VOOR ZANDVOORT EN'AERDENHOUT No. 25 ZONDAG 19 OCTOBER 1913 2de Jaargang. Een roepstem tot bekeering. DE ZONDAGSBODE VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG Abonnementsprijs Per Jaargang1.50 3 Maanden0.50 Afzonderlijke nummers005 REDACTIE: G. POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort- Jhr. Dr. M. F. van LENNEP - Aerdenhout. Adres voor de Administratie P. SAAF, Burgemeester Engelbertsstr. 9-13 Zandvoort - Telefoon No. 27 Advertentiën 1—5 regels0.55 Elke regel meer„0.10 Dienstaanbiedingen 1—5 regels 0.35 Elke regel meer0.06 Bij abonnement extra korting Zondag 19 October 1913, Necl. Herv. Gemeente v.m. 10 uur Dr. A. H. de Hartog, Predikant te Haarlem. Extra-collecte voor het onderhoud van kerk en pastorie. Nochtans hebt gij u niet bekeerd tot Mij, spreekt de HEERE. AMOS 4 6. Het is een droevige klacht, die wij hier bij den profeet Amos lezen; een vijfmaal herhaald refrein; nochtans hebt gij u niet bekeerd tot Mij, spreekt de HEERE. Wat is eigenlijk een profeet? Niet eenvoudig iemand, die de toe komst voorspelt, zooals de meeste menschen denken; o neen, verreweg de minste profetieën betreffen de toekomst. Neen, een profeet is iemand, die den geestelijken achtergrond der dingen ziet, die in den loop der geschiedenis de hand Gods opmerkt en wien door den Heiligen Geest een boodschap Gods tot boete en bekeering of vertroosting van zijn volk is opgedragen. Amos was geen profeet van professie of profetenzoon; hij was een der veeherderen van Tekoamaar God riep hem en gaf hem een ernstige boodschap voor Israël mede. De klacht van Amos komt overeen met die van Jesaja 1:11 enz.uiterlijke godsdienst, maar geen godsdienst des harten. Offers in menigte, maar de HEERE kan ze niet zien, omdat zij niet gepaard gaan met een leven dat Hem verheerlijkt. Zoogenaamd wordt Jahwe gediend, maar in den grond het gouden kalf, en daarmede gaan allerlei zondige praktijken gepaard. Zulk een toestand is hoogst gevaarlijk voor de ziel van den mensch. Want die mensch gaat al spoedig meenen dat alles volmaakt in orde is, omdat hij, naar een afschuwelijke uitdrukking die ook nog in onze dagen gangbaar is, zijn uiterlijke godsdienstplichten vervult, en hij weet niet of wil niet weten, dat God aan die godsdienstplichten een walg heeft, omdat zij Hem onteeren, in plaats van te verheer lijken. Dwaalt niet, God laat zich niet bespotten En daar de mensch door zegeningen, noch door waar schuwingen zich heeft laten leiden of gezeggen, komt God, de trouwe Vader, die niet wil dat zijn kinderen verloren zullen gaan, maar daarin lust heeft, dat zij zich bekeeren en leven, met zijn oordeelen. Zoo ging het Israël in de dagen van Amos. Hongersnood en droogte, pestilentie en oorlog waren over het volk gekomen, maar alles te vergeefs. Nochtans hebt gij u niet bekeerd tot Mij spreekt de HEERE Het volk zag in die oordeelen droevige omstandigheden, waartegen zij waarschijnlijk hevig murmureerdenmaar Amos, de van Gods geest verlichte profeet, ziet den gees telijken achtergrond van die gebeurtenissen, herkent daarin de oordeelende hand Gods en hoort daarin de stem des HEEREN, die tot bekeering roept. Nochtans hebt gij u niet bekeerd tot Mij, spreekt de HEERE. Er is bijkans niets weemoedigers dan een lijden dat te vergeefs geleden wordt dat God gezonden had om ons tot inkeer te brengen en dat over ons heen gaat zonder eenigen indruk achter te laten, dat ons integendeel verbittert en verhardt. Komt dat in onze dagen, komt dat bij ons nooit meer voor? O die profetie van Amos, 2700 jaren geleden uitgesproken, is nog zoo aktueel, heeft ons, kinderen der twintigste eeuw, nog zooveel te zeggen Hoe vaak is God ook niet tot ons gekomen met zijne, in liefde slaande hand; teleurstellingen, ziekte, lijden, rouw, verlies van vermogen of gezondheid, het kwam over ons, en de Heilige Geest sprak in de stilte tot ons en zeide ons waarom dat was, maar wij wilden niet luisteren of ja, wij beloofden o zoo veel om maar van die oordeelen af te komenmaar het ging alles voorbij als een morgenwolk wij bleven die wij waren. Wij hadden te vergeefs geleden Nochtans hebt gij u niet bekeerd tot Mij, spreekt de HEERE. En dan komt eindelijk de laatste waarschuwing; dan komt het einde. Zie vers 12: Schik u o Israël! om uwen God te ontmoeten. Is Israël voor die ontmoeting bereid Niet, als het onbe- keerlijk en onbekeerd blijft. Vreeselijk is het dan te vallen in de handen des levenden Gods. Schik u om uwen God te ontmoeten! Die roepstem komt ook eenmaal tot ons. Wie weet hoe spoedig, wie weet hoe onverwachts. Zijn wij bereid om onzen God te ontmoeten? Die ontmoeting kan vreeselijk, maar zij kan ook heerlijk zijn. Voor hem, die Jezus Christus als zijn Heiland en Heer liefheeft en dient, en God als zijn Vader kent, is zij heerlijk. Bekeer mij, zoo zal ik bekeerd zijn, want Gij zijt de HEERE mijn God. Amen. v. L. GELIJK IN 'T DONKER WOUD. Gelijk in 't donker woud, van schaduwen omgeven. Een heldre zonnestraal door 't dichte lover dringt, Zoo breekt gij vriendlijk door, o Geest van licht en leven, In 't droevig hart uws kinds door twijfeling omringd. Helaas 1 wie zal 't getal van onze smarten tellen Hoe vaak moet 's pelgrims tocht door wildernissen gaan Maar daar zelfs o mijn God ontspringen uwe wellen Ook daar biedt ons uw rots een veiige schuilplaats aan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1913 | | pagina 1