Mededeelingen.
Voor eiken dag.
FEUILLETON.,
kan niets doen, als niet de zondaar, die bij de wegneming
zijner zonden niets doet, alles doet. En dit cilles is God
toelaten de zonden weg te nemen.
Is het niet te begrijpen dat velen niet willen bidden, niet
durven bidden „neem weg al mijne zonden"?
Is dat gebed wel iets anders dan de vraag dood mij,
Heer"?
En toch, zalig de mensch, die 't waagt dat te bidden
van God
Want Die wondt, geneest Die verbrijzelt, richt op Die
doodt, maakt levend.
Die zich door den Heer, onzen Heelmeester, laat ope-
reeren, gaat niet van Hem heen, zonder te danken ge
nezen genezen
P. M.
Mededeelingen, vragen, berichten enz. moeten, om in het eerstvolgend
nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden
toegezonden des Dinsdags, vóór 1 uur namiddags.
Zondag, 27 Juli wordt de maandelijksche extra-collecte
voor de Kerk gehouden.
A.s. Donderdagavond zal, in de samenkomst met jonge
mannen, alhier tijdelijk vertoevende, en die gehouden wordt
in „Ons Huis" om 8V2 uur, de Heer W. Wagenaar, alge
meen-secretaris der C. J. V. „Excelsior" te Amsterdam, als
Leider optreden.
Zuster Dina wacht dienzelfden avond de tijdelijk alhier
verblijvende jonge meisjes in de Wijkkamer van „Ons
Huis".
Evangelisatie-arbeid. Zaterdag, 26 Juli,'s avonds 8 uur in
„Ons Huis" Kindersamenkomst.
Zondag, 27 Juli,'s middags 3 uur, Strandsanienkomst vóór
Hotel d'Orange 's avonds 8 uur, Samenkomst in „Ons Huis".
Woensdag 30 Juli, 's avonds 8 uur, Samenkomst in
„Ons Huis".
Voor de Wijkverpleging werd in dank ontvangen f 10.—
van de familie M en f2. - van mej. L., voor verleende
hulp van de wijkzuster.
FIETS. Zuster Dina kreeg van mej. L. nog één „vóór-
wiel" in den vorm van fl.En dan ontving ik nóg een
aanbieding van een hééle dames-fiets. Natuurlijk heb ik
daarvoor vriendelijk bedankt, omdat de Zuster voorloopig
althans, aan één rijwiel genoeg heeft. Ik vermeld dit aanbod
echter tóch, omdat het 'l hart van haar, die het deed, alle eer
aandoet. En omdat 't nog wel eens uitdrukkelijk mag
gezegd worden dat 't werk en de persoon van onze Wijk
zuster veler sympathie heeft. En dan óok nogomerH.H.
Adverteerders op te wijzen dat deze Zondagsbode wel bij
uitnemendheid geschikt is om hun annonces wereldkundig
te maken. Want het aanbod, waarvan ik sprak, kwam van
iemand heel uit Oostenrijk, waar zij de vraag om een fiets
las in „De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout"
Zuster Heinecken, Directrice van het „Badhuis voor Min
vermogenden" te Zantvoort, verzoekt aan inwoners en bad
gasten haar voor de 100 verpleegden te willen toezenden
badpakjes en speelgoed en vruchten om daarop de patiënten
te kunnen trakteeren.
Een paar maal is 't voorgekomen dat aan de Redactie
werden toegezonden boeken en boekjes ter recensie. Om
de plaatsruimte kon aan dat verzoek evenwel niet worden
voldaan. Wanneer dit blaadje echter in 't najaar, wanneer
het zomer is in ons kerkelijk leven alhier, weer uitkomt
met bijblad, zal in den Zondagsbode ook van tijd tot tijd
een rubriek „Leestafel" worden opgenomen.
Verzameld door C. B.
De zonde heeft wolken van stof opgejaagd tusschen God
en ons. Wij herkennen Hem hoogstens nog uit de verte,
Hem, dien de reinen van harte zien van nabij.
Lamers.
Aan eiken verhuisdag gaan weken van zorg en voor
bereiding vooraf alleen op den laatsten verhuisdag be
reiden velen zich niet voor. N. N.
Bladzijden uit het leven van
een Christen.
door
CAM1LO CALAMITA.
