Zondajs-onrusf - zelfbeschadiging Mededeelingen. Voor eiken dag. FEUILLETON. Mededeelingen, vragen, berichten enz. moeten, om in het eerstvolgend nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden toegezonden des Dinsdags, vóór 1 uur namiddags. Zondag 27 Juli zal de maandelijksche extra-collecte voor de kerk worden gehouden. Ingekomen is de Attestatie van Klaas Hos uit Alkmaar. De Directrice van 't „Badhuis voor Minvermogenden" (een leelijke naam voor een Schoone inrichting) vraagt vriendelijk dat haar voor de patiënten 100 in getal) worde toegezonden fruit, speelgoed, badpakjes, enz. Hoe méér hoe liever Hoe eer hoe beter. Donderdagavond om 8V2 uur heeft in „Ons Huis" een samenkomst plaats met tijdelijk alhier verblijvende jonge mannen, die vriendelijk zijn uitgenoodigd. Het programma is 1. Opening. 2. Sir George Williams, eere-burger van Londen. Causerie door Ds. P. Veen, te Zutphen. 3. Orgel, viool, piston. Muziek, ten beste gegeven door enkele Haarlemsche leden der C. J. V. aldaar. 4. Pastorale Schetsjes. Voordracht door Ds. G. Posthumus Meyjes. 5. Sluiting. Dienzelfden avond wacht Zuster Dina de tijdelijk alhier vertoevende jonge meisjes in de wijkkamer van „Ons Huis." Zegt het voort FIETS. Zuster Dina heeft een fiets. Op mijn verzoek, in den vorigen Zondagsbode gedaan, ontving ik van Mevr. de Wed. B. te Aerdenhout toezegging van f 15.N. N. déponeerde in mijn brievenbus f6.de Heer Jan S. alhier gaf mij één „karrewiel" en de Dames W. te Amsterdam zonden mij, per postwissel 4 „achterwielen". Bovendien gaf mej. S. te Zandvoort haar eigen rijwiel aan Zuster Dina om zich daarop nog wat te kunnen oefenen. Lest-best, deed Mevr. de Gravin van R. te Aerdenhout haar niet meer nieuwe doch weinig gebruikte fiets aan de wijkzuster cadeau. Zoo zijn we dus heerlijk geholpen. De ingekomen giften, boven vermeld, komen natuurlijk uitnemend te pas bij de aanschaffing van allerlei fiets-benoodigdheden, terwijl, met 't oog op de glasscherven waarmede in Zandvoort straten en wegen en fietspaden geregeld bestrooid worden, ook een fondsje voor bandreparaties allerminst te ver smaden valt. Evangelisatie-arbeid. Zaterdag, 19 Juli,'s avonds 8 uur in „Ons Huis" Kindersamenkomst. Zondag, 20 Juli, 's avonds 8 uur, in „Ons Huis" Samenkomst. Woensdag 23 Juli, 's avonds 8 uur, in „Ons Huis" Samenkomst. Donderdag, 24 Juli, 's avonds 8 uur in „Ons Huis" (wijkkamer) samenkomst met tijdelijk alhier vertoevende jongedochters. Verzameld door C. B. De vriendschap met de boozen is gelijk de schaduw in den vroegen morgen, die elk oogenblik korter wordt, maar de vriendschap met de goeden wast, gelijk de avondschaduw totdat de zon des levens ondergaat. Herder. Een geloof, dat op crediet van zijn verleden leeft, is geen levend geloof. Fairbairn. Onze voornaamste bezigheid moet zijn, niet te zien naar wat schemerachtig op een afstand is, maar te doen wat voor de hand ligt. Carlyle. Wie meent, dat het Christendom door de wetenschap kan overwonnen worden, die weet nog in 't geheel niet wat Christendom is. Kan men ook de symphoniën van Beet hoven door de wetenschap overwinnen Misschien dat iemand het beproeft, maar dan is hij gek. Sachsse. De tegenspoeden, die ons treffen, zijn de zware massieve steenen van het fundament, dat in duisternis begraven wordt; maar waarop het gebouw van ons geluk moet worden gevestigd. Dickens. Bladzijden uit het leven van een Christen. DOOR CAMILO CALAMITA. 