Mededeelingen. Vragenbus. „Maar dan zou er per jaar 13 millioen gulden noodigzijn voor de zending op Java! - Hoe staan wij, christenen, daar tegenover? Zouden wij de groote eischen, ons daar gesteld, durven aanvaarden? God zou den tijd van den grooten oogst voor Java wel eens kunnen vertragen, omdat wij niet willig of in staat zouden zijn er aan te voldoen. „De zending moetniet alleen onze belangstelling wekken, maar het moet een blijdschap en een eer voor alle chris tenen zijn daarvoor een offer te brengen. Voor nienschen die voor hun eigen-ik leven, is er gevaar in gelegen om belangstelling te krijgen in de zending, want dan gaan zij beseffen, dat het niet voldoende is om een zendingssamen komst te bezoeken, en dat het zelfs niet voldoende is 0111 geld te geven, maar dat ook onze kinderen, ja onze eigen persoon voor de zending gevraagd wordt. ,,'t Is treurig, dat in ons land zoo weinigen roeping gevoelen om iets voor de zending te zijn! t Moet een eere zijn om uit te gaan. Men behoeft waarlijk niet be vreesd te zijn, dat te veel christenen ons vaderland zullen verlaten. God zal wel zorgen, dat er genoeg overblijven om hier voor de zending te arbeiden.' God schenke ons allen de ware liefde voor de uitbrei ding van zijn Koninkrijk! v. L. Mededeelingen, vragen, berichten enz moeten, om in het eerstvolgend nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden toegezonden des Dinsdags, vóór 1 uur namiddags. Tekst der liederen, door het Zangkoor te zingen op Zondag 23 Juni 1912. IN DRUK. Heer, ik kom tot U gevloden, Als de rnensch mij krenkt en plaagt; Bij U schuil ik in mijn. nooden, Mijne ziel is moe ten doode, Van zooveel keetnen die zij draagt, (bis) Tot Uw huis vol zaalgen vrede, Komt Uw kind, Heer! U gewijd. U verheerlijke elke schrede Tot het voor Uw aanschijn trede, Waar Gij met Uw Englen zijt. (bis) (MENDELSOHN.) GEZANG 194 vs. 5. U zal ik eeuwig eeren, Die eeuwge goedheid zijt U blijv', o Heer der Heeren! Geheel mijn hart gewijd. Wat kan ik niet ontberen, Wanneer Uw hand mij leidt; Wat vuriger begeeren Dan Uwe heerlijkheid? De e.v. Doopsbediening is Zondag 7 Juli. Bij de aan gifte voor den Doop is het medebrengen van het Trouw boekje verplichtend gesteld. EVANGELISATIE-ARBEID. Zaterdag 22 Juni des avonds 8' 4 uur in „Ons Huis" Onderlinge Volkssamenkomst. Spreker de heer J. M. STRAUB uit Zeeland. Zondagmiddag 23 Juni om 3 uur Strandsamenkomst voor het Hotel d'Orange. Sprekers de heer J. M. STRAUB uit Zeeland en anderen. Zondag 23 juni des avonds 8 uur in „Ons Huis" Volkssamenkomst, de heer J. M. STRAUB. Woensdag 26 Juni des avonds 8V4 uur Bidstond Kost- verlorenstraatweg 28. leder is welkom. Het Christelijk Nationaal Zendingsfeest zal Woensdag 3 Juli voor den 49sten keer gevierd worden, ditmaal op liet prachtige landgoed De Vogelenzang, nauwelijks 10 minu ten van het station der Holl. Spoor. Weinigen zullen dit schoone terrein kennen. Voor 45 jaar in 1867 werd hier voor het laatst feest gevierd. Het was het jaar der Evangelische Alliantie in Amsterdam, waarvan het Zendingsfeest het slotaccoord vormde. De vele vreemdelingen ui-t alle oorden der wereld daar ge- noodigd bewaard de schoonste herinneringen aan dien onvergetelijken dag. Thans zijn de zendingsvrienden weêr genoodigd. Een woord tot opwekking om aan die uitnoodiging gevolg te geven is onnoodig. Alles lokt daartoe uitde korte afstand per spoor; het zeldzaam natuurschoon, dat men hier kan genieten onder eeuwenoud geboomte, dat bij alle spreekplaatsen de zoo dikwijls geprezen „tempels van ongekorven hout" vormt; gevierde sprekers, die te samen een Nederlandsche Evangelische Alliantie