Zandvoort is geen welvarend dorp, want het kent geen Zondagsrust.
Voor eiken dag.
Mededeelingen.
WC ATTENTIE!!
FEUILLETON.
Hij laat de zondaren dan niet los.' Bij de gratie schenkt
Hij ook de eere. De geboeide slaaf wordt geen geredde
slaaf. Hij wordt hersteld in den rang van kind. In de zalig
heid die er op volgt, volmaakt God de verlossing die Hij
schenkt.
Verlossing én zaligheid.
Wie de verlossing begeert, maar de zaligheid niet wil,
begeert het begin, maar weigert de voortzetting en het einde.
Hij wil wèl den weg, maar wil niet het doel. Hij zegt
tegen God: maak mijn banden los, maar laat mij dan ook
verder ongemoeid, mijn eigen heer en meester zijn!
Wie de zaligheid begeert, maar de verlossing niet wil,
begeert de voortzetting en het einde, zonder eerst het begin
te hebben gekend. Hij wil wèl het doel, maar wil niet den
weg. Hij zegt tegen God geef mij uw heil, maar laat mijn
banden blijven
Alsof het begin er niet alleen is om het einde.
Alsof het einde mogelijk is zonder het begin.
Zondaar, gij moet verlost worden
Verloste, gij moet zalig worden!
Zalige, gij moet als een verloste leven
P. M.
Verzameld door C. B.
Gods kinderen worden er altijd toe geroepen rustver
stoorders te zijn. Jezus zegt: ik beu niet gekomen om
vrede te brengen, maar het zwaard. N. N.
Als ik omkom, welnu Hij, die mij geschapen heeft,
zal vader zijn voor mijn zoon, en man voor mijn vrouw,
en raadgever voor mijn medeburgers, en prediker voor
mijn gemeente, en dit alles veel, veel beter dan ik zelf
ben, Luther.
Bloemen te brengen op iemands graf is wel heel lief,
maar er schuilt veel meer liefde in het streven iemand
bloemen op zijn weg te strooien terwijl hij nog leeft.
E.
Onze Vader maakt ons nest koud en hard om ons aan
't zoeken te brengen naar het warme, zachte nest, dat Hij
voor ons gebouwd heeft in de armen Zijner liefde.
Miller.
Het is beter de kinderen mee te nemen naar de werk
plaatsen dan naar de winkels, want in de werkplaats zien
zij den arbeid van een mensch, en in den winkel alleen
het resultaat, en dan bestaat er gevaar, dat de inspanning
vergeten wordt. Wagnee.
Vrees nooit gevaar, wanneer Hij, die over alle gevaren
gebiedt u in oor en harte fluistert: „Ik ben aan uwe zijde."
Lavater.
Ik heb de vaste overtuiging dat b. v. de uitvinding van
den stoom veel bevorderlijken voor den bloei van het
rijk van Christus geweest is dan de vaststelling van
allerlei dogma's op dè concilies van Nicea en Chalcedon.
Rothe.
Mededeelingen, vragen, berichten enz. moeten, om in het eerstvolgend
nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden
toegezonden des Dinsdags, vóór 1 uur namiddags.
Tot nader bericht moeten alle stukken voor
„De Zondagsbode" worden toegezonden aan
Jhr. Dr. M. F. van Lennep te Aerdenhout.
De Huwelijksinzegening op Donderdag, 25 September,
zal niet om 12 uur, doch om 121/g plaats hebben, door
Ds. Gerth van Wijk van Bennebroek.
De extra-collecte, 1.1. Zondag voor de Kerk gehouden,
heeft opgebracht f74.93. In het zakje bevond zich o.a.
een bankbillet van f'40.
Kerkvoogden danken de milde gevers hartelijk.
ZondagsschoolDeze vangt a.s. Zondag, 21 September,
weder aan. Nieuwe leerlingen worden niet voor Kerstmis
aangenomen.
Attestatie in aangevraagd naar Heemstede door Elisabeth
Keur.
Evangelisatie-arbeid. Zaterdag, 20 Sept., 's avonds 7'/s
uur, Kindersamenkomst in „Ons Huis".
Zondag, 21 Sept., 's avonds 8 uur, Samenkomst in „Ons
Huis".
