Herfst 2007 no.61
Conference zich daar afspeelt. De secretaris
valt onder deze categorie. Het zijn doorgaans
dezelfde deelnemers; veel stokoude Britten,
twee nog oudere Franse dames, een zwijgzame
Ier en een Deen die uit het dolhuis ontsnapt
lijkt. Het was de moeite waard. Goede lezin
gen van ondermeer Michael Slater, Tony
Williams, Tony Pointon, Barbara Hardy en
Lucinda Dickens Hawksley, een tour langs alle
Dickens sites, een ontvangst door de Mayor en
nog meer van dat fraais. Het was ook nog
mooi weer en dat is helemaal meegenomen.
Het weekend werd gevolgd door een Sherlock
Holmes dag want Arthur Conan Doyle heeft
een tijd in Portsmouth gewoond en heeft daar
de eerste Holmes verhalen geschreven. Hij
had net als Bob Sawyer in de Pickwick Papers
moeite om een praktijk op te bouwen (Conan
Doyle was huisarts). Waar Sawyer een flesje
met een onduidelijk medicijn liet circuleren
gebruikte Doyle andere technieken. Als zich
op straat een ongeval voordeed was hij snel ter
plaatse en zorgde er vervolgens voor dat zijn
naam als levensredder in de kranten ver
scheen. Ook werd hij lid van verschillende
sportclubs of richtte ze desnoods zelf op om
daar c mtacten in op te doen en de leden als
patient te werven.
Er is een connectie tussen Conan Doyle en
Dickens maar hoewel die flinterdun is biedt
het de mogelijkheid voor een pakkende lezing.
Wellicht binnenkort in de convocatie.
CHARLES DICKENS EN IK
door Ton Vroom
Het is allemaal klein begonnen.Het eer
ste verhaal dat ik las van Dickens was
Nicholas Nickelby. Het stond, begin
jaren vijftig,als een soort van stripver
haal in het weekblad Sjors van de
Rebellenclub en ik denk niet dat ik wist
dat het van Charles Dickens was. Het
waren spannende plaaljes vooral die
van de kostschool van Squeers en het
uitdelen van de lepel met stroop. Pas
vele jaren later realiseerde ik me dat
het een stripverhaal was, gebaseerd op
de tekeningen van Phiz uit Nicholas
Nickelby.
In *953 verhuisden mijn ouders en bij die ver
huizing kwamen er allerlei boeken tevoor
schijn die ik daarvoor nooit gezien had. Zo
ook een boek met een blauwe kaft dat als titel
had Kleine Dorrit. Het was van Dickens want
die stond als schrijver ervan op de binnenkant
maar ik vond het niet te lezen! Tekst in dubbe
le kolommen heb ik daarna nooit meer kun
nen waarderen.
Mijn volgende ervaring met Dickens waren
deeltjes van de roemruchte Prisma serie. Met
sinterklaas, het zal 1956 geweest zijn, kreeg ik
de Kerstvertellingen, in twee deeltjes. Hoewel
ik ook toen reeds veel las kwam ik er niet
doorheen.
Nu had je bij ons in de buurt een tweede
handsboekenzaak gedreven door Ran.
Wellicht dat bij de oudere, Haagse lezers van
dit stukje die naam nog wat naklinkt.
Toentertijd had je een quiz op de televisie,
geleid door Theo Eerdmans met Maud als lief
tallige helpende hand, en daar trad Ran ooit
bij op. In die quiz moest je allerlei dingen
doen zoals iets ergens doorheen gieten of met
een lepel ophupsen. Zo ook was er een activi
teit die er uit bestond datje met een hamer zo
snel mogelijk spijkers in een blok hout diende
te slaan. Ran ging voor mij de eeuwigheid in
door daarbij tegelijkertijd zijn bril stuk te
slaan. Kortom Ran was in de Copernicuslaan
een bekende tweedehands boekenzaak.
En daar heb ik voor een kwartje de beide pris
ma deeltjes verkocht want je kon toen zo tus
sen sinterklaas en kerst bij Jamin voor een
kwartje een pond gebroken suikerharten
kopen en die smaakten mij beter.
Daarna is er een tijd weinig of geen Dickens in
mijn leven geweest.
Nu wilde het geval dat mijn oudere broer, toen
die eindjaren vijftig in het leger zat, voor zijn
nummer, aan onze nog oudere broers en zus
ters wel eens boekjes verkocht. Hij kocht ze in
bij de Zwarte Hond en verkocht ze dan met
enige winst aan die oudere broers en zussen.
Dar zaten veel Dickens uitgaven uit de Prisma
serie bij. En daar heb ik begin jaren zestig
11
The Dutch Dickensian Volume XXVII