VOOR ZANDVOORT EN AERDENHOUT No. 1 ZONDAG 4 MEI 1913 2de Jaargang. Jezus' weggaan ons ten zegen. DE ZONDAGSBODE \r\ :-: VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG bobSS ABONNEMENTSPRIJS Per Jaargang 1.50 3 Maanden0.50 Afzonderlijke nummers005 REDACTIE: G. POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort- Jhr. Dr. M. F. van LENNEP - Aerdenhout- Adres voor de Administratie P SAAF, Burgemeester Engelbertsstr. 9-13 ZANDVOORT - TELEFOON No. 27 Advertentiën 1 5 regels0 55 Elke regel meer0.10 Dienstaanbiedingen 1—5 regels 0.35 Elke regel meer«0 06 Bij abonnement extra korting Zondag, 4 Mei 1913, Ned. Herv. Gemeente v.m. 10 uur, Ds. G. Posthumus Meyjes. Doopsbediening. ik zeg u de waarheid: het is u nut, dat ik wegga. Joh. 16: 7a. Toen de Heer dit woord sprak, hebben de discipelen er niets van begrepen. Begrijpen wij het? Of zeggen wij: het zou ons nut zijn, indien Jezus niét was weggegaan? Is Jezus' hemelvaart voor ons een oorzaak van vreugde? Waarom ging Jezus weg? Niét omdat Hij het in deze wereld niet langer uithouden konniét omdat Hij den strijd moede was. Hij gaat weg, niét als Overwonnene, maar als Overwinnaar; vóór Zijn heengaan heeft Hij over zonde en dood getriumpheerd, het leven en de onverderfelijkheid aan het licht gebracht. Bij Zijn hemelvaart loopt Jezus niet weg, als dieef Hem de angst; kruipt Jezus niet weg, als zocht Hij heimelijk te ontkomenvlucht Jezus niet weg, als werd Hij verdreven Hij gaat weg. Hij gaat d. i. Hij is goedsmoeds, rustig, vrij. Men laat Hem niet toe weg te gaan bij wijze van gunst; Hij gaat zélf, uit eigen beweging. Gelijk men Hem niet gevangen namHij gaf zich gevangen; gelijk Hij niet aan het kruis genageld werdHij liet zich kruisigen, zoo is ook Zijn hemelvaart een daad van vrijwilligheid. Reeds als we dit bedenken, verstaan we er iets van, dat het tot ons nut moet zijn, dat Hij wegging. Wijze en lief derijke bedoelingen moet de Heer met Zijn hemelvaart hebben gehad. Hij weet dat de Zijnen Hem liefhebben en niet kunnen missenals Hij dan tóch weggaat, moet Hij geweten hebben dat Zijn heengaan geen schade, maar whist voor hen zijn zou. Waarom ging Jezus weg? Niét, omdat Hij Zijn eigen geluk op het oog had en alleen daarop bedacht was. Jezus zegt niet: het is My nut, maar het is u, mijn discipelen, nut dat ik wegga. Voorwaar, te midden van den smaad en de verachting waarmede men Hem op aarde heeft bejegend, heeft de Heer heimwee gehad naar den Vader. Hij die heerlijkheid had bij den Vader eer de wereld was, heeft zich natuur lijk op aarde nooit „thuis" kunnen voelen. Hoe heeft Zijn hart gebrand van verlangen naar de ure Zijner opvaring tot Zijnen God en Vader! En toch, zwaarder dan de bevrediging van dat verlangen woog Hem het zalig maken van zondaren. Daarom heeft Hij het uitgehouden tegen de houten kribbe, tegen de doornenkroon en het kruis. Hij heeft Zichzelven volkomen gegeven. Als Hij dan tóch weggaat; als Hij, die Zich eeuwen levens vol ontbeering en ellende zou getroost hebben, ware dat noodig geweest tot bereiking van Zijn doel, als Hij tóch weggaat, móet Hij de waarheid gesproken hebben, toen Hij zeide: het is tl, mijn discipelen, nut dat ik wegga. Maar waarin bestaat nu dat nut? In hetgeen onmiddellijk op onzen tekst volgt, licht de Heer zelf dit nader toe. Er staat: „indien ik niet wegga, zoo zal de Trooster tot u niet komen; maar. indien ik heenga, zoo zallk hem tot u zenden". Jezus verlaat dus Zijn jongeren om den Trooster, den Heiligen Geest te kunnen zenden. Misschien vraagt iemandwaarom is de komst van den Heiligen Geest voor Jezus' jongeren heter dan Zijn eigen tegenwoordigheid in hun midden? Is de Heilige Geest dan meerder dan Jezus-zèlf? Ach, welk een misverstand De Trooster, dien de Heer zenden zou en gezonden heeft, is en doet wat Jezus zou geweest zijn en zou gedaan hebben, als Hij niet ten hemel gevaren, maar op aarde gebleven was. Alleen, en daarom is de komst van den Heiligen Geest beter, dan een blijven van Jezus in deze wereld kon zijn; de Trooster is niet door de grenzen van ruimte en tijd beperkt. Stel, de Heer ware niet ten hemel gevaren, dan zou Hij, behalve voor de weinigen, die zich in Zijn onmiddellijke omgeving bevonden, onbereikbaar zijn. Wat zou dat een gedrang zijn van menschen, die Hem kwamen opzoeken. Reeds tijdens Jezus' verblijf in het Joodsche land verdrong Hem de schare voortdurend. Hoeveel meer zou dat nu het geval wezen, nu Zijn naam niet alleen in Palestina, maar over geheel de wereld is bekend geworden. Wat zouden de onvermogenden beginnen, die immers geen middelen zouden hebben om de verre reis naar Jezus te betalen? Wat moesten de kranken doen, die te zwak zouden zijn om vervoerd te worden, wat de in nood ver keerenden, die onmiddellijke uitkomst zouden behoeven? Wat de stervenden? de Heer zou toch maar bij één sterf bed tegelijk kunnen tegenwoordig zijn. Als Jezus niet was weggegaan, Hij zou niet de Heiland der wereld, doch slechts de Heiland der enkelen kunnen wezen. Daarom is het ons nut dat Hij is weggegaan Nu kon Hij den Trooster zenden, den alomtegenwoordigen Heiligen Geest. Of zegt iemand nu nog: met dit al is Jezus -zelf niet meer bij ons, door Zijn hemelvaart hebben we Hem ver loren? Gij dwaas! In den Heiligen Geest hebben wij Christus-zelf, maar zonder de beperking die met Zijn in het vleesch leven gepaard ging. De Heilige Geest spreekt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1913 | | pagina 1