Vragenbus. Allerlei. 5. een moedig getuigenis. Geen mensehen vrees! geen schaamte. Is 't soms schande organen te zijn van de macht Gods, waardoor Hij de wereld gered heeft? Dit is schande: anderen stil verloren te laten gaan; èn dit: met Kaïn, den broedermoordenaar, te zeggen„ben ik mijns broeders hoeder?" 60. Een levend getuigenis. Wee ons, als wij dierbare woorden gebruiken, maar met ons leven ons-zelf, liever: den Heer in den weg staan. Als wij onvriendelijk, onbarmhartig, liefdeloos zijn, zullen dan de menschen de boodschap der liefde Gods kunnen gelooven? Waar is des Konings huis? Uw eigen huis is des Konings huis. Uw naaste omgeving is des Konings huis. De kleine wereld 0111 U heen en de groote wereld om U heen is des Konings huis. De gansche wereld is des Konings huis! Daarom nu, komt, laat ons van hier gaan en dit aan het huis des Konings boodschappen! AMEN. (Niet onderteekende vragen worden niet beantwoord Vraag: Wat beduidt toch „Sela", dat men zoo telkens in de psalmen ontmoet, en wat beteekenen de vreemde woorden „Alef, Beth" enz., bij psalm 25 en enkele anderen Antwoord: „Sela" komt 71 maal in den psalmbundel voor, de eerste maal in psalm 3. Waarschijnlijk heeft het betrekking, niet op het zingen, maar op de begeleiding van het tempelgezang door muziekinstrumenten. Het beteekent dan „het invallen van het orkest" of „vol orkest* of misschien een overgang van „piano" naar forte". Wat de tweede vraag betreft, de psalm door u genoemd, is, evenals enkele anderen, 34, 37 en vooral 119, een alfabetische psalm. Het eerste vers begint in het hebreeuwsch met de alefde eerste letter van het hebreeuwsche alfabet, het tweede met een beth, de tweede letter, en zoo vervolgens, tot het einde. In de vertaling gaat die eigenaardigheid natuurlijk verloren, tenzij de vertaler, gelijk Delitzsch dit in zijn commentaar op de psalmen deed, er rekening mede houdt, en op kunstige wijze zijn verzen ook telkens met die letter doet aanvangen. Psalm 119 bestaat uit 22 koepletten, elk van 8 verzen. Van het eerste koepiet beginnen alle verzen met een alefvan het tweede met een bethen zoo vervolgens. Een tweede eigenaardigheid van dezen psalm is, dat in alle verzen behalve in vers 122 zich iets bevindt over de wet, de geboden, oordeelen, inzettingen enz. des HeeTen. Verzameld door C. B. BRAAF. Moeder. „Zeg Piet, waar is de krentenkoek gebleven?" Piet. „Dien heb 'k een heel arm jongetje gegeven". Moeder. „Dat's braaf, maar zeg, waar is dat arme schaap" Piet. „Och, 'k zal 't maar zeggen nu, 'k ben zelf die knaap EEUWIGHEID. Er was eens een gezelschap in feestelijke stemming bijeen. Men verdreef den tijd met scherts en spel. Ein delijk stelde iemand voor raadsels op te lossen. Ieder moest uit den schat zijner wijsheid er een opgeven. Een oud, godzalig man, die eerst op hoogen leeftijd tot het geloof gekomen was, vroeg, welk woord het langste van allen was. Niemand wist het. „Het langste woord", zeide hij, „heet Eeuwigheid" „Kunt gij mij 1111 nog zeggen, welk woord het kortste van allen is?" Niemand wist het. Weder moest de steller der vraag het antwoord geven. „Het kortste woord heet: „1111", want het duurt slechts één sekonde. Laat het ons altijd bedenken mijne vrienden" zoo besloot hij, „dat het nu de snel voorbijvliegende tijd is, in welke wij ons voor de eeuwigheid moeten voorbereiden". Dit woord maakte op allen een diepen indruk. WEER WAT VAN KLAUS HARMS. De