Een vrome Zondag Hon een heele dnvronte weel; niet goedmaken
Voor eiken dag.
Mededeelingen.
FEUILLETON.
Verzameld door C. B.
Hervormingen zijn de vrucht van ingespannen arbeid en
langzaam vooruitkomenge moet niet denken dat ze zoo
maar in eens, als Minerva uit het hoofd van Jupiter, op
een goeden dag te voorschijn springen.
Bismarck.
Ebbe en vloed zijn geweldige bewijzen van de kracht
der zee. Ook in het geestesleven der menschheid is ebbe
en vloed. Maar de ebbe is evenzeer een teeken van leven
als de vloed; niet een teeken des doods.
Lhotzky.
Als iemand met zich zelf schertst, laat het zich niet
verwachten, dat anderen hem ernstig behandelen.
Bridges.
juist wanneer men voor een rijtuig of wagen is uit
geweken, loopt men 't meest gevaar van overreden te
worden. Kijk dus goed uit uw oogen, wandelaar op de
drukke straten dezer tegenwoordige wereld.
E.
Het wil er bij ons zoo moeilijk in, alles op den Heer
te werpen, en daardoor noodzaken wij Hem dikwijls ons
zwaarder lasten op te leggen, dan anders noodig zou ge
weest zijn. Nemen wij bij een gewicht van tien pond niet
tot Hem onze toevlucht, dan legt Hij er ons vijftig op, en
zoo altijd meer, totdat wij het eindelijk opgeven en alleen
bij Hem hulp gaan zoeken.
George Muller.
Een schitterend genie kan men bewonderen, doch niet
nastrevenwant het is de adel der geboorte. Een edel
karakter kunnen wij navolgen; want dit is het burgerrecht
der menschheid.
N. N.
Menigeen zou o zoo gaarne het slagveld ontvluchten
hij blijft alleen maar omdat het hem ontbreekt aan den
moed om laf te zijn. Eremita.
Mededeelingen, vragen, berichten enz. moeten, om in het eerstvolgend
nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden
toegezonden des Dinsdags, vóór I uur namiddags.
A.s. Zondag, den 14den Sept., zal de gewone maande-
lijksche extra-collecte voor de kerk gehouden worden.
In het collectezakje voor de armen werd verleden Zondag
met dank een gouden tientje gevonden.
Mevrouw P. M. vermeldt met grooten dank de ontvangst
van de volgende giften: van mevrouw v. T.—H. v. M. te
Bentveld f5.voor de Kraamvrouwen-vereeniging en f5.—
voor de Naaischool.
Van mevrouw v. T.—W. te Bloemendaal, tijdelijk te
Zandvoort, f5.voor de Kraamvrouwen-vereeniging en
f 5.— voor de Naaischool.
Van mevrouw v. T. N. te Aerdenhout f5.voor de
Kraamvrouwen-vereeniging en f5.— voor de Naaischool
en van een jaarlijksche contributie van f 10.voor de
Kraamvrouwen-vereeniging en van f 5.voor de Naai
school van mevrouw W.— B. te Zandvoort.
Zondagsschool! Aan onderwijzeressen en onderwijzers
(ook dezen laatsten wordt verzocht geen plaatsvervanger
te sturen maar persoonlijk present te zijn zij medegedeeld
dat er a.s. Zaterdagavond, den 13den September, in de
consistoriekamer om 8 uur een onderlinge bespreking zal
plaats hebben met het oog op den te openen cursus.
Evangelisatie-arbeid. Zaterdag, 13 Sept., 's avonds 8 uur,
Kindersamenkomst in „Ons Huis".
Zondag, 14 Sept., 's avonds 8 uur, in „Ons Huis" Sa
menkomst.
De kwitanties voor de jaarlijksche bijdragen voor de
Diaconie worden voor zoover ze nog niet zijn geincasseerd
dezen maand aangeboden.
Maandagavond om 8 uur vergadert de Zandvoortsche
Vrouwenkrans in „Ons Huis".
De Jongelings-vereeniging houdt Donderdagavonds haar
samenkomsten in „Ons Huis".
Bladzijden uit het leven van
een Christen.
