VOOR ZANDVOORT EN AERDENHOUT
No. 9
ZONDAG 29 JUNI 1913
2de Jaargang.
Verachtering van de genade.
DE ZONDAGSBODE
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG
Abonnementsprijs
Per Jaargang1.50
3 Maanden0.50
Afzonderlijke nummers„0 05
REDACTIE:
G. POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort-
Jhr. Dr. M F. van LENNEP - Aerdenhout.
Adres voor de Administratie
P SAAF, Burgemeester Engelbertsstr. 9-13
Zandvoort - Telefoon No. 27
Advertentiën 1 5 regels0.55
Elke regel meer0 10
Dienstaanbiedingen 1 -5 regels 035
Elke regel meer0 06
Bij abonnement extra korting
Zondag 29 Juni 1913, Ned. Herv. Gemeente
v.m. 10 uur: Dr. J. H. Gunning J.Hzn.
Extra-collecte voor de Kerk.
Toeziende dat niet iemand
verachtere van de genade Gods.
Hebr. 12 vs. 15a.
„Verachteren" is er op achteruit gaan. Dat kunnen
iemands zaken, dat kan iemands vermogen en zijn gezond
heid. Maar dat kan ook iemand zelf. En terwijl de men-
schen gewoonlijk 't verlies van winsl en geld en gezondheid
't ergste verlies achten dat iemand kan overkomen, is toch
de geestelijke inzinking, *de innerlijke verarming, het schade
lijden aan zijn ziel oneindig verschrikkelijker. Want een
mensch die zijn geld en goed en gezondheid heeft verloren,
kan daarom evengoed zalig worden, zoo niet veel eerder,
dan 'n mensch die dit alles nog bezit. Maar wat zal een
mensch geven tot lossing van zijn ziel Ziel verloren,
alles verloren. Alles in den tijd, alles in de eeuwigheid.
En als 't droevig proces van dat „verachteren" niet bij
tijds tot staan komt, is 't einde rampzalig, 'n Failliet,
'n Bankroet. De eeuwige dood.
„Verachteren". Er zijn achter-blijvers op ieder gebied.
Kinderen, die op school niet meekunnen die blijven zitten
en mislukken. Soldaten op marscb, die de troep niet kun
nen bijhouden en aan den weg blijven liggen. Bij een
wedloop vallen er al spoedig sommigen af en de prijs ont
gaat hun.
Zoo zijn er die eens op den goeden weg waren en allicht
veel beloofden. Maar ze vergaten dat het beginnen niets
is. Dat 'n goed begin hoogstens 't halve werk is en half
werk is slécht werk. En, in plaats van voort te gaan,
stonden ze stil. En stilstand bleek achteruitgang te wezen.
En 't achteruit-gaan werd achteruit-vliegen. Vliegende tering.
Het geestelijk leven verflenst, verleptde liefde bekoelt
de hoop verflauwt 't geloof zinkt wég het gebed houdt
op de blijdschap is weg de vrede is verdwenen, 'n Failliet,
'n Bankroet. De eeuwige dood.
„Verachteren". Daarmee kan 't bij iemand reeds zijn
begonnen daarmede kan het zelfs al een heel eind zijn
gekomen, eer zoo *n iemand er zélf iets van merkt.
Evenals bij sommige ziekten, die men doorgaans al lang
onder de leden heeft, eer men er zélf iets van vermoedde.
Evenals bij 'n brand. Ook al ziet men nog geen rook
en vuur, kan 't smeulen. En 't gevaar dat men niét ziet
is gevaarlijker dan 't gevaar dat men wél ziet.
Ook voor anderen kunnen de verschijnselen, die wijzen
op een verachtering in de genade bij iemand, lang ver
borgen blijven. Menigeen ziet er zoo bloozend uit dat
niemand t aan hem zeggen zou dat bij een kwaal heeft.
Er zijn er die feitelijk al aan lager wal zijn, tetwijl ze tóch
nog geacht worden als in goeden doen te zijn. Zoo kan
'n mensch ook bezig zijn innerlijk te sterven, zonder dat
zelfs zijn beste vrienden en zijn naaste omgeving ei een
flauw besef van heeft. In hun oog is hij dezelfde gods
dienstige, ernstige, geloovige als voorheen. En intusschen
is dat alles 't gevolg van zijn zich groot-houden. Want
zijn stervens-proces is reeds in vollen gang.
Is 't niet om te huiveren Dat iemand zoo ongemerkt
kan afglijden van den rechten weg, ja verachteren van de
genade terwijl hij-zelf én anderen 't er voor houden dat
alles in orde is
Zou er ook zoo'n iemand onder de Lezers van dit Artikel
kunnen zijn
Wat mogelijk is bij anderen, is mogelijk ook bij ons,
Wel reden om ernstig te vragen ben ik 't Heer
Wat mogen wel de oorzaken van zulk een verachtering
wezen
Gebrek aan waakzaamheid, ten opzichte van degenen
met wie wij omgaan van de boeken die wij lezen van
de plaatsen waar wij komen.
Gebrek aan gebed. Als 't gebed verslapt, moét 't innerlijk
leven kwijnen. Want bidden is 't ademhalen van de ziel.
Gebrek aan strijd tegen de zonde. Met woorden bestrijden
we haar wel, maar daar geeft zij niets om. Ook moeten
we eerst de zonde kennen, die bestreden moet worden.
Gebrek aan Bijbellezen aan 't trouw kerkgaan aan 't
Avondmaal-gebruik vooral
Ik kan niet alles noemen. Maar 't genoemde is toch
zeker van dien aard, dat de verachtering van de genade bij
menigeen daarmede in verband staat.
Om zulk een verachtering te voorkomen, dient dus met
't genoemde Keel ernstig ernst te worden gemaakt. Voor
komen is gemakkelijker dan genezen.
En toch is er ook genezing. Wie zijn verachtering ge
voelt, wanhope nietMaar ook beelde hij zich niet in
dat de beterschap van-zélf wel zal komen. Zonder een
nauwlettend gebruik van al de middelen der genade, die
God binnen ons bereik geeft gesteld, is er geen herstel.
Maar biddend waken en biddend strijden, biddend Bijbel
gebruik, biddend luisteren naar het Evangelie dat wordt
verkondigd en biddend aanzitten aan den disch des Nieuwen
Verbonds mist zijn uitwerking niet.
God zal die middelen zoo zegenen, dat *t stervens-proces
tot staan komt en het geestelijk leven weer opbloeit tot
nieuwe schoonheid en kracht. Dat zelfs de laatsten de
eersten worden en de minsten de méesten.
P. M.