WEEKBLAD
1864.
Vrijdag, 24 Junij.
VAN
A AN LANDBOUWGEMEENTE- EN POLDER-BELANGEN GEWIJD
j f tl e Ja&rgang
I Iaarlemmermeer-Polder
Hoofdredacteur C. E. DE CLERCQ.
ERSLAG van Dr. W. G. H. Staring,
Inspecteur van het Middelbaar On-
derwijs, omtrent de Uitvindingen
van den Heer Hooibrink.
HAARLEMMERMEER
PRIJS VAN HET ABONNEMENT
in het Jaary g
Alle Toezendingeu de Redactie betreffende, moeten geschieden aan
den Iloofdredacteurte Haarlem, KruisstraatWijk 6, N°. 513.
's GRAVENHAGEden 16 Junij 1864.
Door den Minister van Binnenlandsche Zaken uitge-
noodigd, mij naar Frankrijk te begeven, om de bekende
uitvindingen van den Heer Hooibrink te onderzoeken
heb ik mij in het laatst van Mei van die opdragt
gekweten.
i uitkomsten van mijn onderzoek zijn vermeld in het
hier volgend verslagdat ik de eer heb U, met voor-
kennis van den Ministerter plaatsing in het Weekblad
aan te bieden.
De Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs
W. C. H. STAKING.
Aan
be Redactie van het Weekblad
van Haarlemmekmeer.
De Heer Kinder de Camarecq, door den Minister van
Kolonien met ketzelfde doel als ik naar Parijs gezonden, was
mij eenige dagen voorafgegaanen vond zich, bij mijne komst
door den Nederlandschen Gezant en door de Commissie, welke
de Keizer met het nemen der proeven belast heeft in de
gelagenheid gesteld om-de zaken grondig te onderzoeken.
Ilet was mij- daardoor mogelijk omzonder verzuimdacelijks
buiten Parijs gaande, de verschillende kunstbewerkingen van
den Heer Hooibrink, te Yincennes Versailles, Grignon en
Irappes, alsmede te Chalons in de tuinen en wijngaarden
van den Heer Jacqueson, met voldoende naauwkeurigheid na
te ^gaan. De Heer Hooibrink zelve vergezelde ons naar
Chalons Versailles en Vincennes.
De proeven worden grootendeels onder toezigt der Com
missi, met zorg en de meesten vergelijkenderwijs genomen
maar zullen eerst bij den oogst tot eenige zekere uitkomsten
kunnen leiden; terwijl daarenboven veel nog herhalingin
een of zelfs in meer dan een volgend jaar, zal vorderen
alvorens er een bepaald oordeel over de zaak geveld zal
kunnen worden. Onder voorbehoud alzoo van welligt later
mijne meening te kunnen wijzigen, wenseh ik Uwe Excellentie
thans mede te deelen wat de indruk is geweest, die de zaken
voorloopig op mij gemaakt hebben.
De Heer Hooibrink raadt aan om de granenbij het op-
groeijen herhaaldelijk te rollen met eene" door hem daartoe
uitgedachte gegroefde rol. Onvoorwaardelijkop alia gra
nen en alle gronden toegepast, en alleen omdat hierbij de
planten met eenen hoek van mim 11 graden in de groefies
door de ribben van de rol in den grond gedrukt, ne°6rgebo
gen wordengeloof ik niet dat dit rollen voordeel zal aan-
brengen. Ieder wetenschappelijk landbouwer weet daarentegen,
dat het rollen van granen en graslanden, tengevolge vanhet
fijn verkruimelensluiten en tegen de planten drukken van
den grond, onder zeer vele omstandigheden eene uitmuntende
mtwerkmg te weeg brengt, en dat daarvoor, vooral in Enge-
iand, rollen gebezigd worden, die verre te verkiezen zijn
boven die van den Heer Hooibrink. Waar, om Parijs, de
vergelijkende proeven genomen zijn, scbijnt het rollen der
granen geheel in onbruik te zijnen hier zullen dus de uit
komsten der proeven het deugdelijke daarvan zeer zeker be-
vestigen. Ik heb hier namelijk geene akkers gezien, waar
mij het rollen onder verkeerde weersgesteldheid scheen toege
past en waar dit alzoo schadelijk zou hebben moeten werken.
