A Paardenmarkt ff&§| TE HAARLEM. ABWlBfflHfffHtm. STOCKHOLMER TEER, - 115 - Te Koop: RAM-LAMMEREN van Lincolnshire ras. GRAANPRIJS. BESTE DUNNE te koop tegen Marktprijs. Badhoeve Haarlemmermeer. Openbare Verkooping het is bijgewerkt tot 1 Julij j. 1., en wij maken hiervan alzoo slechts melding, on daarop de aandacht van belanghebbenden te vestigenhopende tevens dat het een zaak van slechts tij- delijk belang meer betreffen zal. tI In een onlangs in Engeland verschenen werk van Joseph FischergetiteldThe .food, supplies of Western Europe komen de volgende opgaven voor. In 1864 zijn uit Rotter- dam 155,000 stuks rundvee naar Engeland overgevoerd, 78,000 kalveren, 93,000 varkens, 314,000 schapen en 4000 1am- meren. Over de eerste vijf maanden van 1865 geeft deze schrijver op: 86,650 stuks rundvee, 40,400 kalveren46,690 varkens, 150,490 schapen en 8700 lammeren. De schrijver voegt er aanmerkingen bij aangaande den britschen landbouw, en dringt zeer aan op de nadeelen welke in Engeland het gebrek aan klein verdeelden landeigendom onder de landbou- wers medebrengt. De uitvoer van vee uit Harlingen is in de vorige week, gelijk te verwachten was, buitengewoon groot geweest. Niet minder dan 890 koeijen, 342 kalveren, 425 varkens, 2966 schapen en 6 geiten, te zamen dus 4123 stuks, zijn aldaar uitgevoerd. ENGELSCHE WETENSCHAPPELIJKHEID. Bij het lezen van Engelsche opstellen en geschriften over landbouw, wordt men dikwerf getroffen door de waarheid van het gezegde: die het doet, weet het niet te zeggendie het zegt, weet het niet te doen". De Engelschen zijn de beste en meest praktische landbouwers, maar hunne landbouw-litte- ratuur is zeer arm en die weinige boeken zijn meest slecht geschreven praktisch zijn ze niet, en waar het redeneringen of theorien geldt, vervallen zij dikwerf tot letterlijken onzin. In Duitschland vindt men juist het tegendeelboeken bij de vleetgrondig wetenschappelijke, zoowel als goede prak tische maar hun landbouwleer is over het algemeen beter dan hun landbouwleven. In Engeland ontwaart men bovendien in vele geschriften sterk den invloed van de orthodoxe kerkleer en van het geloof aan het algemeen geldend gezag van den bijbelwaardoor men beweringen verneemt, die een Duitsch natuurkundige of zelfs een leerling van de burgerscholen aldaarde haren te berge zouden doen rijzen. Dikwerf treft men dan ook in de beste Engelsche landbouw- couranten, zooals b. v. de Marklane Express, opstellen aan, die zulk een gemis aan het meest eenvoudig wetenschappelijk onderwijs verraden dat het minste Duitsche landbouwblaadje zich schamen zou zulken onzin op te nemen. Om onze opinie te bevestigendeelen wij het een en an- der mede uit een opstel over vee-veredeling van een „eersten- prijs-veefokker", dat wij in een der laatste nummers van de Marklane Express aantroften. Er wordt veel gesproken over veredeling van het vee, maar minder over het verachteren of minder edel worden der vee- soorten. En toch moet het laatste aan het eerste zijn voor- afgegaandaar het veredelen slechts een terugbrengen tot den vorigen staat is, want het vee werd in den beginne volmaakt geschapen in al de voile beteekenis van dit woord in de zonnige beemden van het paradijs. Doch er kwam spoedig verandering toen het met onze eerste voorouders uit het Paradijs in de wijde wereld werd verstootenwaar dui- zend kwalen het vee zoowel als de menschen overvielen, De gewijde zoowel als de ongewijde geschiedenis zwijgt geheel van de Paradijsche veerassenzoowel als van de ver- anderingen, welke zij in het tijdperk voor den zondvloed ondergingen, maar men mag gerust aannemen, dat