2e Blad van „De Zondagsbo
de" van Zondag 28 Juli 1912
Uit de Gemeente.
Vragenbus.
lk huiver wanneer 'k bedenk, hoe weinig er noodig zou
zijn om mij te doen haten degenen, die ik nu liefheb.
Wat is mijn liefde dan voor een liefde? Vinet.
Als wij zelf niet zooveel gebreken hadden, zouden wij
er ook niet zoo'n groot behagen in scheppen ze op te
zoeken bij de anderen. Rochefoucauld.
Als gij het ware licht,
Gelijk het is, wilt zien,
Zoo wandel in het licht,
Opdat het moog geschiên. Silesius.
Hoe meer iemand leeft, persoonlijk leeft, zich zelf leeft,
des te meer leeft hij voor de gemeenschap. Müller.
De eenig goede contributie voor een goede zaak, is de
contributie van uzelven. N. N.
Uit de Oude Doos van het Kerkelijk Zandvoort.
Copie eener aanschrijvingsbrief van den Agent van Nationaalé Op
voeding en Oeconomie der Bataafsche Republiek.
Ten behoeve van het Hervormd Kerkgenootschap.
Word van wegens de Municipaliteit op bovengenoemde
Last van Ulieden gerequireerd de naarvolgende opgaaven
om te beantwoorden binnen 6 weeken naa den ontfangst
dezes.
Voor 1 of gijlU in staat bevind, en teffens bereid
willig om Uwe behoeftige leden zelve te ondeihouden, met
injunctie en onder speciaal verband van aan het Algemeen
Armbestuur te bewijzen, dat uwe fondsen tot dat onder
houd toereikende zijn.
ten 2: dan wel of gijl: bij gebrek aan genoegzaame
middelen niet in staat zijt; of om andere oorzaaken niet
verkiezen Uwe behoeftige leden te onderhouden, en mits
dien U verplicht ziet om uwe Armen als Kinderen van
den Staat over te geven, en zulks met afstand van alle
fondsen, door giften, Erfmaking, inzameling, aankoop of
onder welken Titul ook verkreegen, met authorisatie op
voorn. Gemeente Bestuuren, om de Respective Genoot
schappen speciaal te injungeeren op deeze aanvraage binnen
den tijd van zes weeken, te rekenen van den dag, tot dat
desweegens aan dezelve te doene aanschrijving ter uwer
kennis zal zijn gekoomen, peremtoir te berigten.
ten 3: Ulinjungeerende in UI. respective Functien op
den ouden voet te blijven voortgaan totdat, ingevolge het
34 Articul der Publicatie van 15 Julij 1.1. door het ver
tegenwoordigend Ifghaam zal zijn gedisponeerd.
gegeeven ten Rechthuijze van Zandvoort den 5 Octob.
1800, het 6de Jaar der Bataafsche Vrijheid,
Ter ordvan de Municipaliteit,
was getd. Hendr. Horstmans
Secretaris.
Waarop, naa de Mansledematen te hebben opgeroepen
op den 9 Nov. 1800, met goedkeuring van alle tegens-
woordig zijnden het naarvolgende ter beantwoording dooi
de leden des Kerkeraads, volgens begeerte der Gemeente,
ondertekend is overgeleverd
Aan de leden der Municipaliteit van Zandvoort.
Geeven de ondergetekende Leden des tegenwoordigen
Kerkeraads van het Hervormd Kerkgenootschap, uit last
en van wegens alle bijzondere leden van hetzelve Genoot
schap te kennen,
Articul 1wat de eerste vraage aanbelangd, of wij in
staat, en tegelijk bereidwillig zijn, om onze behoeftige
Leden zelve te onderhouden, hierop antwoorden wij allen
fa, wij zijn in staat en tevens bereidwillig, om onze be
hoeftige leden op dezelfde wijze, als wij tot heden qedaan
hebben, te onderhouden.
Articul 11door de bovenstaande verklaaring is dus ook
het tweede Articul beantwoord.
