32 getrouwd met John Rokesmith. Zij weet dan nog niet dat haar kersverse echtgenoot de verdronken gewaande John Harmon is, voor wie zij eigenlijk was voorbestemd. Zij had deze Harmon namelijk moeten trouwen volgens het opmerkelijke testament van diens vader, wilde de zoon een buitengewoon lucratieve vuilnisstortplaats erven. In deze scène, uit Hoofdstuk 4 van Boek 4, vieren ze in het geheim (dat is althans de bedoeling) hun huwelijk in een hotel in Greenwich, in het bijzijn van Bella's vader, hier "the cherub" genoemd. Met "the Archbishop of Greenwich" wordt de hoofdkelner van het hotel-restaurant aangeduid. Veel van Dickens' secundaire personages worden van treffende bijnamen voorzien, maar in Our Mutual Friend is bijna niemand wie hij zegt of lijkt te zijn. De passage begint met een korte, grappige sfeertekening, weer zo'n treffend "vignet", ditmaal van een "romantische" jonge kelner. De interactie tussen hem en zijn baas, is bijna slapstickachtig. In de overigens uitstekende BBC-serie naar deze roman (uit 1998) komt deze scène ook weer helemaal niet voor. Er wordt gedaan alsof John en Bella hun zoveelste huwelijksdag vieren, in plaats van de dag zelf. Dit is onderdeel van het thema van verheimelijking en verdraaiing in Our Mutual Friend. Bella slaagt er niet in "matronly" te lijken. De jonge kelner doorziet wat er aan de hand is, en geeft op aandoenlijke wijze een authentieke uiting aan zijn gevoelens. De "Archbishop", die louter beroepsmatig (en zonder medegevoel) ingrijpt, begint een beetje te lijken op een echte, ongevoelige hoogwaardigheid bekleder van de anglicaanse kerk. Bella's opmerking dat "disguise is of no use" beschrijft heel raak een probleem dat de hele roman doordesemt. In de laatste alinea "vermomt" Bella's vader, die thuis en op zijn stoffige kantoor weinig te melden mag hebben, zich als een typisch

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2010 | | pagina 34