5)
Dat ik den Bijbel destijds volstrekt niet kende,
behoeft eigenlijk niet eens gezegd te worden.
Wel had ik de Heilige Schriften hooren noemen,
maar ik was geheel onbekend met haar inhoud.
Aanvankelijk was mij niet alles duidelijk, doch
van het 17de vers af hoorde ik met gespannen
aandacht en klom steeds mijn belangstelling.
„Hoe nu", dacht ik, „de Heer Jezus, die zooveel
liefdewerken aan allen deed, wil niet dat men
Hem goed noeme! Wie ben ik dan, die mij
zeiven als goed heb beschouwd." En een diep
gevoel van schaamte vervulde mijn ziel Van
lieverlede viel de blinddoek af. die mijn gees
telijken toestand zoo lang voor mijzelven ver
borgen had gehouden en begon ik mijn hoog
moed in te zien van mij goed te wanen omdat
ik niemand eenig leed aandeed, terwijl ik mij
veeleer bij de slechten zou behooren te voegen,
omdat ik alleen voor mijzelven leefde en niemand
eenig goed deed. Welk een verschil met den
Heer Jezus! Doch met steeds grootere belang
stelling volgde ik het verhaal Ja ook ik
heb de geboden onderhouden evenals deze
jongeling, maar toen het wederantwoord van
den Heer ook tot mij klonk: „Een ding ont
breekt u, verkoop wat gij hebt, geef het den
armen, en neem uw kruis op en volg mij",
voelde ik evenals hij, een diepe droefheid. Die
woorden des Heeren verschrikten mij.
Hoewel ik niet rijk kon genoemd worden, had
ik toch een goed bestaan en bliksemsnel zag
ik in, dat zoo ik den Heer wilde volgen, ik
mijn betrekking bij een patroon, die zeer fana
tiek was, onvermijdelijk zou verliezen. Wat
dus te doen Hoe zwaar is die keuze
Het gebed, dat daarop volgde, verre van den
storm die in mijn ziel was opgestoken, tot be
daren te brengen, maakte den strijd nog hevi
ger, zoodat ik, geheel uitgeput, gaarne een
zetel had gevonden om even uit te rusten maar
alle banken waren bezet en ik moest tot het
einde staande blijven.
De preek over Markus 10: 46-53, die over de
genezing van den blinden Bartimëus handelde,
was even toepasselijk op mij als het verhaal
van den rijken jongeling, en wederom scheen
het mij als of de leeraar mijn gedachten kon
lezen en alsof ieder zijner woorden opzettelijk
tot mij was gericht. Alles staat mij nog voor
den geest, doch de laatste woorden alleen wil
ik hier aanhalen: „De Heer gaat thans ook
ieder van u voorbij. Zult gij Hem roepen, zoo
als de blinde deed, niet eens, maar herhaaldelijk
totdat gij Zijn antwoord verneemt? Of zult gij
u laten terughouden door den mantel uwer
vooroordeelen of door dien van uw rijkdom en
aanzien bij de menschen of door dien van uw
zonde? Wilt gij niet liever den moed hebben
van den blinden Bartimëus en, alles wegwer
pende wat u in den weg staat, gehoor geven
aan de stem van Hem, die thans ook tot u zegt:
„Heb goeden moed!" Sta op, Jezus roept u
want ook gij hoort zijne stem. Werpt dan een
ieder van u uw mantel af, waagt het op zijn
zijn woord en gij zult ondervinden, dat ook gij
genezing zult ontvangen, en onder het volgen
van Jezus zal zijn liefdevolle stem u toeroepen
„Uw geloof heeft u behouden, gaat heen in
vrede!" Amen.
Bij het einde van de preek schenen mijn
krachten ook ten einde te zijn. Zou ik besluiten
mijn mantel weg te werpen om tot Jezus te
gaan?... en wat weerhield mij om dit onmid
dellijk te doen
Weldra klonken wederom de orgeltonen en
na het zingen volgde het nagebed, besloten
door het „Onze Vader", en daarna het uitspreken
der geloofsbelijdenis, waarbij het mij trof het
woord „algemeen" gevoegd te zien bij die der
Christelijke kerk: „Ik geloof eene heilige al-
gemeene Christelijke kerk"; overigens vond ik
er geen verschil in met het Credo, dat ik van
mijn jeugd af had gekend.
(Wordt vervolgd), v. L.