VOOR ZANDVOORT EN AERDENHOUT
No. 52
ZONDAG 27 APRIL 1913
lsteJaargang
Heden.
DE ZONDAGSBODE
VERSCHIJNT EL KEN ZATERDAG
Abonnementsp
Per Jaargang .2$
3 Maanden
Afzonderlijke nummers
r ijs
1.50
0.50
0 05
REDACTIE:
G. POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort-
Jhr. Dr. M F. van LENNEP - Aerdenhout-
Adres voor de Administratie
P SAAF, Burgemeester Engelbertsstr. 9-13
ZANDVOORT - TELEFOON No. 27
Advertentiën 1 5 regels0.55
Elke regel meer„0.10
Dienstaanbiedingen 1 -5 regels 0 35
Elke regel meer„0 06
Bij abonnement extra korting
Zondag, 27 April 1913, Ned. Herv. Gemeente
cn. IC jur.-Rs G. Posthumus Meyjes.
Extra collecte voor de Kerk.
Donderdag, 1 Mei 1913, Hemelvaartsdag:
v.m. 10 uur, Ds. G. Posthumus Meyjes.
Heden, zoo gij zijne stem hoort.
Psalm 95: lb.
Als gij, mijn Lezer! nog altoos geen gehoor hebt gegeven
aan de roepstem Gods: „Mijn zoon, geef mij uw hart!", o!
stel het dan niet langer uit! Verschuif het oogenblik uwer
overgave aan den Heer niet! Nu is het de welaangename
tijdnu is bet de dag der zaligheid. Heden dan, zoo gij
Zijne stem boort. Er is haast bij, groote baast.
Want het kan morgen wel te laat voor u zijn. Gij weet
den dag uws doods niet.
Waarom dan altijd getreuzeld? Waarop wacht gij toch?
Wilt gij u op uw ziekbed bekeeren? Maar misschien zult
gij geen ziekbed hebben. Er sterven er zoovelen plotseling.
Zoo gezond, zoo dood. Dat gebeurt vaak genoeg en dat
kan met u ook gebeuren. En, hebt ge wel een ziekbed, wie
waarborgt t u dan dat ge niet zóóveel met uw lichaam
zult te stellen hebben, dat ge lust noch kiacht hebt om uw
ziel op te heffen tot God?
Of wacht ge tot gij sterven gaat? Dan zult gij God om
zijn genade aanroepen? Maar misschien gaat gij wel be
wusteloos heen. Eu, is dal niet 't gevalsterft gij bij volle
kennis, weet ge dan zeker dat gij in die ure er aan denken
zult om te bidden, terwijl ge in uw leven aan God niet
dacht? Zoudt ge dan wel durven bidden? Is 't u niet be
kend, dat er, in heel den Bijbel, maar één voorbeeld is van
iemand die in stervensnood zich bekeerde? Leert de er
varing niet dat 't een hooge zeldzaamheid is dat n mensch
nog ter elfder ure gered wordt?
Waarop wacht gij toch?
Totdat t komen tot God u gemakkelijker wordt gemaakt
door uw omgeving?
Hebt gij een man, die u toch niet volgen zou, en dat
houdt u ook terug?
Hebt gij eene vrouw, die er toch niet van hooren wil, en
nu laat gij 't ook maar, om des lieven vredes wil?
Hebt gij een vriend, een kennis, een bloedverwant wiens
vriendschap, bescherming en hulp gij zeker zoudt moeten
missen als gij ook tot de „fijnen" gingt behooren
Hebt gij kameraden, die u zouden uitlachen en bespotten
en plagen als gij ook „vroom' werdt?
Maar: is 't wel zoo heel zeker dat uw man of uwe vrouw
u niet zou volgen als gij dc guede keuze deedt? Zoudt gij
hen op den duur niet kunnen winnen?
Is 't niet beter tot den Heer zijn toevlucht te nemen,
dan op menschen te vertrouwen? Als God tegen u is, dan
helpt 't u niets al was iedereen uw vriend, maar als God
vóór u is, wie zou dan tegen u iets vermogen?
En wat die vrees betreft om te worden uitgelachen, die
't laatste lacht, lacht het beste. Wie moet er, als er nu toch
iemand moet uitgelachen worden, wie moet er nu worden
uitgelachen, hij die niet of hij die wel wil verloren gaan?
Haast u bedenkt in dezen uwen dag wat tot uwen vrede
dient
Uw eeuwigheid hangt aan één dag, aan één uur, aan
ééne seconde.
Zijt gij dan krankzinnig? Krankzinnig genoeg om zóó
krankzinnig te doen, als hadt ge nog al den tijd?
Heden, zoo gij Gods stem hoort! Weet gij waarom uit
stellen ook zoo gevaarlijk is Omdat de mogelijkheid bestaat
dat de stem Gods die u nu tot bekeering roept, later niet
meer door u wordt vernomen. Meent gij soms dat het 'n
onverschillige zaak is om den tijd der genade te laten voor
bijgaan, omdat die tijd immers wel weer terugkomt Vergis
u niet! Elke verwaarloosde roepstem Gods maakt uw hart
onvatbaarder, ongevoeliger, harder.
Waarom zóó vast ingeslapen, totdat er voor geen mensch
meer doen aan is om u wakker te krijgen? Totdat zelfs
God u niet meer wakker kan krijgen?
Als gij 't onkruid niet wiedt, terwijl 't nog klein is, dan
groeit het zóó, dat er straks aan geen wieden meer te
denken valt; totdat het goede zaad er heelemaal onder
raakt en verstikt.
Wanneer gij een begin van brand bij u ontdekt, zijt ge
dan niet óf een gek, óf een misdadiger, als ge zegtals de
vlam uitslaat, dan is t immers nog altijd vroeg genoeg om
aan 't blusschen te gaan?
Als gij Gods stem hoort, maar uw ooren toesluit dan
zal 't u hoe langer hoe moeilijker vallen om uw onwil te
overwinnen. Een mensch die niet wil terwijl hij kan, eindigt
met niet meer te kunnen, ook al zou hij nog willen.
Heden, zoo gij Gods stem hoortMisschien zegt iemand
„ik ben nog jong genoeg; als ik ouder ben en de wereld
haar bekoring voor mij verloren heeft, dan zal ik mij be
keeren tot God".
Hoe jong zijt gij dan wel? Twintig jaar? of dertig? of
veertig? Maar weet gij t dan niet: „aangaande de dagen
onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren, of zoo wij zeer sterk
zijn, tachtig jaren"? Op 20-jarigen leeftijd heeft iemand, al
is hij zeer sterk, toch reeds een vierde gedeelte van zijn
leven achter den rug. Die veertig is, is al over de helft.