zij veel van hunne oorspronkelijke voortreffelijkheid verlorenomdat de „vloek" op al het vee en al de produkten des velds viel. Voorts mag men met gerustheid aannemen, dat Noach, die een landbouwer van beroep was, wel bij den zondvloed het beste soort van vee zal hebben uitgekozen en in de ark ge- bragtom daarmede later de vlakte van Shinar te bevolken; sommigen zelfs onderstellendat deze keus door de onfeil- bare haDd van de Voorzienigheid zelf geschiedde en dan kon er natuurlijk geen vergissing bij plaats gehad hebben. Doch sints had er weder achteruitgang plaats. Het oordeel ver- vloekt is de grond om 's menschen wilhad zulk een invloed op klimaat, voedsel en op 's menschen hart, dat het rund van zijn vroeger volkomen staat afdaalde tot een toestand van ellende, die wij niet zullen wagen te besckrijven; maar dit oordeel werd voor het welzijn van den mensch uitgespro- kenen het hield daarotn op te werken toen het vee tot zijn laagste standpunt was gedaald, en toen verkreeg de natuur de kracht om met behulp van den landbouwer, voor wien dit een Goddelijk bevel washet vee weder tot zijn oorspron- kelijken toestand terug te brengen, en dat maakt eigenlijk de veeveredeling uit. Op deze wetenschappelijke inleiding volgen beschouwingen over het kruisen tegenover het in zich zelven veredelen der rassenen worden ten slotte praktische opmerkingen over het te lang laten zuigen der kalveren als tegennatuurlijk mede- gedeeld. Het laat zich begrijpendat in Engeland tegenwoordig velen de noodzakelijkheid van goede landbouwscholen aantoonen. Wij hebben het reeds dikwerf over den loop der graanprij- zen gehaden het optimisme van het Londensche marktberigt heeft reeds bij velen alle vertrouwen verloren, maar naar voorspellingen wordt nog altijd gaarne geluisterd dewijl een mensch zoo gaarne wil weten wat hij niet weten kan. Wij deelen daarom hieronder een huismiddeltje mededat wij aan- troffen in het oudste landbouwboek dat wij bezittente weten in Be Vellbouw ofte Landwinninghe van Karel Stevens en Jan Liebaut, gedruckt te Amstelredamanno 1588 dus weldra drie honderd jaren oud. Het luidt aldus „De pachter sal oock weten oft het coren in het tegen- woordich iaar en op wat maent dat diere oft goeden coop sal zijn bij desen middeldat hij neme bij gevalle tvvaelf coren graenen op den eersten dach van Loumaent en de heert wel schoonmakende vyer daarop ontsteke voorts dat hij een ionck kint 't sij knechtken oft meijsken roepe van zijn ghe- bueren oft van sijnen huyse en hem bevele een van dese granen op den suyveren en heeten heert te legghen wel gae slaende oft 't graen opspringt oft stille blijf leggendewant ist dat wat opspringt soo salt coren wat beter coop worden maar springt seer, soo salt seer afslaen. Ist dat na den vyere springt oft meer of min so sal na advenant het coren min of meer dier zijnMaer ist dat op de plaetse blijft stille liggende, soo salt coren voor den eerste Maent op zijnen prijs blijven. Desghelijcx sal hij doen metten tweeden graen voor de maent van Sprockelleende alsoo vervolgens met d'ander graenen voor de naevolgende maenden. Richard Garretteen der voornaamste Engelsche fabriekan- ten van landbouwwerktuigenis den 26slen Junij j. 1. over- leden. Reeds op zeer jeugdigen leeftijd verkreeg hij het be- heer der fabriek, die reeds in de handen van zijn vader en grootvader was geweesten waarin hij zijn fortuin maakte. Tien jaren geleden gaf ook hij weder het beheer daarvan aan zijne zoons over. Vooral zijn zaaiwerktuigen en paarden- hakken zijn wereldbekend. Hij nam bovendien levendig aandeel in hetgeen de bloei van den landbouw en de