De WDL op excursie
162
ook de homo-erotische relatie tussen Steerforth en Daisy uitgebreid aan de
orde komt; om er maar een paar te noemen.
Vrijdag dertien november was het dan zover. De voltallige Weerdinger
Dickens leeskring had zich om één uur verzameld voor café de Roos.
Ditmaal niet om daar de maandelijkse bijeenkomst te houden, maar om op
excursie te gaan. Nu we een klein jaar bezig zijn met het lezen van Dickens
vonden we het tijd om ook eens buiten Weerdinge op zoek te gaan naar wat
er aan Dickensiana te vinden is. Dat bleek bij nadere beschouwing niet eens
zover van huis te zijn. In de openbare bibliotheek van Haren (Gr) is namelijk
een negentiende eeuwse toonkamer ingericht met een enorme verzameling
boeken van en over Dickens; de zogenaamde "Dickens Room". Daar wilden
wij als Dickens-lezers natuurlijk het fijne van weten. Een afspraak was snel
gemaakt en nu stonden we klaar om met twee auto's af te reizen. In Haren
was het even wachten tot het twee uur was., het tijdstip waarop de
bibliotheek en ook de Dickens Room opengaat. Wij werden op dat tijdstip
ontvangen door dhr Muda die, naar wat tijdens het voorstellen bleek, de
zoon was van de man die de Dickens verzameling had aangelegd. Vol
enthousiasme stak hij van wal met zijn verhaal over deze kamer en diens
inhoud en al gauw waren wij zijn ban. Wat kon die man aanstekelijk
vertellen. Eerst maakte hij ons deelgenoot van enkele verhalen over de
geschiedenis van zijn familie waarbij oude foto's en zeldzame boekjes van
hand tot hand gingen. Toen hij zelfs een kopie van een typisch negentiende
eeuwse kamerjas en dito muts met kwast aantrok, die zijn vader ook
gedragen had als die zich terug trok in zijn kamer omgeven met Dickens,
kende ons enthousiasme geen grenzen meer. Bij het zien van als dat moois
flitsten onophoudelijk onze fototoestellen. Het prachtige bureau en de
massief eiken boekenkasten werden samen met allerlei Dickens voorwerpen
minutieus onderzocht. Alhoewel we eigenlijk nog te kort samen komen om
ons al echte Dickensians te mogen noemen herkenden we toch al op enkele
afbeeldingen figuren uit de inmiddels gelezen romans. Na afloop beloofde
dhr Muda onze leeskring op de verzendlijst voor de jaarlijkse Dickenslezing
te zetten zodat we die bijtijds in onze agenda's kunnen noteren. Na dit
bezoek hebben we onder het genot van een kop koffie en thee nog wat
nagesproken en afgesproken wat we voor de volgende bijeenkomst weer in
ons vertrouwde Weerdinge zouden lezen want, zoals we met een kleine
aanpassing van een gezegde natuurlijk allemaal vinden: Een dag zonder
Dickens is een verloren dag.
Guus de Landtsheer