100
in de Dutch Dickensian zijn verschenen. De redacteuren, zeven in totaal, maken een
bevlogen indruk, aldus de penningmeester. Dan weet u het wel.
De editors van de Dutch Dickensian hebben weer een nieuw nummer bij zich en
melden dat het aantal abonnees per post inmiddels is opgelopen tot 22. Ook wordt
het naar HQ gestuurd waar men heeft gemeld er ongeveer 5% van te begrijpen. Is
dat vanwege de taal of de inhoud?
Vervolgens geeft de secretaris het woord aan de eerste spreker van vandaag. Omdat
mevrouw Boschma zich ziek heeft afgemeld leest de heer Klok haar teksten voor.
De karaktermoord op Alfred Jingle is in de ogen van mevrouw Boschma onterecht,
want Jingle is essentieel voor de Pickwick Papers. Zij geeft daarbij voorbeelden. De
kritiek op Jingle is onjuist want wat is hij nu eigenlijk voor persoon. Hij is een
werkloze die zonder sociale voorziening moet bestaan en hij grijpt zijn kansen;
neem het hem eens kwalijk. Kwalijk is juist dat Pickwick hem opjaagt. Gelukkig
komt Pickwick in de Fleet gevangenis tot inkeer en geeft Jingle de steun die hij
verdient. Daarnaast heeft mevrouw Boschma nog een uitgesproken mening over
Wardle. Dit is geen leuke man. Hij plaagt zijn obese knecht Joe, laat Pickwick
moedwillig achter in een kruiwagen, doet denigrerend over zijn poor relations en is
een bully voor zijn zuster.
De secretaris constateert dat dit een geheel eigen en frisse kijk is op het boek en
geeft vervolgens het woord aan de heer De Landtsheer.
De Landtsheer stelt dat Dickens het proces Bardell vs Pickwick baseerde op een
echt proces uit 1836. Dit society proces had betrekking op een buitenechtelijke
relatie tussen minister Melbourne en ene mevrouw Norton. Dickens volgde, als
verslaggever van The Morning Chronicle, dit proces en schreef er een artikel over
van maar liefs 26 kolommen lang. Tijdens dit proces kwam ook de uitwisseling van
briefjes tussen de geliefden ter sprake. Briefjes met een hoog "chops and tomato
sauce" gehalte. Deze brieven zijn voor geïnteresseerden te lezen op het internet.
Melbourne werd uiteindelijk vrijgesproken wat tot gejuich in het parlement leidde.
Caroline Norton bleef bij haar man George wat haar 40 jaar narigheid opleverde.
Caroline Norton is zich later politiek gaan opstellen en heeft zich ondermeer bezig
gehouden met de rechten van moeders met jonge kinderen.
Hierna gaat De Landtsheer nog in op de losse seksuele moraal ten tijde van het huis
van Hanover, wat een periode van een zwakke koning en een sterk parlement
opleverde. De Houses of Parliament verdeelden de macht. Typerend voor die tijd
was ook dat nogal wat hooggeplaatste mannen veel kinderen hadden maar niet bij
hun eigen vrouw. Volgens De Landtsheer had Dickens meer uit dit society proces
kunnen gebruiken in zijn Bardell vs Pickwick maar maakt hij dit later wel goed in
Hard Times.
De secretaris is er stil van en geeft schielijk het woord aan de heer Kooiman.
Die spreekt over de Kerstviering bij de Wardles in Dingley Dell waar het gaat om
zang en dans van oude mensen. Maar ook over verzoeningen tijdens de Kerst, een
bekend thema bij Dickens. Kerst wordt door Dickens steeds benoemd als het feest
van vergeving en welgezindheid. Zie ook de passages met neef Fred in The
Christmas Carol. Dickens raakt steeds een gevoelige snaar met Kerst. Nu, zo vraagt
Kooiman zich af, waren de feestelijkheden al daar en gaf Dickens er een
beschrijving van of was het andersom.