116 kerst bij sommige groepen afgenomen, maar bij de meesten bleven die gewoon voortbestaan. Dickens heeft daarom het kerstfeest niet uitgevonden, maar gereageerd op een oude en eerbiedwaardige traditie die nog steeds levenskrachtig was en die hij ook uit zijn eigen omgeving kende. Hij heeft zich niet alleen bij die traditie aangesloten maar die ook veranderd. Hij moedigde de gebruiken aan die door Thackeray zo prachtig werden opgesomd, "immense hospitality a wonderful outpouring of Christmas good feeling an awful slaughter of Christmas turkeys" (zie hiervóór pag.2). Door zijn geschriften maakte Dickens dat een bestaand en geliefd feest nog meer voor de mensen ging betekenen: Dickens was not trying to rescue a festival all but defunct. He was responding to a surge of interest in it. His aim was to spread knowledge of festive customs among those eager to learn, to recommend customs which may have been rare, localized or half forgotten and above all, to counter an indifference which, for all that it was not widespread, was fashionable" (Parker 2005: 135). Als wij de kerstviering bij de Wardles in Dingley Dell en A Christmas Carol willen zien als een nieuw begin op de Engelse rituele kalender negeren wij niet alleen het historische bewijsmateriaal. We lezen ook Dickens' teksten op een volkomen verkeerde manier. Het nieuwe schuilt daarin dat een schrijver van Dickens' statuur aandacht schonk aan de kerstviering onder de arbeiders en de lagere middenklasse en de feestelijke gebruiken onder die groepen zo nauwgezet en liefdevol beschreef. Slater komt wel enigszins in de buurt van Parker, als hij schrijft dat Dickens "was plugging into a great revival of interest in traditional English Christmas customs and festivities that had been in progress since the early years of the century" (Slater 2009: 89). Standiford werkt, ondanks de veelbelovende titel van zijn boek, veel minder toe naar een afrondende conclusie. Ook hij vindt Dickens vooral origineel in zijn beschrijving van de kerstviering in uiteenlopende families. Volgens hem was Dickens er op uit om kerst te herstellen en niet te blijven treuren om het gestage wegkwijnen van dit feest. De verschillende elementen van de kerstviering, zoals die bijvoorbeeld bij de Fezziwigs A Christmas Carol), de Wardles en anderen staan beschreven, zijn geen bedenksels van Dickens maar traditionele elementen die door hem tot nieuw worden opgepoetst. Het resultaat van die beschrijvingen was dat men het opnemen van die elementen ging beschouwen als noodzakelijk voor een gepaste kerstviering. Daarbij tekent Standiford aan dat het geven van geschenken, afgezien van de "prize turkey" voor de familie Cratchitt, nergens in de Pickwick Papers of A Christmas Carol voorkomt. Als Standiford toch op de vraag naar Dickens' betekenis voor de huidige kerstviering terugkomt, komt hij wel tot een opmerkelijke uitspraak. Hij begint met te stellen dat "No individual can claim credit for the creation of Christmas, of course - except, perhaps, the figure that the day is named for". Maar Dickens heeft wel een heel belangrijke rol gespeeld in de transformatie van dit feest. Hij heeft vergeten

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2010 | | pagina 22