Het beproeven van Landbouw-Werktuigen
mmMM
yu
225
275
179
51
27
36
119
71
48
78
16
44
75
20
43
1289
1510
1340
1000
1353
1133
1410
1303
1129
1365
770
703
649
572
332
245
14814
288
250
195
297
184
243
223
273
234
254
160
135
67
49
83
2935
Totaal.
2023
1865
1374
1701
1344
1689
1645
1473
1647
1102
879
828
714
401
371
19056
Polder wezen.
Het gebriiik van werktuigen zou dus hier eene verliesgevende
kultuur in eene winstgevendeook bij de lage prijzen van
thans veranderen.
Ten slotte wordt nog gezegd
De tentoonstelling van Avignon zou reeds belangrijk nut
hebben gesticht, wanneer het eenig gevolg daarvan ware om
aan den zifter van Bonnet meer bekendheid te geven. Het
werktuig is met eene gonden medaille bekroond geworden,
maar het verdiende eene meer bijzondere onderscheidingen
de jury heeft daarvoor alzooovereenkomstig artikel 17 van
het tninisterieel besluit omtrent de tentoonstelliugeneene
medaille cerste klasse aangevraagd.
Wij twijfelen geenzins of onze meekrapbouvvers zullen bet
bovenstaande met belangsteiling lezenen het zeer gewenscht
achten dat wij in Nederland dit werktuig, zoowel als de daar
gebruikte delfploegleeren kennen. Het is niet gezegd, dat
die werktuigen ook voor onze gronden en meekrapkultuur ter-
stond en in alle opzigten zullen voldoen, maar ligt kunnen
zij de aanleiding worden om ook hier voor dit werk ge-
schikle werktuigen te verkrijgen. Het ware dunkt ons bet
best, dat belanghebbenden een genoegzame som bijeenbragten
om deze werktuigen te ontbieden en te beproevenhetgeen
wel het best door tusscbenkomst van het Bestuur der IIol-
landsche Maatschappij van Landbouw zou kunnen geschieden.
Tot het ontvangen van bereidverklaringen tot deelname
daaraan, bieden wij gaarne onze voorloopige tusschenkomst aan.
BUITEN DE TENTOONSTELLINGEN.
In het nummer van 25 Mei deelden wij met een enkel
woord mede, dat men in Prtiissen reeds sedert eenige jaren
bezig was met het denkbeeld om eene betere en grondiger
wijze van beproeving der landbouwwerktuigen mogelijk te ma-
ken, dan dit gewoonlijk bij de tentoonstellingen bet geval is.
Bij de groote tentoonstellingen, in het jaar 1 865 te Stet
tin en te Keulen gehouden, hadden zich de gebreken van de
tegenwoordige wjjze van handelen op nieuw sterk vertoond
en zoowel de werktuigfabriekanten als het publiek toonden
weinig waarde aan de uitspraak der keurmeesters te heehten,
terwijl deze, en daaronder velen wier kunde en ervaring hoog
te schatten zijn, eveneens verklaarden op tentoonstellingen
geen werktuigen meer te willen keuren wijl zij zelven tnoes-
ten evkennendat het niet mogelijk was dit grondig en rigtig
te doen.
Door het Pruissiscbe Landes-Oeconomie-Collegium is daarom
aan al de laudbouwvereenigingen de vraag voorgelegd, of men
het oprigten van bijzondere inrigtingen tot het beproeven van
landbouwwerktuigen weDscbelijk achtteenop eene uitzon-
dering na werd die vraag door alien toestemmend beantwoord.
"Voor dit doel zijn twee vereischten noodig zaakkundige
personen die de beproevingen doen en een geschikt terrein
of gelegenheid om die in het werk te stellen. In den regel
zouden die zich dus het best met de bestaande landhouw-
akademien laten vereenigen. Het hoofddoel dezer proef-inrig-
tingen zou moeten zijn om nieuwe of verbeterde werktuigen
grondig en in vergelijking met de bestaande van diezelfde soort
te beproeven en daarvan den uitslag bekend te maken.
Men kan dan natuurlijk doen wat op tentoonstellingen on-
mogelijk isnamelijk het beproeven gedurende genoegzaam
langen tijd en onder verschillende omstandigheden ten einde
ware uitkomsten te verkrijgen. Het meest wenschelijke ware,
dat de fabriekanten van landbouw-werktuigen in bun eigen
belang het op prijs stelden om hunne gewone werktuigen of
nieuwe vindingen hier te doen beproeven ten einde op die
wijze een attest van praktische bruikbaarheid voor dezelven te
verkrijgen, waarop de landbouwers met goed vertrouwen kon-
den afgaau.
