Herfst 2007 no.61
andere tegen komen. Kortom zonder het te
beseffen zijn we uiteindelijk vele generaties
geleden allemaal familie van elkaar geweest.
In de vakliteratuur komen we het voorbeeld
tegen van Karei de Grote en zijn nakomelin
gen. Deze beroemdheid hield er zoals bekend
een tamelijk vrije opvatting van huwelijkse
trouw op na. Hij leefde eind zevende begon
achtste eeuw en heeft een ruime schare beken
de maar zeker ook een groot aantal onbekende
nakomelingen verwekt. De invloed die dit
gehad moet hebben op al die verschillende
familie piramides mogen we daarom zeker als
boven gemiddeld beschouwen. Dat houdt in
dat ieder van ons evenveel recht heeft om zich
als nakomeling van deze illustere voorvader te
beschouwen. Passen we deze gedachtegang nu
toe op de familie van onze Dickens, wetende
dat ook die gezegend was met een rijke kin
derschare, dan is het zeker niet onmogelijk dat
onze Amersfoortse Dickens in verband
gebracht kan worden met onze Dickens.
Na deze ontdekking besloot de afdeling
Dordrecht op volledige sterkte naar
Amersfoort te trekken ten einde Amersfoort
en onze Branch van onze ontdekking op de
hoogte te stellen.
Tijdens de rondleiding bleek ons dat
Amersfoort in de ban was van geheel andere
zaken dan Dickens. Al enige tijd wordt er op
het internet gediscussieerd dat bij stijgen van
de zeespiegel het niet uitgesloten is dat
Amersfoort wel eens een badplaats aan de
Noordzee zou kunnen worden. Het zogenaam
de "Amersfoort aan Zee" model. Tijdens onze
rondgang viel op dat weliswaar de gids hier
met geen woord over sprak maar dat de stad
zich inmiddels op het ergste voorbereidt.
Bijgaande foto's maken duidelijk dat men hier
The Dutch Dickensian Volume XXVII 30
het water serieus neemt en de inwoners alvast
kennis wd laten maken met mogelijke gevol
gen van dit model. Onze laatste hoop dat tij
dens het diner ons de nodige eerbewijzen ten
deel zouden vallen ging overigens ook in rook
op. In plaats van ontroering en blijdschap over
deze ontdekking werden allerlei kritische
opmerkingen ons deel. Zo zouden buitenech
telijke kinderen van Dickens juist niet zijn
achternaam dragen en zou dit onderzoek het
veel belangrijkere onderzoek naar een bezoek
van Dickens aan Friesland alleen maar in de
weg staan. Omdat wij uit Dordrecht begrepen
dat deze kritiek slechts als teken van jaloezie
gezien kon worden, besloten we hier niet op in
te gaan en met ons zwijgen aan te tonen dat
wij hier boven stonden. Voor het bestuur moet
het overigens een troostrijke gedachte zijn te
weten dat zij de volle steun geniet van de afde
ling Dordrecht, zeker na zo'n geslaagde bui
tendag.
