117 gewoontes nieuw leven in geblazen en andere elementen toegevoegd die bepalend zijn geworden voor de huidige feestdag. En dan vervolgt hij: "Peter Ackroyd and other modern commentators have credited Dickens with having singlehandedly created the modern idea of Christmas, and if that is a grand claim, it is grounded in the facts. If Dickens did not invent Christmas, he certainly reinvented it" (Standiford 2008: 193). En met de term 'reinvention' is Standiford haast onverwacht het standpunt van Parker dicht genaderd. In zijn ondertitel had hij het al over Dickens als de man die "revived our holiday spirits". Parker heeft het eigenlijk over continuïteit ondanks verandering, Standiford over verandering ondanks continuïteit. De term heruitvinding overspant beide uitersten. Er valt dus heel wat af te dingen op de stelling dat Dickens de uitvinder is geweest van de kerstviering. Daarmee rest de vraag waarom die gedachte zo lang, door zo velen en zo eendrachtig werd ondersteund? Parker denkt dat die gedachte behoort tot de categorie uitspraken die mensen graag horen en waar ze graag mee instemmen. De literatuurcritici van de 20e eeuw hadden veel respect voor taal maar koesterden tegelijkertijd ook achterdocht. Als taal iets lijkt te beschrijven is die taal vaak ook bezig te beïnvloeden. Vanwege die neiging van teksten om de lezer te misleiden ontstond de behoefte om een discourse te deconstrueren, dat wil zeggen een verhaal te ontleden om er een diepere bedoeling uit te halen. Parker en anderen noemen dat de "linguistic turn." Wat vroeger werd beschouwd als een representatie en interpretatie van objectieve feiten, werd nu gezien als een intellectuele constructie, die niet op haar deugdelijkheid kon worden onderzocht, omdat zij zich altijd op afstand bevond van de objectieve werkelijkheid. Wat schrijvers willen opleggen aan hun tijd en hun lezers werd onderwerp van onderzoek. Dat betekende minder aandacht voor de persoonlijke context, de jeugd en omgeving van een schrijver om zijn werk te verklaren. De auteur bestaat in deze gedachtegang immers niet buiten zijn taal. "It is the writing which makes the author." Deze wending in de literatuurkritiek maakte het gangbaar om te spreken van 'invention', uitvinding. Vanaf de jaren 1930s werd het een teken van intellectuele stoutmoedigheid om je bezig te houden met begripsveranderingen die zouden zijn opgeroepen door teksten en om te spreken van uitvinding als het ging om zaken die altijd als vaststaand en onaantastbaar werden beschouwd. Dat gold voor een indrukwekkende lijst van onderwerpen: de uitvinding van mannelijkheid en vrouwelijkheid, liefde, identiteit, de natiestaat, de geschiedenis en ga zo maar door. Kitton was in 1903 zijn tijd ver vooruit, maar hij sprak tot de verbeelding van volgende generaties. Na hem is er veel gedacht en geschreven over de manier waarop Dickens het denken van de mensen over kerst beïnvloedde. Maar Parker moet niets hebben van dit zogenaamde reductieve begrip van literaire teksten. Het uitvinden van kerst kan nog worden afgedaan als tamelijk onschuldig, omdat het Dickens er om ging zijn lezers aan te moedigen tot kritiek op "the Treadmill and the Poor Law" en tot liefdadigheid jegens de armen. Maar er is ook een stroming in de literatuurkritiek die aan teksten een verborgen agenda toeschrijft die moest worden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2010 | | pagina 23