142
heten. Toen met Bentley over het hoofd redacteurschap van Bentley's
Miscellany, toen over de rechten van eerdere uigaven bij Chapman Hall,
toen over de rechten van nog uit te geven werken die Dickens nog moest
schrijven. Kortom een roerige periode.
Literair was zijn ster hoog gerezen. Met PP NN had hij bewezen een
groot schrijver van picaresque romans te zijn. Met de Sketches had hij
getoond een scheip waarnemer te zijn. Met OT had hij in de ogen van
tijdgenoten laten zien dat hij het genre "Newgate Novel" beheerste. Maar
hoe hoog zijn ster nu al reeds stond, literaire roem zonder nieuw werk was
nog niet goed denkbaar. In juli 1839 schrift hij aan John Forster NN moet
dan nog afgemaakt worden):
"I should be willing to commence on the thirty-first of March, 1840, a new
publication consisting entirely of original matter, of which one number
price threepence should be published every week, and of which a certain
amount of numbers should form a volume, to be published at regular
intervals. The best general idea of the plan of the work might be given by
reference to The Tatler, The Spectator, and Goldsmith's Bee; but it would be
far more popular both in the subjects of which it treats and its mode of
treating them.". Wat betreft de inhoud denkt Dickens aan terugkeer van
Mr. Pickwick en Sam Weller, wat Gog Magog de reuzen van de
Townhall of London) te vertellen hebben, etc..
15 October 1839 wordt een voorlopig contract opgesteld en getekend tussen
Dickens en Chapman Hall over de publicatie van een wekelijks te
verschijnen periodiek:
"to publish a weekly periodical of one sheet Royal Octovo to sell for three
pence a number, each number to contain twelve pages of Original Literary
matter and four pages of Title and Advertizements"
"Mr. Dickens to supply the literary matters and to receive for the same Fifty
pounds after payment of all expenses of printing, illustrating and
advertising...."
"After payment of all the above mentioned charges and the Fifty pounds a
number Mr. Dickens to have one half of the profits and Chapman Hall the
other half.
Het bijzondere is niet zozeer het verschijnen van 'n wekelijks blaadje maar
wel dat het hierbij ging om een literair tijdschrift met houtsnedes als
illustraties.
De vervaardiging van houtsnedes was wat goedkoper dan de toen nog recent
uitgevonden staalgravures. Het procédé was wat eenvoudiger en omdat ze
een zelfde druktechniek eisten als het zetsel, the letterpress, konden gravures
en zetsel in één tekstpagina verwerkt worden, waardoor een directe
verbinding tussen tekst en illustratie gerealiseerd was. Tevens hoefde er geen
apart papier (duurder) gebruikt te worden en stelde het daardoor geen hogere
eisen aan de inbinder. Met het aangaan van het contract, dat in april 1840 in