Mogt deze prikkel niet krachtig genoeg werken dan zou
men door het van tijd tot tijd uitloven van prijzen voor het
beste werktuig van de eene of andere soort, in den tijd des
jaars die voor de beproeving het meest geschikt is het toe-
zenden van werktuigen ter beoordeeling kunnen aanmoedigen.
Is echter de beproeving goed ingerigtdan moet voor de fa
briekanten het gunstig oordeel reeds waarde genoeg hebben
zonder dat dit door geldelijke belooningen of prijstoekennin-
gen behoort te worden versterkt. Het spreekt van zelf, dat
ook partiknlieren of landbouwvereenigingeu in de gelegenheid
moeten zijn, orn werktuigen te doen beproeven.
In den regel moeten natuurlijk de beproevingen plaats heb
ben alleen in het bijzijn der conimissie van beoordeeling; maar
dit neemt niet weg dat men van tijd tot tijdals men goed
met de werktuigen vertrouwd is publieke beproevingen kan
houden waardoor de landbouwers in den omtrek in de gele
genheid worden gesteld om zich met eigen oogen te overtui-
gen van de geschiktheid der werktuigen voor ieders bij
zondere omstandigheden.
Het zamenstellen der commissie van beoordeeling is natuur
lijk het gemakkelijkste der zaak niet; gelijk men nit de erva
ring der zamenstelling van de kollegieu van keurmeesters bij
de tentoonstellingen weet. Het is in elk geval een vereischte,
dat daarbij verschillende elementen vertegenwoordigd worden,
zoowel de praktische landbouwkennis als de technische kennis
van den werktuigmakerterwijl men het aantal leden noch
te groot, noch te klein zal moeten nemen, en dit zich ook
naar den rain of meer uitgebreiden werkkring van de proef-
inrigting zal moeten regelen.
Wat de lokaliteit van de proefinrigting betreft, zoo zal
daarvoor wel het meest in aanraerking komen, de landbouw-
scholen of akademien of wel de boerderij van een praktiscb
algemeen geacht landbouwer en die met de zaak is ingeno-
men. Verscheidenheid van grond, en verscheidenheid van
kultuur zijn daarbij zeer wenschelijk; terwijl er ruime lokali
teit behoort te zijn en zoo mogelijk een stoomwerktuig
om de beproevingen van werktuigeii binnens huis te kunnen
verrigten.
Het spreekt van zelf, dat voor het inrigten geld noodig
is; de beoordeelnars moeten behoorlijk schadeloos gesteld
worden voor hunne goede dienstende eigenaar der boerderij
voor het in gebruik afstaan van grond en gebouwen, en voorts
nog voor het welligt uitloven van prijzenof toekennen van
belooningen aan fabrikanten of nog voor de kosten van pu
blieke beproevingenhet vervoer der werktuigen enz. Het
aankoopen van werktuigen is in den regel minder raadzaam;
tenzij het mogt geschieden met het doel om die later werler
te verkoopen; doch dan zou het alleen mogen geschieden voor
werktuigenvan welker bruikbaarheid men reeds vooraf over-
tuigd is.
Het ware in de eerste plaats gewenscht, dat de gelden,
die tot heden door den staat of door landbouwmaatschappijen
op tentoonstellingen van werktuigen worden uitgeloofdvoort-
aan nan zulk eene inrigting werden verstrekt, waar zij onge-
twijfeld nuttiger zouden worden besteed. Ten anderen beboo-
ren de gelden gevonden te worden uit hetgeen men de
fabriekanten voor de beproeving hunner werktuigen laat be-
talen. Dit is de beste wijs waarop de inrigting zich in stand
kan houdenwijl het tevens de toetssteen is van hare nuttige
werking. De fabriekanten zulleji namelijk gaarne voor die be
proeving of het ontvangen van getuigschriften betalenwan
neer het blijkt, dat de landbouwers daarop bij aankoop of
keus van werktuigen afgaati, en wanneer dit het geval niet is,
zou daaruit blijken, dat of de inrigting, of de commissie van
beoordeeling niet aan de vereischten voldoet, waardoor zij het
vertrouwen van het publiek moet winnen.