overledene Claus Harms in Kiel, een prediker van het Evangelie, die met veel zegen heeft gearbeid, kwam in een spoorwagen eens in gezelschap met een rijken lucifersfabrikant uit Zweden. De laatste, die Harms niet kende, vertelde hem van de schatten gelds, die hij met zijn lucifersfabricatie had gewonnen. „Hebt gij eenig verstand daarvan, hoe men zoo rijk wordt, alleen door vlijt en eigen kracht?" „Niet veel, mijnheer", antwoordde Harms, „ik ben een dominé". „O zoo, heerlijkeen dominé, dat treft goed, al lang heb ik gewensclit, een dominé te spreken over een gewichtige vraag. Men spreekt tegenwoordig zooveel over het oude en het nieuwe geloof. Wees zoo goed mij te zeggen, wat men daaionder verstaat". Harms toonde zich wel bereid op die vraag te ant woorden, maar verzocht dit met eene gelijkenis te mogen doen. Dit werd hem bereidwillig toegestaan, en hij begon „Ziet gij, mijnheer, wanneer de goede God iemand in zijn aardsch beroep met zegen kroont en voorspoed schenkt, en de man blijft klein en ootmoedig en denkt daarbij: dat heb ik niet verdiend, hoe komt het toch, dat God mij zoo met zegeningen omringt? De goede God echter gaat voort hem te zegenen, en de kleine man wordt ten slotte een rijk man. Maar de man wordt steeds ootmoediger, en roept uitIk ben geringer dan al de trouw en barmhartigheid, die de Heer mij hoeft be wezen. Ziet gij dat is het oude geloof! Het nieuwe geloof ziet slechts op zichzelven, en wanneer iemand van den Heer met rijkdom wordt gezegend, denkt men er niet aan den Heer de eer te geven. In plaats van dagelijks kleiner en dankbaarder te worden, wordt men telkens grooter en vergeet zijnen hemelsehen Weldoener zóó zeer, dat men ten slotte op iedere reis, zelfs in den spoortrein, zijn reisgenooten vertelt „Zie, zoo rijk ben ik geworden door eigen kracht en vlijt". Ziet gij, dat is het nieuwe geloof! DE KLOKKEN DER KEIZER-WILHELMS-KERK TE BERLIJN. Er is geen sterker geluid in de wereld, dan wanneer deze klokken zich doen hooren De krachtigste militaire muziek moet het er tegen afleggen. Deze bronzen klokken zijn gegoten uit de in 1870 op Frankrijk veroverde kanonnen. Kanonnen uit de dagen van Napoleon I, Karei X en Napoleon III. Het zijn er vijf. De grootste, met den toon D, wordt in grootte alleen overtroffen door de klok van den Keulschen Dom. De namen van Keizer Wilhelm en koningin Louise staan er op. E11 het eerste vers van Jesaja 63. Voorts de spreuk: die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. De klok is 3 meter hoog, heeft een middellijn van 2 meter 84 en weegt met klepel 14000 kilogram! De tweede klok (F-toon) weegt 9000 kilogram. De derde klok (toon A) draagt den naam „Duitschland" met het opschrift Versailles 18 Jan. 1871 (Jesaja 4031). Zij weegt 4000 kilogram. De vierde klok (toon B) draagt het wapen van keizer Frederik„God was met ons, hem de eer". De klok weegt 3400 kilogram. De vijfde klok (C) draagt de namen van het tegen woordig keizerlijk echtpaar en tot spreuk: „wees getrouw tot den dood en Ik zal u de kroon des levens geven". Dat is het woord waarmee de keizerin vroeger als lidmaat in de evangelische kerk werd bevestigd. Het gewicht dezer klok is 2500 K.G. De klokken te samen wegen 32900 kilogram. En het klokhuis waarin zij bevestigd zijn, is bijna even zwaar, zoodat die toren heel wat te dragen heeft in de hoogte.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1912 | | pagina 4