Herfst 2007110.61 functie die ik nog jaren voor haar heb mogen vervullen. Een vrij hopeloze taak overigens, dus toen ik zelf de leeftijd voor lang los haar te boven raakte heb ik maar de schaar in mijn kapsel laten zetten. Toen ik de dame aan mijn andere kant vroeg of ze ook zo van Dickens hield zei ze" Nee, maar ach, ik ben nu eenmaal met die man getrouwd". Ze leek me ondanks haar hoge leeftijd toch echt te jong voor Catherine of zelfs Ellen Ternan, maar Nel, de schat ziende hoe verbaasd ik was, legde met een uit dat het om de echtgenote van één van de bestuursleden ging. Vraag me niet wie de spreker was, maar 't was reuze gezellig. Eén van de gebroeders Beek was president, en Keene was de secretaris. Zijn administratie was berucht chaotisch, pogingen je op de Dickensian te abonneren liepen altijd fout, maar in Londen hoefde je dat in Doughty Str. maar te vertellen en je kreeg alle achterstallige nummers, en vaak zelfs nog wel eens wat extra's (Ok, toen was ik nog 'n aardig uitziend jong ding van in de 20), onder vele verzuch tingen van O, mr. Keen Op een van de bijeenkomsten werd gemeld dat de kas leeg was en de penningmeester zoek, maar dit leek niemand erg te deren. Heel aangenaam. Mijn neeije Jan (die met z'n zus nu zo trouw z'n tante naar bijeenkomsten brengt) is najaar '81 zelfs als ongeboren kind mee geweest, zijn moeder wou na alle verha len dit gezelschap ook wel eens zien. (Daar Roosendaal wat ver weg is sliep en slaap ik altijd in Lisse na een bijeenkomst, en heb zo de kids aangestoken met Dickensitis). Op een gegeven moment is de macht overgenomen door "de Groningse Maffia en dit ging gepaard met uitgebreide onthullingen over allerlei excessen uit 't verleden. Heerlijk. Wie herinnert zich niet de geschiedenis van de notaris uit Dantumawoude"? Maar na al die vrolijkheid moest er wel een donkere schaduw vallen. Ik doel natuurlijk op de Dordtse Vete". In '88 was ik met mijn ouders op een tentoonstelling in Dordt, ondanks de bij ons in 't Zuiden bekende waar schuwing "hoe dichter bij Dordt, hoe zotter 't wordt". Kerkscheurders en ketters algemeen bekend. Helaas ontdekten wij na de tentoon stelling nog iets veel erger. In dat hellegat schonk men bier in glazen die men bij ons thuis te klein voor sherry zou vinden. Niet alleen branden in 't hiernamaals maar ook nog dorst lijden in 't heden! Uiteraard heb ik nog onze mede Dickensians uit dat oord der ellen de hierop aangesproken, maar hun chauvinis me was sterker dan hun dorst, (typisch Hollands!) Een vete was geboren, ijverig aan geblazen door secretaris-penningmeester Jan Kabel, die beide partijen heftig tegen elkaar opzette, x'oen de heren Klok en Waaifoort eens na het kerstdiner hun "Dutch Dickensians" vergaten, ongetwijfeld als gevolg van overmatig koffiegebruik, suggereerde Jan prompt dat ik ze wel ontvreemd zou hebben. Niet alleen had ik geen motief (wie wil er nu drie DD's, tenzij om te controleren of in elk echt 't zelfde staat), ik had wel een ijzersterk alibi. Ik ben altijd vóór de koffie weg! Enfin, we hebben al jaren lol van die vete. Een of ander Oost-Europese dame die lid was gewor den om over Jane Austin te babbelen werd ooit door dhr Waaifoort aan mij voorgesteld, en hij eindigde met de woorden "daar is de afdeling Roosendaal, en daar praten wij niet mee. Pilsje Karla?' In opperste verwarring werd zij fgevoerd en nooit meer teruggezien. Ongetwijfeld lid geworden van de beruchte Shakespeare Society. Bij een andere gelegenheid, een buitendag in Dordt, lieten de heren Klok en Waaifoort een emmer bier aanrukken, "om eens en voor altijd die kwestie van de bierglazen uit de wereld te helpen". Smaakte reuze hoor, alleen zielig voor al die mede Dickensians die sneu in hun borrelglaasjes bier zaten te turen. Volgens mijn neeije en nichtje zij de afdelin gen Dordrecht en Roosendaal zelfs ooit tijdens een diner gefuseerd tot Dordaal of Roosendrecht. Hoe dat afgelopen is konden zij zich ook niet herinneren 'want ze waren aan geschoten". Die jeugd van tegenwoordig! Niet dat wij 't nog weten, maar wij zullen dan ook binnenkort een wetenschappelijk congres organiseren, om via de "drunken goldfish" methode de waarheid te achterhalen een of andere krankzinnige wetenschapper heeft ooit een goudvis dronken gevoerd en toen een kunstje geleerd, dat dat beest alleen kon her halen als ie weer dronken was. Wat een ver spilling van tijd en - vooral- alcoholica!) U hoort de uitslag nog. -< >s <c„ rM iimmÊMWMW hmÊ&Ê

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2007 | | pagina 14