van een kruispunt met achter zich een publiek
lokaal waar volgens het reclame bord 'cream
of the valley' verkocht wordt. Hetzelfde merk
staat op een van de gin vaten in de prent uit
de Sketches by Boz: Gin-Shops.
Het vak van Crossing-sweeper.
Jo is ergens rond de 16 jaar oud. Hij is werk
zaam als crossing-sweeper in London.
Eigenlijk is het woord werkzaam niet goed op
z'n plaats. Jo houdt zich daar de hele dag mee
bezig, dat wel. Als crossing-sweeper veegje
van de straathoek van een kruising naar de
overkant van dat kruispunt. Op die manier
houd je een soort van oversteek pad enigszins
schoon. London was een gore stad met veel
afval op straat van paarden en andere dieren,
plantaardig afval, modder omdat de bestrating
slecht was en als het zo uitkwam dat alles ver
mengd met oud stroo om het geratel van de
wielen over de keien te dempen. Dames dan
wel heren die de straat over moesten steken
werden vuil of werden bespat door de aanhou
dende stroom paard wagens, rijtuigen,
handkarren, cabs, omnibusses en wat zich ver
der allemaal niet al voortbewoog door de stra
ten van London. Dat gold natuurlijk vooral
voor de grote en drukke doorgaande wegen.
Het vak van crossing-sweeper was niet een
echt erkend vak waar je een opleiding voor
nodig had. Maar het was geen bedelen,
immers je verrichte een dienst en daar kreeg
je als je bofte een fooi voor. Er was ook geen
grote investering voor nodig zoals bij veel
andere straat beroepen. De crossing-sweepers
hadden ieder zo hun eigen kruispunt en als je
er maar altijd was dan kon je dat kruispunt als
het ware "van jou" noemen. Personen die met
grote regelmaat hetzelfde kruispunt moesten
oversteken kenden de crossing-sweeper en
gaven die dan één keer in de week een vaste
fooi.
Volgens Mayhew waren het vooral oudere
lieden, mannen en vrouwen, die zich als cross-
ing-sweeper inzetten. CD kende Mayhew en
zal ongetwijfeld zijn London Labour London
Poor, 1851, goed gelezen hebben. Sommigen
onder de crossing-sweepers deden zulks jaren
achter elkaar. In veel gevallen betrof het
lieden die om de een of andere reden hun
vorige beroep, bediende of dienstertje, niet
meer konden uitoefenen. Een zekere
bescherming van hen door de politie zal
vooral op de ouderen van toepassing zijn
geweest. De jongeren, waartoe Jo duidelijk
behoorde, werden met meer argwaan bekeken,
wellicht dat hun activiteiten meer op bedelen
dan op dienst verlenen gericht waren. Mayhew
geeft een citaat van zo'n jonge crossing-sweep
er:" We never carries money for if the police
man find us, we generally pass the money to
our mates, for if the money is found on us we
have to go fourteen days in prison.".
Dit citaat maakt de houding van de constable
duidelijk die Jo heeft opgepakt vanwege het
bezit van enig geld het overgebleven gedeelte
van een goudstuk ter waarde van £1.-een
souvereign, dat hij van lady Dedlock gekregen
heeft). In BH heeft de constable de opdracht
van hogerhand: My instructions are, that
you have to move on, I have told you so a five
hundred times!"
De constable neemt Jo mee naar het huis van
Snagsby om zich van de bona fides van Jo te
laten overtuigen. Via Snagsby komt het ver
haal van Jo en de geheimzinnige Lady dan
The Dutch Dickensian Volume XXVII 2 0
Titelblad van Bleak House metJo, de bezem in de
hand.