Vragenbus.
Allerlei.
(Niet onderteekende vragen worden niet beantwoord.)
Vraag: Wat beteekenen de woorden Genesis, Exodus, Leviticusi
Numeri en Deuteronomium en waarom worden die 5 boeken van Mozes
„Pentateuch" genoemd?
Antwoord: Genesis wording; Exodus uittocht; Leviticus
de Levieten betreffende; Numeri getallen; Deuteronomium
herhaling der wet. Deze deels Grieksche, deels Latijnsche namen, zijn
aan de Vulgata ontleend. Het woord „Pentateuch" beteekentvijfdeelig
boek
Vraag: Er staat in de 10 geboden dat het verboden is een
gesneden beeld, of eenige gelijkenis te maken van hetgeen in den
hemel, of van hetgeen op de aarde is. Mogen we dus ook geen
photo's maken, geen beelden, schilderijen, etc. hebben?
Antwoord: Het op 't door U aangehaalde verbod volgende:
„gij zult U voor die niet buigen, noch hen dienen", verklaart het
voorafgaande.
Vraag: Zijn de „mahalath" (Ps. 53 vs 1). de „neginoth" (Ps. 54
vs. 1) en de „sosaunim" (Ps 45 vs 1) muziekinstrumenten
Antwoord: Die vreemde woorden boven sommige, Psalmen
hebben soms betrekking op de muziekinstrumenten en soms op de
melodie, b.v Ps 54 „op de neginoth" met snarenspel; Ps. 5 „op
de nechiloth" bij de fluiten Ps 22 „op ajjeleth hassjachar" op
de wijze van „de hinde des dageraads"Ps. 45 „op sosaunim" op
de wijze van „leliën"; de beteekenis van „mahalath" is zeer onzeker.
De leidsche vertaling heeft: op de wijze van „de ziekte van'.
Verzameld door C. B.
UIT MOEDERS GRAF.
Een vrome moeder had haar knaapje iederen avond aan
haar knieën een gebedje laten uitspreken. Zij leerde hem
dan ook 't een en ander over God, deed hem verhalen van
godsdienstige mënschen en bracht hem aan de voeten van
den grooten kindervriend.
De vader, een arbeidzaam man, liet zich echter aan den
godsdienst niet gelegen liggen, zoodat, toen een ernstige
ziekte van weinig dagen de goede moeder wegnam, zij met
angstige zorg voor haar zoon stierf. Op den avond van den
begrafenisdag, toen vader en zoon voor het eerst zonder
bezoek alleen waren, vroeg de laatste; „Vader, mag ik nu
bij u bidden
„Bidden? Gekheid! Gij behoeft niet meer te bidden,
jongen, nu moeder dood is", was het antwoord.
„Is God dan ook dood?" vroeg de knaap.
Deze vraag trof den vader zoo, dat hij plotseling zeide;
„Nu, kom dan maar bij mij bidden".
Dit geschiedde voortaan iederen avond, en er volgden
gesprekken uit, waarbij het kind den vader leerde. Weldra
gingen ook vader en kind samen ter kerk. De man, die
steeds zoo trouw op zijn plicht paste, altoos ijverig en
vlijtig was, leerde ook naar hooger opzien. Over zijn reeds
zedelijk leven begon het opwekkend en troostend licht van
het godsdienstig geloof te stralen. Uit moeders graf was
die morgenster gerezen.
LUTHER's LAATSTE WIL EN GEBED.
Het testament van Luther is minder bekend dan andere
gebeurtenissen en merkwaardigheden van zijn leven, en
toch doet het de gemoedsstemming en het karakter van
den grooten Hervormer op welsprekende wijze uitkomen.