Of het kunstbevruchten der granen vermeerdering van den
oogst aanbrengt, zullen de uitkomsten moeten leeren, en
vooral ook of de alzoo bevruchte aren meer korrels bevatten
dan degenewier bevruchting aan de natuur is overgelaten
De Heer Hooibrink wil, door de halmen eenige malen
gedurende den bloei sterk te schudden, de bloempjes der
aren openen en de stampers daardoor blootleggen tot het
opvangen van het stuifmeel van andere bloempjes. Daardoor,
meent bijzullen er meer bloempjes bevrucht geraken, dan
wanneer de halmen aan zich zelven overgelaten blijven- de
aren zullen meer met korrels gevnld zijn; de vierrijige aren
van de rogge, bij voorbeeld, zullen eenen meer vierkanten
a orm aannemendien hijreeds terstond na de kunstbevruch-
mg, meende op te merken, zonder dat mij zulks evenwel
PRIJS DER ADVERTENTieN
van 1—6 regels75 Cents.
elke regel meer12'/2
Zegelregt bij elke plaatsing 35 Cents.
gelukte. Het^ door den Heer Hooibrink gebezigde koord,
met kamvormig daaraan bevestigde koordjes, is zeker wel
geschikt om dit schudden ten uitvoer te brengen; maar het
besmeren der koordjes met honig is zeker overbodig en berust
op eene aanvankelijk verkeerde opvatting van hetgene er bij
deze kunstbewerking plaats vindt. Wanneer echter de mee
ning van vele geleerden gegrond is, dat in elk bloempje de
bevruchting der beide stampers geschiedt voor of op het
oogenblik van het openspringen der kafblaadjes en het naar
buiten buigen der drie meeldraden, en dus vddr hetgene men
iu de wandeiing het bloeijen der aren noemt, dan zal het
kunstbevruehten veeleer een ontijdig openspringen der bloempjes
en bun onbevrucht blijven ten gevolge hebben.
Hooibrink s kunstbevruchting van de bloemen der vruchtboo-
men: perzikken, abrikozen, kersen, appelen, peren, oranje-
en citroenboomenberust op de meening, dat het stuifmeel
van de eene bloem op de stampers van eene andere overge-
bragt, zekerder bevrucht, dan wanneer dit aan het stuifmeel
der meeldraden van de bloem zelve blijft overgelaten. Te
Tiappes en te Versailles zijn veelvuldige vergelijkende proe
ven genomen, die echter dit jaar welligt nog geen uitkomst
zullen opleveren, omdat de bloei der vruchtboomen hier zoo-
zeer door het weder begunstigd isdat zijvolgens den Heer
Hooibrink, thans, ook zonder kunstbevruchting, overvloedig
vrucht gezet hebben. Werkt de kunstbevruchting gunstio-,
dan zal dit natuurlijk in voor den bloei ongunstige jaren
vooinamelijk op te merken zijn. Ik wil echter niet verzwijgen
dat mij de wijze, waarop de Heer Hooibrink de bloesems
bevrucht, door de stampers met den vinger met honig te
bevochtigen en daarop het stuifmeel met een poederkwastje
te verspreiden, te ruw toeschijnt om mij te kunnen doen
geloovendat hier werkelijk kunstbevruchting plaats vindt
Het nederbuigen der takken van vruchtboomen om daardoor
het ontstaan van bloesem en gevolgelijk van vrucht te bevor-
derenen tevens uitloopers op de ondereinden der takken
en zelfs op den stam te doen ontstaan, beeft zonder twijfel
veel goeds. In den tuin van Mevrouw Fubdato te Rocan-
court en bij den Ileer Trdfau, bloemkweeker te Versailles,
he 1 ik door dit middel oudeniet meer dragendewijngaar
den en perzikken, op eene waarlijk verwonderlijke wijze, tot
het zetten van vrucht en het vormen van nieuw bout zien
brengen. Of de theoretische verklaring die de Heer Hooi
brink van dit verschijnsel geeft, het terugduwen van de
sappen naar den stamde ware isbetwijfel ik zeermaar
.t. neemt niet weg dat er veel navolgenswaardigs te vinden
is m de onderscheidene behandeling der vruchtboomendoor
Hooibrink uitgedachten berustende voornamelijk op het
nederbuigen der takken tot een weinig onder de waterpasse
rigting.
Het welbekende wegnemen van den penwortel bij jong plant-
soen, om daardoor eene sterkere ontwikkeling van haarwor-
teltjes te verkrijgen, geschiedt door den Heer Hooibrink
reeds zeer vroegnog voor dat de plantjes de zaadlobben
verloren hebben. Zij lijden daardoor minder en ontwikkelen
zich sneller. Dit voorschrift, zoowel als het vorigebeide
naar omstandigheden zoo noodig gewijzigd en met boomkwee-
kerskennis toegepast, schijnen mij zeer aanbevelenswaardig
ook voor de teelt van de koffijde vanille en andere gewas-
sen in onze Oost-Indische bezittingen.
Het nederbuigen van den stengel heb ik te Chalons en te
Versailles door den Heer Hooibrink op een- en twee-jari°-e
aspergies toegepast gezien, en werkelijk ging dit vergezeld
van eene zeer sterke ontwikkelingreeds in het tweede jaar
van dikke uitloopers, dat is van de eetbare aspergies. De
ontwikkeling was zoo sterk, dat men niet gelooven zoude
twee-jange planten voor zich te hebben, wanneer zulks niet
door den Heer Hooibrink verzekerd werd. Het zetten van
bodemlooze flesschen op de uitloopende aspergies, ten einde
de kop met groen en hard te doen worden, is hier te lande
een onnoodig voorschriftomdat het ten onzent gebruikelijke
stekenvoor dat de kop die kleur aanneemtvrii wat ge-
makkelijker tot het doel geleidt.
