VOOR ZANDVOORT EN AERDENHOUT No. 4 ZONDAG 25 MEI 1913 2de Jaargang. Onze Hoogepriester. DE ZONDAGSBODE V E R S C H IJ N T E L K E N Z A T E R D A G Abonnementsprijs g. POSTHUMUS MEVJES - Zandvoort- Advertentiën i 5 regels0.55 Per laarpanv f 1 50 Jhr. Dr. M. F. van LENNEP - Aerdenhout. Elke re8eI meer°1° Per JaargangJ l.ou Dienstaanbiedingen 1—5 regels 0.35 3 Maanden0.50 Adres voor de Administratie eike regel meer006 Afzonderlijke nummers0 05 p SAAF, Burgemeester Engelbertsstr. 9-13 g.. abonnement extra korting Zandvoort - Telefoon No. 27 Zondag 25 Mei 1913, Ned. Herv. Gemeente: v.m. 10 uur: Ds. J. H. Rooseboom, Predikant te Delft. Collecte voor de Zending. Wij hebben geenen Hoogepriester, die niet kan medelijden hebben met onze zwakheden, maar die in alle dingen, gelijk als wij, is ver zocht geweest, doch zonder zonde. Hebreën 4 vs. 15. „Wij hebben geenen Hoogepriester, die niet kan mede lijden hebben met onze zwakheden." Wanneer wij dit aan vertroosting zoo óverrijke woord recht willen verstaan, moeten wij beginnen met het over te brengen in stelligen vorm. Dan luidt het derhalve zóó: „wij hebben eenen Hoogepriester, die medelijden kan hebben met onze zwakheden.' Komt, als we onzen tekst aldus lezen, zijn wondere heer lijkheid niet bijzonder heerlijk uit Om nu maar te beginnen met het beginwelk eene zalige verkondiging is dat: „wij hebben eenen Hoogepriester!" Nietwij hadden er een. Die herinnering zou moeilijk een blijde boodschap kunnen zijn. Ook nietwij zullen een Hoogepriester hebben. Met die belofte zijn wij voor het tegenwoordige niet geholpen. Evenmin: wij kunnen Hem hebben. Dan blijft 't nog de vraag of die mogelijkheid wel werkelijkheid voor ons worden zal. Maar: wij hebben Hem. Wij hebben Hem ra» wij hebben Hem voortdurend; wij hebben Hem ieder oogenblik. Niet deze of gêne heeft Hem. Niet enkelen hebben Hem. Gij hebt Hem niet, zoodat ik Hem mis. En ik heb Hem niet, terwijl gij van Hem verstoken zijt. Maar wij hebben Hem. Wij allen samen hebben Hem. Enwij hebben Hem voor ons ieder afzonderlijk. De ééne Hoogepriester vermenig vuldigt zich voor allen. Zoovele zondaren als er zijn, zoo vele malen is Jezus Hoogepriester. Hoogepriester zoo wordt de Heiland genoemd omdat Hij staat tusschen God en tusschen ons. Niet als een hinder paal, als een belemmering! Neen, Christus staat God niet in den weg bij ons en Hij staat ons niet in den weg bij God. Maar Hij staat tusschen God en tusschen ons om God en mensch weer met elkander te vereenigen. Jezus Christus is in de wereld gekomen om de door de zonde verbroken gemeenschap tusschen den Schepper en Zijn schepsel te herstellen. Hij is de brug over de klove heen; de weg tot den Vader; de Jacobs-ladder, die hemel en aarde saamverbindt. Wij hebben eenen Hoogepriester. Welk een jubel vertolkt dit woord! Immers het zegt; in Christus is ons gegeven het middel, de Middelaar, de Bemiddelaar, door wien God weer kan komen tot ons, èn door wien wij weder kunnen komen tot God Van dezen Hoogepriester nu heet 't in mijn tekst; „dat Hij medelijden kan hebben met onze zwakheden." Wat is daarvan de bedoeling? Welke „zwakheden" zijn 't, waaraan hier is gedacht? Ik houd 't er voor dat geen enkele zwakheid, waaraan een mensch onderhevig is, moet uitgesloten worden. Dat dus zoowel uit- als inwendige zwakheden hier in aanmerking komen van geestelijken èn zedelijken èn lichamelijken aard. Van het menigvuldige lijden, waaraan wij onderworpen zijn, is hier sprake. Onze zwakheden,'t zijn de verschillende openbaringen onzer ellende. En wat doet nu onze Hoogepriester daarmede Er staat Hij heeft er medelijden mede. Het hier in den grondtekst gebezigde woord is veel heer lijker dan óns woord „medelijden". Met iemand medelijden hebben komt doorgaans neer op iemand beklagen, deernis koesteren met zijn ongelukkigen toestand. Maar in de meeste gevallen heeft de lijder aan zoo'n medelijden niets. Het doet hem vaak zelfs meer kwaad dan goed. Ook al zet zich dit medelijdend gevoel om in een of andere daad. Dan nog is zoo n medelijden doorgaans niet in staat om den bedroefde waarlijk te troosten. In het Grieksch staat erwij hebben geenen Hooge priester, die niet kan „sunpathèsai" met onze zwakheden, d. i. sympathiseeren, meevoelen. Nu wordt 't anders. Jezus beklaagt ons niet; Hij ziet ons niet aan met een meewarigen blik, waarin we lezen „Kón ik u maar helpen Hij trekt ons ook niet tot Zich om ons te troosten met woord en daad en zoo onze smart te stillen. Neen, Hij doet méér dan dat Hij betuigt en betoont ons sympathie. In ons verdriet komt Hij naast ons staan en zegtik kan er zoo voor voelen ik kan er zoo in-komen ik heb 't ook zoo doorgemaaktik versta 't volkomen ik weet er, bij ervaring, zélf alles van. En is nu niet juist deze sympathie 't ééne noodige voor den lijder? Is niet juist dit 't onvoldoende van de meeste vertroos tingen der menschen, dat zij, hoe goed ook bedoeld, toch altoos weer aanleiding geven om te zuchten „gij verstaat mij nietgij kunt u niet in mijn toestand verplaatsen als ge 't kondet, dan zoudt ge wel anders spreken, dan ge doet" Luistert dan nu, o luistert, allen die vermoeid en belast zijtEr is er Eén die u volkomen verstaat die met u meê-voeltonze Hoogepriester kan sympathiseeren met onze zwakheden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1913 | | pagina 1