137 We weten dus dat we te maken hebben met een in eigen beheer uitgegeven boek. In de meeste gevallen waarin dat tegenwoordig gebeurt is er sprake van een auteur die er of door gebrek aan kwaliteit of door het ontbreken van de juiste kanalen naar de uitgevrij er niet in slaagt zijn werk gepubliceerd te krijgen. Bij John Hotten Canrden is dat niet zonder meer het geval. In 1870 bij het verschijnen van zijn boek had hij al een zekere reputatie als boekverkoper. Na zijn verblijf in de VS (1848-1856) startte hij een boekenzaak op Piccadilly. Daarna begon hij een uitgeverij waarbij hij het niet al te nauw nam met de Victoriaanse normen en waarden. Hij gaf A Dictionary of Modern Slang, Cant and Vulgar Words (1859), uit dat hij misschien ook wel zelf schreef. Men verdacht hem van chantage en hij zette ook de auteurs van zijn eigen fonds af. Daarnaast gaf hij ook ongeautoriseerde versies van bekende schrijvers uit. Daarnaast was hij ook niet bang om werk dat andere uitgevers niet durfden te publiceren vanwege het scabreuze karakter. Na zijn dood kwam zijn uitgeverij in handen van de gerespecteerde firma Chatto and Windus. Iets wat je niet zou verwachten bij een uitgeverij met een dergelijk achtergrond.3 De inhoud Camden heeft zich tijdens het schrijven al meteen vrijwillig één ami op de rug laten binden. In zijn voorwoord geeft hij aan geen dingen over Dickens te schrijven die ook maar iemand pijn zullen doen. (Eigenaardig voor iemand die zoals we in de introductie lazen toch niet bepaald als een heer bekend stond in het literaire wereld van Londen. Of was het icoon dat Dickens op dat moment was tot zulke hoogte gestegen dat zelf een man als Hotten Camden er niet naar durfde te wijzen? )We mogen er dus van uit gaan dat het boek alleen de loftrompet over hem zal steken en dat blijkt ook zo. Alle negatieve punten zijn of niet aanwezig of worden zo versluierd weergegeven dat we er niets wijzer van worden. Laten we drie bekende vlekken op Dickens' blazoen langslopen. Over zijn periode als werkjongen in de schoensmeerfabriek toen zijn vader als schuldenaar in de gevangenis zat wordt met geen woord gerept. Nu valt dat wel te begrijpen, want we moeten daarvoor wachten op John Forster die zijn biografie pas twee jaar later publiceert. Anders is het met de scheiding van Dickens. Deze affaire heeft in 1858 volop in de schijnwerpers gestaan, niet in het minst omdat Dickens er zelf ook de openbaarheid mee zocht. De manier waarop Camden er over schrijft zegt zeker iets over dc Victoriaanse manier van hoe je daarmee in het openbaar om moest gaan. "It appears that some domestic unhappiness in the great novelist family had occasioned the usual gossip out of doors let to his inserting a manifesto on the fi-ontpage of Household Words The simple explanation was that of a misunderstanding had arisen betwixt Mr. And Mrs. Dickens, of a purely domestic character - almost trivialAll we can say is, that it was a very great pity that a purely family dispute should have been brought before the public and saying this muc, we trust the reader will think we act wisely in dropping any further mention of it. We horen mevrouw Dickens als het ware hierna nog zeggen:" Gutte gut wat een drukte, wat jammer is dit nou." Het beeld van Dickens als "a family man" dat hij zijn hele leven in het openbaar heeft uitgedragen mag onder geen beding worden beschadigd. Om mogelijke twijfel meteen de kop in te drukken volgt daarna nog zin: That Mr. Dickens loved his home and that his domestic tastes were very strong,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2010 | | pagina 43