uitmaken een zangkoor, dat door de liederen, welke het in de pauze ten gehoore brengt, ons Zendingsfeest tevens tot een Zangersfeest maakt! Kortom, alles lokt uit tot een bezoek. Behaagt het den fleer onzen God ons feest met een schoonen dag te bekronen, dan wacht ons niets dan genot en bovenal vreugde in de gemeenschap des geloofs. Moge deze dag velen ten zegen zijn en het werk derzending ten goede komen. Als sprekers hopen op te treden de H.H. Prof. Dr. John. VV. Pont, te Amsterdam, Openingsrede. Dr. C. VV. Th. Baron van Boetzelaer van Dubbeldam, Zendingsconsul te Weltevreden, Batavia. E. B. Couvee, Em. Pred. te Utrecht. J. Douina, Em. Pred. te Utrecht. J. Th. Eggink, Pred. te Velsen. J. Fortgens, Zend. der Utr. Z. Vereeniging. J. Willem Gunning, J.Hzn., te Amsterdam. I. D. 1. idenburg, Pred. te Amsterdam. C. L. Laan, Oud director der Stads-Evangelisatie te Brussel. Jh. Dr. M. F. van Lennep, Em. Pred. te Haarlem. Th Müller, Dir. van het Sein. Suriname, te Zeist. C. J. van Paassen, Pred. te Haarlem. J. C. 11. Scholten, pred. te Rotterdam. K. G. F. Steller, Zend. leeraar op Sangir. J. W. van Stuijvenberg, Pred. te Westzaan. G Wisse, Pred. te Kampen. Prof. Dr. H. M. van Nes, te Leiden, Slotrede. (Niet onderteekende vragen worden niet beantwoord.) Vraag. Behoort de interpunctie der H Schrift al of niet tot den geïnspireerden tekst? Laat de grondtekst toe in Luk. 23 43 de komma zóó te plaatsen, dat deze tekst luidt: „Voorwaar ik zeg u heden, gij zult met mij in het Paradijs zijn?" Antwoord. Wij bezitten geen geïnspireerden tekst, in dien zin, dat de inspiratie gaat over de woorden, laat staan dan over de leesteekens. Gods Geest heeft de Bijbel-schrijvers bezield, maar hun geschriften natuurlijk niet letterlijk zoo gedicteerd. Wat Luk. 23 43 aangaat, er is geen kwestie van of het woordje „heden" behoort bij: met mij zijn in het paradijs. De moordenaar vraagt Jezus 0111 een gedachte van ontferming in de toekomst, maar Hij, die niet geven kan. zonder 't overvloediglijk te doen, zegt hem zoo maar meteen een Paradijs toe, een heel Paradijs. Niet straks, maar heden. Vraag. Kan iemand, die zich op een oneerlijke wijze verrijkt heeft, vergeving van zonden ontvangen? En moet hij dan al 't gestolene teruggeven? Antwoord. Het Evangelie is de boodschap der schuldver giffenis. Die boodschap Gods geldt iedereen, ook den dief. Maar de weg, om die schuldvergiffenis deelachtig te worden, heet: berouw. „Indien wij onze zonden belijden, God is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve." (1 Johannes 1 9). Evengoed als de boetvaardige moordenaar, wordt de boetvaardige dief begenadigd door God. Nu zijn er allerlei dieven, o a. duiten-dieven. Daaronder zijn ook begrepen die nienschen, die, zonder dat de straf-rechter vat op hen heeft, tot het gilde der afzetters behooren. Ook de exemplaren van dit soort zijn zeer verschillend. Maar ongetwijfeld behooren er ook toe al degenen, die te hooge rekeningen schrijven, of die woeker winst maken van door hen uitgeleend geld, evenals zij, die misbruik maken van den nood waarin hun arme broeder verkeert, door hem te stellen voor de keuze: te wachten op zijn geld, óf 't meteen te krijgen, maar dan na aftrek van een zeker bedrag. Natuurlijk is dit diefstal en zal de dief de oprechtheid van zijn berouw moeten toonen door het onrechtvaardig verkregen geld terug te geven. Zoolang hij dit nalaat, is en blijft hij een dief. Misschien een „godzalige" dief. Des te erger. Want dan blijkt ook die godzaligheid gediefd. Een „vrome" dief is dus een dief in het kwadraat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1912 | | pagina 4