Voor het publiek maken barer uitkomsten moet de inrig
ting het meest gelezen Iandbouwblad kiezen en zooveel moge
lijk afbeeldingen of teekeningen der beproefde werktuigen
geven. Van alle beproevingen moet uitvoerig proces-verbaal
worden opgemaakt en in een dagboek worden ingeschreven
dat door belanghebbenden moet kunnen worden geraadpleegd.
Zulk eene proefinrigting voor landbouwwerktuigen zal onge-
twijfeld op het verbreiden van goede werktuigen in den om
trek zeer gunstig kunnen werken en haar invloed zal veel
grooter kunnen zijn, dan die van de oppervlakkige beoordeeling,
welke thans bij het keuren van werktuigen op tentoonstellingen
plaats vindt.
Als gevolg van de bespreking van deze zaak in Pruissen
worden daar reeds twee dergelijke inrigtingen, te Berlijn en
te Koningsberg, voorbereid, terwijl er in Beijeren ook eene in
verbinding met de landbouwschool te Weijhen-Stephan is tot
stand gebragt.
De Amsterdamsche landbouw- en mest-compagnie hield den 29
Mei j.l. hare eerste algemeene vergadering te Amsterdam. De
president-commissarisDr. L. Muldersprak een enkel woord
van welkomst en deed uitkomen het nuttige van het door
koncessionarissen opgevat denkbeeld, dat welhaast goede wor-
tels schoot, terwijl hij aantoonde het hooge belang van de
pogingen der vennootschap voor den landbouw van Nederland.
Hij zeide, dat het naar zijne meening de pligt der steden was
aan den landbouw een deel der stoffen terug te gevendie
de landbouw- aan de steden leverde. Zoo kon het noodzakelijk
evenwigt bewaard blijven. Namens commissarissen werd daarop
door den voorzitter overgelegd de door hen goedgekeurde
balans over 1865 welke ter visie wordt gelegd. Bij monde
van den directeur Dr. Groenewegen werd daarop verslag uit-
gebragt aangaande den toestand der Maatschappij en hare ver-
rigtingen; terwijl de directeur Dr. Bruins Lich daarna mede-
deelde hoe het gesteld was met de opslagplaats der Maat
schappij en de leverantie van meststoffen. Overeenkomstig de
statuteu verkoos de vergadering drie aandeelhouders om de
balans over 1S66 na te zienterwijl als overgangsmaatregel
aan deze commissie ook werd opgedragen de balans over
1865 na te zien, en van hare bevinding mededeeling te
doen. Daarna zullen commissarissen het aan de aandeelhouders
uit te keeren dividend vaststellen en ter uitbetaling aankon-
digen. Bij monde van den hear Kinker werd ten slotte dank
gezegd aan commissarissen en directeuren voor hun trouw en
overleagend beheer, terwijl hij het onnoodig achtte hun de
bevordering van de belatigen der hoogst nuttige Maatschappij
nader aan te bevelen.
stellen; de Algemeene Vergadering en de Sectie-Vergaderingeu
zullen plaat3 hebben zooals vroeger bepaald is geworden.
BERIGTEN OMTRENT DE VEEZIEKTE.
In de Staals-Courant zijn medegedeeld opgaven omtrent den
veetyphus in de provincien Noord-HollandZuid-Holland en
Utrecht, over de week van 20 tot 26 Mei jl. en wel:
a. Noord-Holland. In die week zijn: aangetast 43,
aan de ziekte gestorven 6 afgemaakt 36hersteld 5 en
aan het einde der week nog ziek geenesedert het
begin der veeziekte zijn in het geheelaangetast 1716, aan
de ziekte gestorven 512, afgemaakt 435 en hersteld 669 run-
deren.
b. Zuid-Holland. In die week zijn -. aangetast 345aan
de ziekte gestorven 99, afgemaakt 10, hersteld 13 en aan
het einde der week nog ziek 123 runderen; sedert het begin
der veeziekte zijn in het geheel: aangetast 49,706 aan de
ziekte gestorven 19,983, afgemaakt 9703 en hersteld 19,481
stuks.
c. Utrecht. In die week zijn: aangetast 83, aan de
ziekte gestorven 51 afgemaakt geene en hersteld 20 runderen;
sedert het begin der veeziekte zijn in het geheelaangetast
5458 aan de ziekte gestorven 2665 afgemaakt 125 en
hersteld 3023 stuks.
IiECAPITTJLATIE.
In de week
van
1117 Pebruarij.
18—24
25 Eeb.3Maart.
410 Maart
11—17
18—24
2 5—31
17 April
8—14
15—21
22—28
28 April 5 Mei.
6—12 Mei
13-19
20—26
Totaal.
