VOOR ZANDVOORT EN AERDENHOUT No. 18 ZONDAG 1 SEPTEMBER 1912 1»te Jaargang. Traag om te spreken. VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG REDACTIE' Abonnementsprijs G. POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort. Ad verten tiën 1-5 regelsƒ055 Per laargang 1.50 Jhr. Dr. H F. van LENNEP - Aerdenhout ^lke regel meer 0.10 jaaigangj .m j Dienstaanbiedingen 1—5 regels „0.35 3 Maanden0.50 Adres voor de Administratie Ejke rege| meer 006 Afzonderlijke nummers0 05 P SAAF, Burgemeester Engelbertsstr. 9-13 Bij abonnement'extra korting Zandvoort - Telefoon No. 27 DE ZONDAGSBODE Zondag 1 Sept. 1912, Ned.-Herv. Gemeente v.m. 10 ure Ds. G. POSTHUMUS MEYJES. Doopsbediening. v.m. 1 I '/a Chr Deutsch-Evangelischer Gottesdienst (i. d. Prot. Kirche) Superintendent MOLLMANN aus Pinne in Posen. Zoo dan, mijn geliefde broeders een iegelijk mensch zij traag om te spreken. Jakobus 1 vs. 19. 1 Spreken is zilver en zwijgen is goud Maar niet altijd. Soms is zwijgen zilver en spreken goud. Alles heeft zijn bestemden tijd. Er is een tijd om zijn mond open te doen en om zijn mond te houden. En aan ons de beslissing wanneer het de tijd is voor 't eene of voor het andere. Wees traag om te spreken, zegt Jakobus. Natuurlijk hecht de Apostel met dit woord volstrekt niet het zegel zijner goedkeuring aan de gewoonte van sommige menschen om zóó langzaam te spreken, dat het is alsof zij ieder oogenblik zuilen blijven steken. Er zijn er die dat doen uit een zeker besef van gewichtig heid. Die, na een paar woorden gesproken te hebben, telkens een pauze van eenige seconden houden, waarin ze u dan veelbeteekenend aanzien om u te laten voelen hoe uiterst belangrijk hun mededeelingen zijn. En dan moet gij haast hebben, terwijl er aan die veelheid van woorden en dien omhaal van tusschenzinnen geen einde komtDan popelt gij van ongeduld. En ge zoudt willen zeggen „vooruit dan wat gij mij te zeggen hebt, zegt het haastelijk Er zijn er ook die zoo langzaam spreken, alleen uit luiheid. Loopen zij, zij doen 't voetje voor voetje werken zij, 't is in de overtuiging „kom ik er vandaag niet, dan kom ik er maar morgen." En spreken zij, 't is op een toon, zóó zeurig, al was 't hun bedoeling u hoe eer hoe liever in slaap te krijgen. Onuitstaanbaar is 't voor den vurige van geest om met zulke uitgedoofde broeders veel te moeten omgaan. En 't is gevaarlijk ook, want men boet er zoo licht zelf zijn geestdrift en bezieling bij in. En ik geloof dat 't verlies daarvan een der grootste verliezen is die een mensch lijden kan. Wees traag om te spreken Maar, niét traag om te spreken met God Dat zijn we waarlijk al genoeg. O, wat kunnen wij loom en lusteloos zijn, te loom en te lusteloos zelfs om om het hart op te heffen tot den Vader die in de hemelen is. Hoe weinig behoefte is er vaak om gemeenschap te oefenen met God. We doen wel gebeden, maar wij bidden zoo zelden, 't Gaat zoo machinaal, zoo vormelijk, zoo koud. Onze gebeden bereiken maar zelden het hart Gods, omdat ze maar zelden uit ons hart komen. En zoon gebed is onvruchtbaar. Waarom zijn wij dikwijls zoo somber en zoo droevig Omdat de communicatie tusschen God en tusschen onze ziel herhaaldelijk gestremd is. Want die bidt, echt bidt, kan wel bedroefd zijn, maar niet bedroefd blijven. Gods vriendlijk aangezicht spreidt vroolijkheid en licht. Neen, wees niet traag in het bidden Want daarmee be rokkent gij u-zelf onnoemelijk veel schade. Misschien blijkt dat niet aanstonds, maar de gevolgen blijven niet uit uw geestelijk leven kwijnt en sterft. Men vroeg eens aan den bekenden pianist Rubinstein of hij nog dagelijks studeerde op zijn instrument. En hij antwoordde: „als ik het één dag nalaat, bemerk ik-zelf het reedslaat ik het twee dagen na, dan bemerken mijn vrienden 't ook; en als ik eens drie dagen oversloeg, dan, zou ook het publiek dat gewaar wor den". Z66 gaat het ook met 't bidden. Wij kunnen er niet buiten. De Psalmist getuigt: „toen ik zweeg werden mijne beenderen verouderd mijn sap werd veranderd in zomer- droogte". En ieder die eerlijk met zichzelf omgaat, zal moeten erkennen dat een dag zonder gebed wel een dag vol succes kan zijn, maar een dag zonder zegen is. Niet traag zijn in het spreken met GodMen verhaalt dat bekeerde boschjesmannen zich ieder een plekje in 't bosch uitkiezen, waar zè ongestoord kunnen bidden en dat ze zich daar een voetpad naar toe maken, om er te komen. Als nu een hunner 't gebed nalaat, en dus den weg naar zijn boschje weinig betreedt, merken de anderen dat al heel spoedig en dan waarschuwen ze hem, zeggende „er groeit gras op uw voetpad". En dan begrijpt hij het wel. Laat ons ook zoo op elkander acht geven en elkaar op wekken tot bidden. Maar laten wij bovenal zélf toezien om niet te vertragen in het gebed. Wees traag om te spreken Maar niet als 't er op aan komt om schuld te belijdenongelijk te, bekennen en weer goed te maken wat gij misdreven hebt. Ook hier is uitstel zoo gevaarlijk. Die er mee wacht, hem valt het hoe langer hoe moeilijker dat te doen. En bovendien: straks kan het er immers te laat voor zijn Misschien is hij, tegenover wien gij iets te herstellen hebt, vandaag nog bereid u de hand der vergeving te rei ken. Morgen is de wonde die gij hem toebracht, misschien reeds ongeneeslijk geworden en de klove tusschen u en hem niet meer te dempen. Morgen is hij misschien dood en dan kwelt u de wroeging dat alle herstel nu voor goed onmogelijk is. Morgen zijt gij zelf misschien reeds een lijk. Treuzel dan niet Als gij schuld hebt, doe die dan zoo gauw mogelijk af. Ga haastiglijk heen en maak het weer goed. Slot volgt).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1912 | | pagina 1