DOOR
CAMILO CALAM1TA.
12)
„Inderdaad vroeg ik verheugd en verrast-
,,Ja, want in dien gezegenden nacht heb ik
gevoeld en ondervonden wat de liefde, de vrede
en de vreugde zijn, welke de Heer Jezus geeft.
Al het overige is door mij vergeten en mij
niets meer waardhierin alleen is mijn leven
„O, laat ons God danken voor zulk een zegen
riep ik vol vreugde uit.
Daarna begon ook zij de Protestantsche gods
dienstoefeningen bij te wonen, en telkens gaven
dezen haar het geestelijk voedsel, waaraan zij
behoefte had.
Intusschen rezen er al meer en meer moeilijk
heden tusschen ons en sommige leden van het
gezin mijner aanstaande, die van lieverlede
zeer afkeerig waren geworden van eene ver
bintenis tusschen haar en een ketter; en be
sloten hadden dat hiervan niets komen mocht.
Doch wij gaven onze zaak in Gods handen en
Hij heeft ons vertrouwen niet beschaamd, hoe
wel kommer en verdriet niet ontbroken hebben
en onze lijdzaamheid soms op eene zware proef
werd gesteld. Tegen alle verwachtingen ingaf
de moeder mijner verloofde eindelijk haar toe
stemming tot ons huwelijk, maar tevens wilde
zij niets meer van ons weten en liet ons geheel
aan ons lot over. Voorts wilde zij zich niet
bezoedelen door een protestantsche kerk binnen
te gaan en verzocht daarom mijn moeder, die
het Evangelie was toegedaan, om in haar plaats
haar naam op de registers in te schrijven-
Eenige dagen later werd ons huwelijk in de
kerk van Madera Baja ingezegend in het bijzijn
van een talrijke schare, waaronder zich ook de
zuster mijner bruid bevond, die, in weerwil
van haar vooroordeelen, toch verklaarde zeer
ingenomen te zijn met de wijze, waarop die
plechtigheid werd verricht. Wij traden uit het
heiligdom met lof en dank aan den Heer. die
ons tot hiertoe had gezegend en met volkomen
gerustheid aangaande ons verder lot, dat wij
ondei Zijn leiding stelden. Ook droegen wij in
onze hand den onwaardeerbaren schat van zijn
Woord, een prachtexemplaar van den Bijbel,
ons door den leeraar geschonken, en waarin
wij sedert dien dag zoo dikwijls de kracht en
vertroosting hebben gevonden, die wij zoo zeer
behoefden in de beproevingen, die later ons
deel zijn geworden en waarvan wij destijds
niets vermoedden.
Ja, van dien dag af is die Bijbel steeds on
afscheidelijk van mij geweest, zoodat het een
behoefte voor mij werd hem aldoor te lezen
en bij elke gelegenheid te raadplegen, en hoe
zou ik ooit kunnen uitspreken hoeveel ik aan
de strenge waarschuwingen, de getrouwe raad
gevingen en de bemoedigende verklaringen van
Gods liefde, daarin vervat, verschuldigd ben 1
Intusschen ging de tijd voorbij en verdwenen
ook van lieverlede onze spaarpenningen. Toen
was het dat de Booze mij in mijn geloof zocht
te doen wankelen en daartoe sommigen ge
bruikte, die mij zeiden dat ik het onmogelijk
bij het rechte eind kon hebben, daar het mij
anders niet zoo zou tegenloopen, terwijl anderen
beweerden dat ik door God verlaten en ver
oordeeld was, want indien de wijze waarop ik
God aanbad, Hem welgevallig ware, dan zou
Hij mij ongetwijfeld ter hulpe zijn gekomen.
Zelfs in het huis, waar wij onzen intrek hadden
genomen en dat ook door de zuster mijner
vrouw werd bewoond, zagen wij niets dan van
ons afgekeerde en sombere gezichten, en in
onze onmiddellijke omgeving was ons niemand
genegen, zoodat het mij nog niet had mogen
gelukken een betrekking te vinden, ondanks de
vele daartoe door mij aangewende pogingen.
Wordt vervolgd), v. L.