Aangetast in
Noord-Holl. Zuid-Holi. Utrecht,
Blijkens de opgaven betreffende den stand der veeziekte in
Engeland, zijn in de week, eindigende 26 Mei, aangetast
1207 runderen, tegen 1932 in de daaraan voorafgaande. Aan
eerstgenoemd cijfer ontbreken de opgaven van vier inspekteurs,
die in de voorgaande week 34 gevallen rapporteerden. Sedert
het uitbreken der veeziekte werden aangetast 244,455 runde
ren, waarvan 76,832 werden afgemaakt, 124,073 stierven
en 32,283 herstelden.
BOVENKEEKER-POLDEE,
onder de Gemeente Nieuwer-Amstel.
GEMIDDELDE WATERIIOOGTEN en HET GETAL UREN
DOOR DE MOLENS GEMALEN IN 1865.
Het Polderpeil is 5,00 El -4- A. P. Het Ringslootpeil is 1,65 -4- A. P.
en Amstels Boezempeil is 0,15 -4- A. P. Amsterdamsch Peil.
Ma AND EN.
Watekstanden
in Ellen -4- A. P.
PS
S
In Engeland heeft dezer dagen eene openbare bijeenkomst
plaats gehad tot bet bespreken van het wenschelijke om eene
Cenirale Kamer tan Landbouw op te rigten. Men bezit wel
eene Koninlclijke Engelsche Landbouic-Maatschappijmaar aan
deze is het door hare statuten verboden zich met zakendie
met de politiek in verband staan, bezig te houden.
Het doel der Kamer van Landbouw zou zijn om kennis te
nemen van alle voorgenotnen regeringsmaatregelen of wetsont-
werpen die met landbouwbelangen in verband staan om deze
na onderzoek zooveel doenlijk te bevorderen of wel te bestrijden.
Het denkbeeld vond algemeene goedkeuring en werd aan-
genomen dat een voorloopig bestuur zou worden benoemdom
een reglement te ontwerpen en het noodige voor de oprigting
voor te bereiden terwijl men tegen eene jaarlijksche bijdrage
van 12 als lid zou kunnen toetreden.
In de Vergadering der Hoofd-Afdeeling van de Geldersche
Maatschappij van Landbouw, den 29sten Mei gehouden, is
beslofen om de tentoonstelling tot het volgeDd jaar uit te
Januarij
February.
Maart
April
Mei
Junij.
Julij.
Angustus.
September
October
November
December
4. 94S
4.914
4.715
4.797
4. 939
5.033
4.862
4. 743
4.766
4.803
4.738
4.842
1.554
1.618
1.554
1.563
1.577
1.608
1.602
1.525
1.486
1. 545
1.644
1.596
0. 266
0.291
0.270
0.339
0.418
0.632
0.409
0.303
0.304
0.323
0.274
0.445
Tijd, door de Molens
gemalen, in Uren.
Ondermolens
P9
Bovenmolens
^*5
171
156
151
56
14
29
87
45
141
213
79
156
152
143
56
14
29
87
45
95
171
81
Gemiddeld
4.842
1.572
0.356
1142
1029
171
156
143
56
20
4
54
87
51
151
213
81
154
159
133
56
20
3
47
87
51
144
213
81
1187
1148
De oppervlakle, welke moet worden betnaien, is voor de Ondermolens
1387 bunders 77 roeden 69 ellenterwijl de Bovenmolens bovendien
nog eene oppervlakte moeten bcmalcn van 178 bunders 46 roeden en
95 ellen, alzoo te zamcn 1566 bunders 21 roeden 64 ellen, en dan nog
met het schutwater van twee sluizen zijn bezwaard.
De bemaling heeft plaats door twee gangen Vijzelmolenstwee hoog
opmalendc lot in de Ringslootmet vijzels van 2 ellen middellijn, 2 ellen
spoed in den draad en een omgang van 2,122 el tegen den boven-as.
De bemaling van de Ringsloot heeft plaats door twee Vijzelmolens, met
vijzels van 2,20 ellen middellijn2 ellen spoed in den draad en een
omgang van 2,414 ei tegen den boven-as.
Deze vijzels liggen alien onder een hoek van 30 graden. De molens
hebben alien eene vlugllengte van 28 ellen en de breedte der zeilen is
2| kleed Hollandsch doek 1,60 ellen.
Het jaar 1865 heeft zich gekenmerkt door sterk afwisselend weder: