146 De verkoop daalt dramatisch, de kritiek is niet mals: "All this nonsense about the giants die Dickens introduceert in het eerste nummer van MHC, protested the Monthly Review, "is only to usher in one of the weakest and most unfortunate tales -the vilest attempt at pathosthe veriest abortion in the shape of an endeavour to create interest or afford amusement that ever perpetrated. How Dickens, with his talents and experience could have suffered such a thing to go forth under the sanction of his name is to us a matter of unfeigned marvel.". Het opmerkelijke van deze kritiek is gelegen in het feit dat de grote overeenkomst tussen de manier waarop de hoofdpersoon, de verteller, zijn zegje doet, dat wil zeggen hoe Dickens dit weergeeft, en de beschrijving van een soortgelijke situatie uit het Sketch Book: Bracebridge Hall uit 1822, door Washington Irving, de criticaster is ontgaan. Overigens was Dickens een groot bewonderaar van Irving, zie het navolgende citaat uit Christmas Dinner uit het Sketch Book: "When I returned to the drawing-room, I found the company seated round the fire, listening to the parson, who was deeply ensconced in a high-backed oaken chair, the work of some cunning artificer of yore, which had been brought from the library for his particular accommodation. From this venerable piece of furniture, with which his shadowy figure and dark weazen face so admirably accorded he was dealing out strange accounts of the popular superstitions and legends of the surrounding country, with which he had become accuainted in the course of his antiquarian researches.". De bovenstaande illustr atie uit MHC, aflevering 7, past er wonderwel bij. De kritiek vroeg om bijstelling. Daar Dickens zeker in die dagen altijd een aantal weken vooruit zijn copy klaar had, kon hij niet meteen het roer omgooien. De Clock no 4 was uit met daarin het eerste optreden van Nell. De volgende drie nummers van De Clock werden al bewerkt voor publicatie dus Dickens kon pas vanaf nummer 8 gedeeltelijk verder met OCS en met aflevering 10 gaat dan ook alle aandacht naar Nell. Het concept zoals beschreven in het contract met Chapman Hall werd verlaten en al zijn inspanning werd gericht op uitwerking van het verhaal rond Nell. Daar zij het eerst was opgetreden in The Old Curiosity Shop kreeg dat verhaal een veel grotere status dan aanvankelijk bedacht en de roman The Old Curiosity Shop was geboren. Een aardig punt van aandacht bij de romans van Dickens is het vast kunnen stellen in welke tijd een en ander zich afspeelt. MHC geeft een duidelijke indicatie, het verhaal speelt zich af in het NU, dat wil natuurlijk zeggen het Engeland van 1840. De clue daarvoor wordt aangetroffen in aflevering 6. daarin komen de Weller's, Tony Samivel, met de trein aan om met de oude Humphrey, die binnenkort in het verhaal getransformeerd gaat worden tot oud-oom van Nell, om de tafel te gaan zitten en verhalen te vertellen. Pickwick is daar reeds aanwezig en we maken ook nog kennis met Jack

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2009 | | pagina 38