2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 16 Maart 1913
Voor eiken dag.
Mededeelingen.
Uit de Gemeente.
Onder al de namen, waarmede Zijne gemeente dankend
Haren Heiland noemt, is ook dezen naam Middelaar Gods
en der menschen.
De beteekenis dier benaming „middelaar" wordt duide
lijk als we er twee letters voorzetten een middelaar is een
bemiddelaariemand die bemiddelend optreedt tusscben
hen, die van elkaar gescheiden zijn, om hen weder tot
elkander te brengen- Een middelaar is de tusschenpersoon
die beide partijen met elkander hereenigt. Zoo is Jezus
de Middelaar Gods en der menschen. Hij staat tusschen
God en tusschen ons. Niet als een hinderpaal als een
belemmering, zooals al die heiligen der Roomsche Kerk,
die drom van middelaars die juist den weg versperren.
Christus staat God niet in den weg en Hij staat ons niet
in den weg. Hij is de brug tusschen Schepper en schep
sel de weg tusschen God en mensch de Jacobsladder
tusschen hemel en aarde.
In Christus reikt God ons de hand en noemt Hij ons
Zijn lieve kinderen en erfgenamen.
In Christus grijpen wij die reddende hand Gods aan en
noemen wij Hem Onzen lieven Vader.
En zoo is het dan voor ons allen de groote vraagof
Christus ons heeft en of wij Hem hebben.
Dit is nu eens geen vraag om over te gaan redeneeren.
Daar is zij veel te ernstig voor.
Dit is ook geen vraag om er zich van af te maken. Daar
is zij veel te ernstig voor.
Dit is evenmin een vraag om daarmede te gaan tot de
menschen, opdat zij ons het antwoord zouden geven. Daar
is zij veel te ernstig voor.
Dit is alleen een vraag om er mee in te keeren tot zich
zelf, rustig en stil.
Heeft de Vader mij, heb ik den Vader Komt Hij voort
durend nader tot mij en kom ik voortdurend nader tot Hem?
En zal dus straks, als ik sterf, de Vader mij zoo vinden,
dat ik voor goed met Hem vereenigd ben En zal ik dan
den Vader vinden, zóó vinden, dat in eeuwigheid mij niets
meer zal kunnen scheiden van Zijn liefde
P. M.
Verzameld door C. B.
Houdt U niet voor wijzer dan de grijsaards.
Jezus Sirach.
Jeanne d' Are zeide dat haar witte standaard zoo zege
vierend was geweest, omdat zij er tegen had gezegd: „Ga
stoutmoedig onder de Engelschen"en hem toen zelf
tros gevolgd. Miller.
Ik geloof om te begrijpen. Anselmus.
De wereld, waarin wij voor het uitwendige leven, is het
onwerkelijke en verdwijnende; alleen als wij de toevlucht
nemen tot de innerlijke wereld der gedachten, verstaan wij
de werkelijkheid van hetgeen ons omringt. Niets is waar
dan wat altijd blijft. S.
De poëzie erkent vroeger en sterker de waarheid dan
het denken. N. N.
Het gelaat onzer ouders is het eerste, waarin God zelf
in deze wereld ons aanziet. Wagner.
Geen man is volmaakt zonder eenige vrouwelijke, geen
vrouw zonder eenige mannelijke eigenschappen, en aan
man en vrouw beiden wordt het kind ten voorbeeld gesteld.
Bavinck.
Mededeelingen, vragen, berichten enz. moeten, om in het eerstvolgend
nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden
toegezonden des Dinsdags, vóór 1 uur namiddags.
Zondag a.s. zal er een extra collecte voor de Zending
gehouden worden.
Evangelisatie-arbeid. Maandag 17 Maart, 's avonds 8
uur, in „Ons Huis" Vrouwenkrans.
Woensdag 19 Maart, 's avonds 8 uur in „Ons Huis"
(wijkkamer), Bidstond.
De „Vragenbus" blijft, wegens overvloed van copie, tot
het volgend nummer bewaard.
Donderdag, 20 Maart, heeft's morgens 10'/2 uur de huwe
lijksinzegening plaats van Maarten Keur en Willempje Paap.
Van Mejuffrouw M. K.G. is f 10.ontvangen voor
verleende hulp van de wijkzuster.
Het ontslag van den Voorlezer-Voorzanger.
Dit ontslag is hem, gelijk bekend is, verleend den 31sten
Dec. '12. De ontslagene is in hooger beroep gegaan bij
het Class. Bestuur, volgens zijn eigen woorden „alleen 0111,
zoo mogelijk, aan te toonen, dat de Kerkeraad, met den
predikant als stuwkracht, eene onrechtmatige daad beging."
Deze toeleg nu is mislukt. Het Class. Bestuur heeft alleen
een gebrek in den vorm van het genomen besluit des
Kerkeraads erkend. Op grond daarvan heeft de Kerkeraad
zijn besluit van den 31sten Dec. '12 ingetrokken en den
toén ontslagene alsnog ontslag verleend, ditmaal zonder
opgave van redenen hoegenaamd.
Nu is 't met dat ontslag, dus ook wat de letter der wet
betreft, in den haak. Een pover winstje voor den ontslagene,
na al 't kabaal dat hij, om dat ontslag, gemaakt heeft.
Openbare vergadering der C. J. V.
„EENDRACHT MAAKT MACHT".
Op Donderdag 6 Maart 11. hield de C. J. V. „Eendracht
maakt macht" des avonds 8 uur een openbare vergadering
in „Ons Huis", waarin als spreker optrad, de Heer W. C
Posthumus Meyjes uit Amsterdam, met het onderwerp
„Gebruiken en feesten in de 17de eeuw."
Spreker wenscht iets mede te deelen, omtrent de gebruiken
en feesten bij gebeurtenissen uit het dagelijksch leven onzer
voorouders en zal zich meer in het bijzonder bepalen bij
de 17de eeuw, den bloeitijd in onze geschiedenis. Hij zal
speciaal het oog gericht houden op de gezeten burgerge
zinnen, daar deze het meest typische beeld van de samen
leving geven. Spreker wenscht achtereenvolgens het woord
te voeren over de gebruiken bij geboorte en doopbij
verloving en huwelijk en bij begrafenissen.
Reeds in den tijd der Germanen werd bij de geboorte
van een nieuwen wereldburger veel gedronken. Men begon
zedig en bescheiden, doch at en dronk al meer en meer,
zoodat dronkenschap veelal het einde was.
In de 17de eeuw werd de geboorte van een kind in
verschillende phasen gevierd. De eerste twee feesten
werden nog vóór de geboorte gehouden en daarna volgden
er nog tien a elf. Het is niet mogelijk, in dit verslag alle
bijzonderheden te vermelden, die spreker van elk dezer
feesten mededeelde.
Eigenaardig is zeer zeker, dat aan het meenemen van
een z.g. „kandeelstok", bij het doopmaal in gebruik, het
rechl ontleend werd, ook bij de bruiloft van de(n) jong
geborene tegenwoordig te zijn.