen. Als bewonderaar van het taalgebruik van deze auteur kende ik eigenlijk alleen het voldragen werk waarin een schat aan woorden een uitdrukkingen voorkomt die zijn weg in recordtempo naar de Dikke van Dale heeft gevonden. Wie staat er nu nog bij stil dat bijvoorbeeld termen als minkukel en denkraam door Toonder aan het Nederlands zijn toegevoegd. In de eerste serie van 4 boek jes met steeds drie verhalen is er nog geen sprake van tekeningen of tekst die doen ver moeden dat we met een latere grootmeester van schrijf- en tekenpen te maken hebben. Hier is een zoekende ziel bezig op weg zijn eigen vorm te vinden. Heer Bommel vertoeft nog in de gedaante van een teddybeer en zijn karakter is, om met de kunstschilder Terpen Tijn te spreken, nog een platte eh.. dinges. Tom Poes heeft al wel de scherpzinnigheid die hem steeds op het juiste moment als redder in de nood laat optreden, maar in de gedaante van een pluizige dikke kater is hij in de eerste twee deeltjes ongeloofwaardig. Hij ziet er niet uit als een katertje dat over een bovengemid deld IQ beschikt. Dat verbetert wel enigszins in de deeltjes drie en vier als de lijnen de teke ning wat de strakker worden en Toonder steeds meer overbodige details bij zijn figuur tjes weg laat. Toch slaagt hij er nog steeds niet in het karakter goed neer te zetten. Als hoofd persoon is Tom Poes ook nooit leuk, maar foutloos en akelig braaf en hard op weg een onuitstaanbare held te worden. Sinds februari is er echter een tweede serie van vier maal drie verhalen verschenen en als bij donderslag aan heldere hemel is het in zesde deeltje* opeens raak. De aandacht ver schuift van Tom Poes naar heer Bommel en de tekst begint zich te vullen met woorden, zins constructies en namen die we allen kennen. Schurken zijn altijd "gewetenloze rauwe klan ten" wier leefregel "zaken zijn zaken" een beschaafd heer door de ziel snijdt. Hoe heeft het Nederlands ooit zonder de psycholoog Drs Z(ebedeus) Zielknijper gekund. Hij treedt in het verhaal De Partenspeler** in bovenge noemd deeltje voor het eerst op en is meteen het archetype van de geleerde die het allemaal zo goed bedoelt, maar absoluut geen greep heeft op de boze buitenwereld. Als voorzitter van de voogdijraad speelt hij door zijn wereld vreemd gedrag Tom Poes in handen van schurken die hem op moeten voeden.. Op dit moment in het verhaal kreeg ik het idee dat het verhaal mij bekend voorkwam. Laat ik hieronder wat punten aanhalen: - Tom Poes een minderjarige die duidelijk door een misschien niet wijzer, maar zeker heel wat rijker (geld speelt geen rol) heer wordt begeleid. Tijdens het verhaal wordt het contact ruw verbroken -De schurk die de voogdij over Tom Poes krijgt speelt hem door aan een andere schurk waarmee hij onder één hoedje speelt. -Deze laatste, Bul Super (van de zaken zijn zaken), verdient op dat moment de kost als erkend pleegva der van Huize Zonnestraal, gelegen een mor sig gedeelte van oud Rommeldam - Deze schurk heeft, wat hij zijn Huize Zonnestraal jbloeiend pleegva der-bedrijf noemt, twaalf deugnieten onder zijn hoede die hem vijf ducaten per dag opleveren. - Op een gegeven moment wordt Tom Poes door Bul Super voorgesteld aan deze twaalf haveloze jongeren die bijeenkomen in een bouwvallige schuur. Daar krijgen de jongens te horen dat ze maar alleen opstap moeten gaan om wat te eten te vinden zonder dat Super last krijgt met de politie. Tom Poes wordt aan een jongen ,die Vlegel heet, toevertrouwd om een goed vak te leren en op hem te letten zodat hij niet wegloopt. 21

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2007 | | pagina 21