De zoogenaamde drainage atmospherique van den Heer
Hooibrink heb ik te Chalons op eenen wijngaard en bij den
bloemkweeker Trufad op bloemenkasten toegepast gezien.
Terwijl hier echter geene vergelijkende proeven genomen wa-
ren, heb ik mij niet kunnen overtuigen of dit verwekken
\an eenen luchtstroom door de onderaardsche buizen beter
gevolgen heeft, dan het gewonezoo lieilzaam werkende droog-
loggenwaarbij water uit den ondergrond wordt weggeleid.
EERSTE SUPPLETOIRE BEGROOTING
voor de Dienst van 1864.
Inkomsten.
Volgn0. 36a. Hoofdst. I. Art. 1. Op het ver-
moedelijk saldo van de rekening voor de dienst
van 1863 wordt alhier aangewezeny 14350
Volgn0. 49. Hoofdst. V. Art. 1. Verkoop van
onroerende goederen,14000-
28350.—
UlTG AVEN.
Volgu0. 33. Hoofdst. VI. Art. 1. Aanleg van
nieuwe werken te verhoogen mety 10OOO
Volgn0. 34. Hoofdst. VI. Art. 2. Buitengewone
herstellingen435Q
Volgn0. 30. Hoofdst. IV. Art. 4. Afiossin* van
Schuld14000,
28350.—
Aldus ontworpen door Bijkgraaf en Heemraden van
Haarlemmermeerpolderden %slen Junij 1864.
J. W. M. van de Pole, Bijkgraaf.
E. W. van Brederode, Secretaris.
Memovie ran Toelichting.
Uitgaven.
Volgn 33. Hoofdst. VI. Art. i. Aanleg van nieuwe werken.
Hot. begrinden van eenige vakkon Lengteweg, zoo als
zulks breedvoerig is omsclireven in het Beslek en Voor-
waarden, vastgesleld door Dijkgraaf en Heemraden den 24
Maart 1864-is op den 12 April daaraanvolgende aanbe-
steed voor eene som vanr 16840
Daarbij behoort nog gevoegd te worden bet begrinden
van een gedeelle weg bij het fort Scliipbolde kosten
van losse arbeiders, enz.stelle Or0o
19340.-
Up de Degrooting van 1864 is voor dit onderwerpon
der dit volgn0. toegestaan een bedrag van 13000.
Daarop is betaald aan de Erven van don
Heer Bronkhuijze vergoeding voor het vroc-
ger reeds aangelcgde gedeelle grindweg. t 3587.
Er is dus bescbikbaar9413.—
Op bet artikel bestaat dus een tckort van 9927 -
Volgn". 34. Hoofdst. VI. Art. 2. Buitengewone herstellingen.
De tweede en derde termijn van do betaling voor de herslelling van
de rolbrug te Lisse is tot heden nog niet gescbied. Indien het oprnaken
en slu.ten der rekening 1863 daarvan afbankelijk is. zijn wij van oordeel
dat dit moeijelijkheden zal geven in de administralie.
Wij stellen daarom voor om de betaling van deze tcrmijnen te doen
op de drnnst van 1864, en bet artikel Buitengewone herstellingen met
het bedrag dier termynen ad 4350.— te verhoogen, hoezeor wij had-
den gewenseht dat zulks zoude geschicd zijn uit de dienst van 1863
di'enst 1863 blfjkt33"overschriivinS van ceniS« r°sten
Volgn0. 30. Hoofdst. IV. Art. 4. Aftossing van schuld.
Bij de Begrooting van 1864 is gerekend op eene op-
brengst van onroerende goederen vant 17000 -
Volgens de Memorie van Toelichting van de Veen'-
gronden in 1862 en 1863 verkocht, moeten de koopers
betaJen" y 9206.584
Aan vecnslik is verkoclit voor een bedrag
van f 33731.vvaarvan in 1864 moel
betaald worden een vierde of8432.75
Aan dijkgronden en polderkaden is ver
kocht voor een bedrag van16652.84
te zamen n 31292.17^
Alzoo meer dan bij de Begrooting is geraamd f 14292.17£
r fsnnof1 vnn f 14000.af to lossen van de Leaning ad
1-OUUO. 4^ pet. wordt voldaan aan bet verlangen van Gedeputeerde
olatenuitgedrukt in hunne missieve dd, 26 Februarij 1857 n". 41
om den verkoop van eigendommen te doen strckkcn tot vermindering
van schuld.
Het voorncmen bestaat om met 1". Jamiarij 1865 die gelden af le los
sen bet tijdstip waarop de betaling der Coupons geschiedt.