4) Toen trad een man, die bij de tafel stond en geen priesterlijk gewaad, maar een eenvoudige kleeding droeg, naar voren en zeide: .Hoort met aandacht naar het lezen van de tien geboden van de wet des Heeren.Allen stonden eerbiedig op, terwijl dit geschiedde, waarna een ander persoon het spreekgestoelte beklom. Deze deed toen een even indrukwekkend als innig gebed, waarvan ieder woord een zachten en tegelijk ernstigen weerklank in mijn hart vond. Daarbij ondervond ik nog iets van het begin dezer gods dienstoefening af, dat mij onverklaarbaar was. Reeds onder het lezen van de tien geboden was die strijd in mijn gemoed begonnenik had mij steeds voor goed en braaf gehoudenwas dit dan niet zoo?.... het uitgesproken gebed kwam mij voor als een spiegel te zijn, waarin ik mijn zondige ziel op eens in haar ware ge daante had aanschouwd. Destijds meende ik, gelijk zoovelen nog doen, dat,-zoo ik slechts een onbesproken leven leidde, Gods wil en wet daarmede volbracht werden; daarna beter door het Evangelie onderwezen, kwam ik tot de ontdekking dat ik in een dubbele dwaling verkeerde, namelijk dat ik het, tot mijn behoud onmisbare Middelaarswerk van Christus voorbijging, en dat ik meende door het nakomen van eenige godsdienstige praktijken den hemel te kunnen verdienen. In één woord, evenals zoovele anderen, dacht ik dat ik, dewijl ik noch stal, noch doodde, noch iemand eenig onrecht aandeed, er geen reden voor mij bestond om het oordeel Gods te vreezen. Hoe vaak, wanneer ik een terugblik sla op die dagen van diepe duisternis in mijn ziel, kan mij de gedachte doen schrikken aan hetgeen mijn lot zou geweest zijn, indien ik destijds gestorven ware. Allen gingen wederom zitten en een nieuw lied werd aangeheven: Despierta alma Basta de sueno, Levanta y ora Al Dios eterno. Hoe drongen mij die woorden in de ziel! Zij schenen rechtstreeks tot mij gericht en een roep stem van boven te zijn. Ja, tot hiertoe had mijn ziel diep gesluimerd, nimmer had ik gevoeld als Word wakker mijn ziel lang genoeg gesluimerd, Sta op en bid tot den eeuwigen God. thansen God riep mij toe dien doodslaap af te schudden en tot Hem te bidden, maar hoe?.... Ach, dat Hij zelf het mij leerde! Op die inwendige zucht mijner ziel antwoordde Hij door de woorden van het tweede vers, dat mij als een stem van zijnentwege toeklonk: Ve que este dia Sin merecerlo Dartelo quiso En tu consuelo. 2) Een onbeschrijfelijk gevoel van dankbaarheid vervulde toen mijn ziel, zoodat ik moest uit roepen: Het is waar! Dezen dag zie en hoor ik wat mij nimmermeer was wedervaren. God geeft het mij, zonder dat ik het verdiend heb! Dank, dank 0 mijn God! Doch hierbij bleef het niet en mijn indrukken zouden nog dieper worden. Wederom heerschte er een oogenblik stilte, waarna dezelfde, die het lied had voorgelezen, wederom opstond en een boek opslaande, dat op het spreekgestoelte lag, zeide: .Laat ons hooren naar het woord Gods, zooals het be schreven is in Markus X." „Wat nu, het woord Gods, zou dat werkelijk zijn geschreven in dat boek? Laat ons dan met alle aandacht daar naar luisteren." Wordt vervolgdv. L. 3) Merk op hoe heden zonder het verdiend te hebben, Hij het u schenken wil tot uw vertroosting.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1913 | | pagina 2