wel- vaart van de streek, die hij bewoondekon bevorderen. Hij was een ijverig lid der Koninkl. Landbouwmaatschappij en van de Smithfield-Club en was mede-ontwerper van het groote landbouw-tentoonstellingsgebouw te Islington. Zeer veel bragt hij ook bij tot de oprigting van het fonds voor onderstand aan behoeftige oude landbouwersen een groot bedrag van inschrijvingen werd door zijnen persoonlijken in vloed verkregen. In de laatste jaren van zijn leven maakte hij zich nog in- zonderlijk verdienstelijk in het helpen oprigten eener burger- school in de plaats zijner inwoningwaarvoor hij zelf zes duizend gulden gaf. Gelukkig in al zijne ondernemingen was hij tevens om zijn uitnemend karakter algemeen geeerd en geacht. Zijn werkzaam leven had echter ook reeds vrij vroeg zijne krachten aangetasttoch bleef hij tot zijn einde een levendig aandeel stellen in al hetgeen door hem in zijn leven was tot stand gebragt of bevorderd. Hij overleed in 59jarigen ouderdom. De verzending van aardappelen uit het Westland naar bin- nenslands is schier onbeduidend geweest tegenover het vervoer naar Engelandtengevolge waarvan ontzaggelijke partijen bin- nen korten tijd zijn opgeruimd en hierdoor het rooijen bijna is geeindigd. Naar men verzekert, zijn o. a. door een tuin- der niet minder dan 64,000 halve mudden aardappelen afgeleverd. In het laatste nummer van het Journal J Agriculture pra tique van J. A. Barral (20 Junij 1866), komt eene uitvoerige beschrijving met afbeeldingen voor, van de bereiding van Edammer kaas, van den heer Le Sinechaldie deze berei- dingswijze op de Keizerlijke koeboerderij te Saint-Angeau (Cantal) sints verscheidene jaren met goed gevolg in praktijk heeft gebragten aan de Eransche landbouwers aanbeveelt als voordeeliger dan het maken van hunne groote kazen. De Koninklijke Engelsche Landbouw-Maatschappij heeft het niet houden zijner jaarlijksche vee-tentoonstellingom reden van de veeziektemet het verlies van 800 leden moeten be- koopen. De Slaats-Couranl bevat het volgende Ontwerp-Besluitde dato 16 Julij 1866, n°. 68. Wij Willem HI, enz. Overwegende dat, naar het oordeel van deskundigen, gebrek aan zuiver drinkwater een grooten invloed heeft op het men- schelijk organismus en op het ontstaan van velevooral epi- demische ziekten dat het dus wenschelijk is een onderzoek in te stellen naar het drinkwater in die gemeenten, welke door de thans heer- schende epidemie meer dan andere zijn geteisterden naar middelen ter voorziening in de behoefte aan zuiver drinkwa ter waar deze bestaat op de voordragt van den raad van ministers van den 14 Julij 1866 hebben goedgevonden en verstaan 1°. eene commissie te benoemen, belast met het uitbren- gen binnen een door onsde commissie gehoord te bepa- len tijdsverloop, van een rapport over de volgende vragen a. welke is de soort en hoedanigheid van het drinkwater dat door de bevolking der gemeenten die in deze en in vo rige cholera-epidemien boven andere zijn geteisterd gedron- ken wordt Mag men ook door vergelijking met de hoeda nigheid van het drinkwater in gemeenten die van cholera bevrijd zijn geblevenaannemendat er verband bestaat tusschen den aard van het drinkwater en de uitgebreidheid der epidemie b, zoo er van de bovengenoemdc gemeenten zijnwaar voorziening in de behoefte aan zuiver drinkwater noodig blijkt, op welke wijze kan dit dan het beste geschieden, hetzij de zorg daarvoor aan partikuliere nijverheid worde overgelaten of de noodige maatregelen van overheidswege worden genomen? 