VOOR ZANDVOORT EN AERDENHOUT No. 13 ZONDAG 27 JULI 1913 2de Jaargang. Aanzien en wegnemen. DE Abonnementsprijs Per Jaargang1.50 3 Maanden0-50 Afzonderlijke nummers005 REDACTIE: G. POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort- Jhr. Dr. M. F. van LENNEP - Aerdenhout. Adres voor de Administratie P SAAF, Burgemeester Engelbertsstr. 9-13 Zandvoort - Telefoon No. 27 Advertentiën 1—5 regels0.55 Elke regel meer0.10 Dienstaanbiedingen 1 —5 regels 0-35 Elke regel meer i„0 06 Bij abonnement extra korting Zondag 27 Juli 1913, Ned. Herv. Gemeente v.m. 10 uur: Ds. G. Posthumus Meyjes. Extra-collecte voor de Kerk. v.m. 1 11 /2 Uhr Deutsch-Evangelischer Gottesdienst (i. d. Prot. Kirche) Pfarrer Hartung, aus Gernrode. Aanzie mijne ellende en mijne moeite, en neem weg al mijne zonden. Psalm 25 vs. 18. Zwaarder dan de last van zijn kwalen, weegt den Psalmist de last van zijn zonden. Aangaande zijn ellende en zijn moeite, is 't hem er alleen maar om te doen dat God er op lette. Wat echter zijn zonden betreft, diè moet God niet alleen genadig aanziendie moeten weg, die moeten weg. De meeste bidders voegen dat werkwoord „wegnemen" bij hun ellende en moeite. En dat andere, „aanzien", bij hun zonden. Van de eersten hebben zij veel meer last dan van de laatsten. Ten opzichte van de zonden, zegt men we zijn allen zondaren en we blijven het, zoolang wij hier op aarde zijn. Ofwel, men troost zich vromelijk met de gedachte dat de Heere Jezus immers voor onze zonden geleden heeft. Hij heeft onze schuld betaald. Daarover behoeven wij ons niet meer ongerust te maken. En zoo worden er, dag aan dag, heel wat gebeden tot God opgezonden, waarin de „zonden" maar terloops of zelfs in het geheel niet worden genoemd, terwijl de „ellende en moeite" nooit wordt vergeten. En toch wat het zwaarste is moet ook het zwaarste wegen De smarten des levens kunnen iemand drukken, neer drukken, dood-drukken. Maar zij kunnen degenen, die God liefhebben, toch nooit van Zijrie liefde scheiden, ook al hebben zij een gevoel dat dit wèl het geval is en is 't, voor hun bewustzijn, als had God hen verlaten. Wat echter onze zonden aangaat, zoolang diè er zijn ziet het er allerdroevigst met iemand uit. 't Zijn onze zonden, die scheiding maken tusschen God en tusschen onsdie ons verhinderen te leven in de gemeenschap met den Heer die ons de blijdschap ontnemen, den moed doen zinken, de veerkracht breken, het geloof doen kwijnen, de hoop blusschen en de liefde vermoorden. Als wij maar geen zonden hadden Hoe zoude dan, ziet het aan Christus, den Zondelooze! hoe zoude dan de Vader altijd met ons zijn en, uit Zijn volheid, zou ons voortdurend toestroomen nieuwe kracht en nieuwe genade levens-genade èn stervens-genade Maar wij hebben zonden! Daarom is ons leven eigenlijk geen leven. Daarom is ons sterven niét een ingaan in het Vaderhuis, maar een neertuimelen in het verderf, in den Hemel is alleen voor heiligen plaats Onze ellende en moeite is geen verhindering om zalig te worden. Maarals onze zonden niet weg gaan, dan zijn wij-zelf weg en dan gaan wij-zelf weg. Voor eeuwig weg! Hoe gaan de zonden weg? Niet van-zelf. Zij slijten niet weg. Wie zijn zonden haar gang laat gaan, zal vroeg of laat ontdekken dat zij zóó zijn voortgewoekerd, dat hij er geheel van is doortrokken, gelijk het stuk papier, dat in de olie ligt, geheel van olie wordt verzadigd. Sommigen trachten hun zonden weg te lachen. Maar dat kan men alleen zijn zonde-bewustzijn. De zonden zélf blijven. Anderen trachten hun zonden weg te denken of weg te werken. Maar dat gelukt toch niet duurzaam. En, al zou 't gelukken, God gedenkt ze. En wij hebben met God te doen. Ook ontbreekt 't niet aan pogingen om zélf zijn zonden weg te nemen. Maar: wie, die 't eerlijk beproefde, kan eerlijk verklaren dat 't hem gelukt is Met al onze goede voornemens en met de kloekste krachtsinspanning brengen wij 't misschien zóóver, dat wij één enkele zonde of enkele zonden overwinnen. Maar de zonden alle zonden Wie kan ze wegnemen, zóó wegnemen, dat ze weg zijn èn weg blijvenDat God van zijn zonden zeggen kan „lk zie ze niet meer?" Er is maar één weg om van zonden vrij te worden. Wat onmogelijk is bij de menschen, is mogelijk bij God. Nie mand kan de zonden waarlijk wegnemen dan alleen God. Zalig de mensch, wien zijn zonden ondragelijker zijn ge worden dan al zijn ellende en zijne moeite. Hij zal vluch ten tot Hem, die machtig is èn bereid al onze zonden te werpen in de diepten der zee. En dus is het al heel gemakkelijk van zijn zonden af te komen? De zondaar heeft zelf niets te doen? God doet 't alléén Dwaze vraag Alsof de grootste passiviteit niet tevens de hoogste activiteit was De patient op de operatie-tafel heeft niets te doen dan zich te laten opereeren. Maar dat niets doen is alles-doen. De dokter, die bij de operatie alles doet, kan niets doen, als niet de patient, die bij de operatie niets doet, alles doet. En dit alles is zich laten opereeren. God neemt de zonden weg. Hij alleen Maar, omdat de zonden niet buiten aan den mensch zijn, doch diep, diep in zijn hart, kan God de zonden niet wegnemen zonder operatie. Bij die operatie is de zondaar lijdelijk. Maar zijn lijdelijkheid is resultaat van zijn algeheele overgave aan God. God, die bij het wegnemen der zonden alles doet, ZOfDAGSBOD VERSCHIJNT EL KEN ZATERDAG

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1913 | | pagina 1