Bladzijden uit het leven van
een Christen.
DOOR
CAM1LO CALAM1TA.
13)
Soms, bij het zien hoe alle deuren zich om
mijn godsdienstige overtuigingen voor inij slo
ten, was ik ais buiten mijzelven van angst en
droefheid en ontviel mij de klacht„O mijn
Qod, waarom verlaat Gij mij waarom komt
Gij mij niet te hulp? Heb ik niet alles om
uwentwil opgegeven? Ziet Gij niet, hoe allen
mij verachten en zeggen, dat Gij u van mij in
toorn hebt afgewend?" Doch dan was het weer,
alsof een stem tot mij zeideneem uw Bijbel,
lees Gods Woord, overdenk Zijn wegen, wacht
op Hem en, wat er ook gebeuren moge, laat
nooit uw vertrouwen op Hem varen. Ik sloeg
dan gewoonlijk het boek der Psalmen op en
vond in het smartelijk lijden, waarvan David
gewag maakt, en in de hemelsche vertroostin
gen die hij mocht ondervinden, een rijke bron
van bemoediging voor mijn geestelijk leven.
Ach niemand kent de waarde der Heilige
Schrift en welke schatten zij inhoudt, die niet
door soortgelijke diepe wateren van angst en
smart is gegaan, zooals ik die gekend heb!
Intusschen was mijn vrouw gelukkiger ge
weest dan ik met het bekomen van werk, maar
hoewel zij den ganschen dag doomaaide, was
het daarvoor verkregen loon ontoereikend om
in onze ineest dringende behoeften te voorzien.
Het was dientengevolge noodzakelijk, dat wij
het eene stuk na het andere van ons eenvou
dig meubilair verkochten of verpandden, totdat
ons daarvan nagenoeg niets meer overbleef dan
mijne met fraai ingebonden boeken gevulde
kast, die mij nog meer waard was dan al het
overige te zameu, en ik deinsde terug bij de
gedachte, dat ik wellicht zulk een schat zou
moeten prijsgevenen toch heeft de Heer ook
dit offer van mij geëischt. De bevalling mijner
vrouw was aanstaande en er moest in het on-
ontbeerlijkste worden voorzien, te meer daar
het ijdel was den geringsten bijstand van eenig
lid van haar familie te verwachten.
Toen ik mijn vrouw mijn besluit mededeelde
om mijn boeken te verkoopen sprongen haar
de tranen in de oogen en wilde zij er aanvankelijk
niet van hoorendoch ook zij erkende dat er
geen uitweg was en dat dit voor mij zoo pijn
lijk offer moest gebracht worden. Dienzelfden
avond begaf ik mij naar een boekenstalletje,
waar ik de noodige schikkingen trof met den
eigenaar, die den volgendenden morgen vroeg
terugkwam met een bediende om zijn schat
weg te voeren. Dien nacht kon ik geen oog
sluiten. Na de boeken één voor één te hebben
nagezien, zeide hij: „Hoeveel vraagt gij daar
voor De boeken hadden mij meer dan 2000
realen gekost (f250.—maar wel inziende, dat
ik mij met een spotprijs zou moeten tevreden
stellen, zeide ik: ..Zoudt gij er 500 realen
(f62 50) voor willen geven?" Met een schate
rend gelach begroette hij dit voorstel. .500
realen zijt gij niet goed bij uw zinnen
„Het is niets te veelwat wilt gij er dan
voor geven?''—
„Vier duros (flD.—omdat ik niet behoor
tot dezulken, die van een goede gelegenheid
misbruik willen maken."
Verontwaardigd zag ik hem aan mijn vrouw
weende.
„Welnu, doet gij het? ja of neen zeide hij
wederom. Na eenige woordenwisseling kwamen
wij overeen, dat hij zich mijn geliefde boeken
voor 100 realen (f 12.50) zou toeëigenen, en
weldra zag ik ze allen in de tot dat doel mede
gebrachte zakken van zijn bediende verdwijnen.
Alles hadden zij medegenomen, met uitzonde
ring van onzen kostbaren Bijbel, waarin wij
ook toen wederom die troost en sterkte vonden,
welke hij ons van Gods wege telkens heeft
geschonken.
Wordt vervolgd), v. L.