2°. tot leden dier commissie te benoemenJ. A. Beijerinck inspecteur van den waterstaat, te's Gravenhage; J. F. Boogaard, referendaris bij het departement van binnenlandsche zaken, te 's GravenhageDr. II. van Capellereferendaris bij het departement van binnenlandsche zaken, te 's Gravenhage; Dr. L. J. Egelinginspecteur voor het geneeskundig staatstoezigt voor Zuid-Hollandte 's GravenhageDr. A. W. M. van Hasselt, eersten officier van gezondheid le kl.leeraar aan 'sRijks kweekschool voor militaire geneeskundigen, te Utrecht; J. G. Jagerlid van het bestuur der duinwatermaatschappij, te Amsterdam; Dr. L. C. levoirleeraar aan de polytechni- sche school, te Delft; en Dr. W. C. 3. Staring, inspeeteur van het middelbaar onderwijs, te Laren bij Zutphen. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Haarlem bren gen ter kennis van het algemeen, dat: Ten einde de van oudsher alhier bestaan hebbende PAAR DENMARKT, die gehouden werd op Harljesdag, in de maand Augustuszoodanig te wijzigen, dat die Markt ook door buitenlandsche kooplxeden kan bezocht worden; De RAAD der Gemeente BAARLEMop voorstel van de Kamer van Koophandel en Eabriekenen advies van de Af- deeling Haarlem en omstreken der Hollandsche Maatschappij van Landbouw, in zijne Vergadering van den 27sten Junij 1866 heeft besloten: De voornoemde PAARDENMARKT te houden tusschen de Voorschoier- en Beemster Paardenmarktenen alzoo dit jaar op 30 Julij 1866, aanvangende des morgen3 ten 6 ure. Voorts wordt ter kennis van belanghebbenden gebragt, dat, ter bevordering van den aanvoer van Paarden op die Markt, door de Gemeente Haarlem en de Afdeeling Haarlem en om streken der Hollandsche Maatschappij van LandbouwPREMIeN worden uitgeloofd, zooals bij afzonderlijke Aanplakbilletten is vermeld. Haarlem, 12 Julij 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd, E. A. JORDENS. De Secretaris, J. TIELENIUS KRUIJTHOFE. CORNs. DYSEKINCK ZOON, te Haarlem. ftpvpiflffd DRIE PAARDEN-KNECHTS EEN HERDEKi EEN STIERKALF, echl zicart Lakcnveld. TE HAARLEMMERMEER, bij het Schoolgebouwhoek Aalsmeerder- en Bennebroeker- weg, tegen gereede Betalingop den 26sten Julij 1866, 's namiddags ten den ure, van de AFBRAAK eener LOODS 2000 Stuks Blaauwe Verglaasde en 1000 Stuks Roode DAK- PANNEN, 8000 Bardgraauwe METSELSTEENEN 2500 Stuks Vlakke KLINKERSKALK, TRASSPAR- REN enz. LiOnden, 16 Julij. Graanmarkt. Het weder was de verloopcn week zeer gunslig voor het gewas; na het slormachlige der vorige week volgde bijna tropische hitle, die, na den gevallen regen, den groei buiten- gemeen bevorderde. Voor den hooibouw was de zonneschijn bovendien hoogst weldadig; want hier en daar was men reeds in vrees, terwijt thans het goed binnenkomen van bet meercndeel wel verzekerd is en een ruim etsgroen le wachten staat. Hoewel de larwe hier en daar door het ruwe weder werd nedergesla- gen,, staat zij over het algemeen goeddoch is het drooge en het warme weder voor het rijpen zeer welkom. Uit Algiers ontvingen wij reeds boonen en erivten van het nieuwe gewasde eerstelingen van dit jaar. Hoewel de berigten van het oorlogsveld niet zeer gunstig zijn en het einde zich nog weinig voorzien laat j terwijl er bij den naderenden oogst honderd duizenden handen zullen gemist worden, zoo had het fraaije zomerweder zulk een invloed op de stemming van koopers en verkoopersdat de tarwe in den loop der laatste week 60 cents per mud in prijs achteruit giog. Of zulk een helangrijke daling niet door reaktie zal worden gevolgd, staat te bezien; want de oorlog duurt voort en de voorraad is, volgens de slatistieke opgaven, belangrijk minder dan voorleden jaar terzelfder tijd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Weekblad van Haarlemmermeer | 1866 | | pagina 3