Het slot van Luther's laatsten wil luidt aldus
„O, mijn Heer en mijn God ik dank U. dat Gij mij hier
op aarde arm hebt willen laten blijven ik heb geen huis,
land, bezitting of geld na te laten. Gij hebt mij eene vrouw
en kinderen gegeven aan U laat ik ze achter; voed, onder
richt en red hen, gelijkerwijs Gij tot hiertoe mij gedaan
hebt, o Vader der vaderloozen en Rechter der weduwen
„O, mijn hemelsche Vader, o God en Vader van onzen
Heer Jezus Christus, God van alle vertroosting, ik dank
U dat Gij uwen Zoon Jezus Christus aan mij geopenbaard
hebt, in Wien ik heb geloofd, Dien ik heb beleden. Dien
ik heb liefgehad. Dien ik heb aangebeden', Wien de paus
van Rome en heel de menigte der goddeloozen smaden
en vervolgen.
„Ik bid U, o Heere Jezus Christus, neem mijne ziel aan
Mijn Jtemelsche Vader, al ben ik ook uit dit leven genomen,
al moet ik thans dit sterfelijk lichaam afleggen, toch weet
ik zekerlijk dat ik voor eeuwig bij U zal wonen, en dat
niemand mij nu meer uit uwe hand kan rukken. Alzoo lief
heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn' eeniggeboren Zoon
gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet
verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Joh. III 16,
X 28; li Tim. IV 6, 7, 8".
Wie altijd waarheid spreekt en recht,
„Die is mijn geestverwant en vriend".
Dan zijt ge er wis ook van gediend.
Wanneer hij U de waarheid zegt?!....
Van der Pol.
OPIUM.
In eene redevoering, door Dr. Douglas te Washington
gehouden, lezen wij
„Laat los eiken tijger uit de bosschen van Indië. Laat
los de pestilentie, die in de donkerheid wandelt en het
verderf dat op den middag verteert. Laat los dat drietal
van verwoestingen hongersnood, aardbeving en oorlog, toch
is geen van deze gelijk aan dat vreeselijk werktuig van
verwoesting, dat door Warren Hastings onder de milli-
oenen van China is losgelaten. Deze man beval den ver
bouw van de papaverplant in streken van Indië. Eerst
waagde hij het om 2000 kisten, die afgezonden werden
met een goed bemand schip, op te dringen aan de Chinee-
zen. Van dit begin is de handel aangegroeid." totdat nu
jaarlijks ongeveer 80,000 kisten van Indië naar China wor
den verzonden Tachtig duizend kistenWie kan eene
berekening maken van de vreeselijke beteekenis dezer cijfers
Volgens deskundigen doet elke 4 grein van Indisch opium
den sterksten man, die er niet aan gewoon is, in een slaap
vallen, waaruit hij nimmer ontwaakt.
Elk pond kan 1600 levens verdervenelke kist vol,
zijnde 153 pond, kan twee honderd duizend zielen voor
altoos op aarde doen zwijgen. Zes duizend van deze kisten
vol van dit kruid zouden de geheele bevolking der aarde
kunnen verderven, dewijl dus de tachtig duizend het leven
van dertien werelden gelijk de onze zouden verderven."
OOK BEZETEN?
Bezeetnen, zegt Jan Grijp, die zijn er, dank den Heer,
Niet meer!
Wat ik u raden zou, vriend Jan, tracht eerst te weten,
Of ge ook soms zelf van Mammon zijt bezeten.
ARMENISCHE LEGENDE.
Adam zeide tot Eva, daags nadat zij uit het Paradijs
verdreven waren
„Gisteren bemindet gij mij, toen ik den hof van Eden
aan uw voeten leggen kon. Maar thans, nu ik een bedelaar
en een verworpeling ben, wat denkt gij nu van mij?"
Eva antwoordde
„lk houd nog evenveel van u."
Waarop Adam
„Uw liefde doet mij het verlies van het Paradijs vergeten".
Maar de slang, die achter struikgewas verborgen het
gesprek had beluisterd, zei
„Zij houdt nog evenveel van u, omdat er niemand
anders is".
'k Voel, ik schrijf een vaste waarheid
In de wonderspreuk, die 'k schrijf
„Als een vrouw heel veel om 't lijf heeft,
Heeft ze niet heel veel om 't lijf".
Laurillard.