Articul 111wat nu de vraag van het derde Articul aan
gaat, Diakenen of Bestuurderen van onze Diaconie
Armenkas of Fonds, verkiaaren bereidwillig te zijn om
hunne anderzints moeijelijke Post, door de gemeente zelve
hen opgedraagen en toevertrouwt, met die behoorlijke
activiteit en Liefde (wijl het een Liefde Post is) als hun
dezelve is aanbevoolen, door hun aanvaard en waar
genomen, te zullen blijven waarnemen, verklaarende zij
echter genegen te zijn, en zig te onderwerpen, om (des
gerequireerd zijnde) daar, waar het behoorlijk gevordert
word, nader te zullen aantoonen dat zij in staat zijn om
bovengemelde behoeftige Leden op de gewoone wijze wel te
kannen onderhouden.
Hiermede meenen zij tot dusverre aan de meening dier
vraagen, en ulieder verzoek voldaan te hebben,
en ondertekenen zig
naar toewensching van alle Heil,
uit naam en last der gemeente,
Zandvoort den J. VOGEL, Predikant.
16 November 1800. Engel KOOPER n
WiLm. v. dr.WERFF) Ouderlingen.
VOLKERT KONING Djakenen
Roocus SWEMMER) ulaKenen-
(Niet onderteekende vragen worden niet beantwoord.)
Vraag. De uitdrukking: „hij weet wel waar Abraham den most
aard haalt", ziet dat op den aartsvader Abraham en hoe is dat te
verklaren
Antwoord. Wanneer dit gezegde werkelijk op den aartsvader
ziet, wat niet zeker is, dan is dat gezegde en in den vorm en in de
toepassing een verwrongen gezegde. In de eerste plaats is dan
mostaard gemaakt uit mutsaardevenals in het woorddat riekt
naar den mostaard. Zulk een verandering ligt wel in de gewoonte
des volks. Als het volk een woord niet goed verstaat, dan gebruikt
het daarvoor een ander, van eenigszins gelijken klank, dat het beter
begrijpt. Doelt nu het aangehaalde gezegde op Isaak, die wel weet
waar Abraham den mustaard of brandstapel van daan heeft, maar
niet weet, hoe hij aan een offerdier zal komen (Genesis XXII 7),
dan zou er deze zin in behooren te liggenhij weet wet iets van de
zaak, maar juist het voornaamste weet hij niet Maar door eene zekere
grilligheid van het spraakgebruik is het gezegde van die beteekenis
afgeweken, en men bezigt de uitdrukking: hij weet wel waar Abra
ham den mostaard (mutsaard) haalt, om aan te duiden, dat iemand
met iets maar al te bekend is
Vraag. Waar zijn in ons land Christelijke Normaalscholen?
Antwoord. Men vindt ze te Nijmegen, Zetten, Doetichem,
's Gravenhage. Amsterdam, Arnhem en Franeker, terwijl de Christ.
Geref Kerk haar Vereeniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs
heeft te Kampen-
Vraag. Kunt ge mij ook zeggen van wie het gedicht is: Houd
de Hoop in het hartWaar de hoop is, is God?
Antwoord, ik denk dat U het gedichtje meent van 3 verzen
van J J. L. ten Kate, te vinden o.a. in het boekje „Op 's Levens
Tweesprong", uitgegeven door D. B. Centen te Amsterdam.
Vraag, lk zag verleden een afbeelding van een schilderij eener
„Heilige Brigitta", weet U waarom zij heilig verklaard werd?
Antwoord. Ge z uit een afbeelding gezien hebben van de H.
Brigitta van Zweden. Zij was verwant aan het Koninklijke Huis van
Zweden, getrouwd met Nef Gudmarsson en de moeder van acht
kinderen. Na den dood van haar man stichtte zij het klooster van
Wastein voor zestig nonnen en vier en twintig monniken, onderden
Regel van den H. Augustinus.
De nonnen zijn altijd „Brigitten" genoemd. Naderhand trok zij
naar Rome, waar zij den Paus overhaalde hervormingen in te voeren
en haar beroemde werk „Hemelsche Openbaringen" dicteerde Na
een pelgrimstocht naar het Heilige Land, stiei f zij te Rome in 1373,
werd in 1391 heilig verklaard en werd van dien tijd af als déne van
de Beschermheiligen van Zweden beschouwd.
Gewoonlijk is zij afgebeeld in de kleeding van een non, ze draagt
den staf van eene abdis en soms den pelgrimsstaf en knapzak.