VOOR ZANDVOORT EN AERDENHOUT
No. 33
ZONDAG 14 DECEMBER 1913
2de Jaargang.
Advent.
Voor eiken dag.
DE ZONDAGSBODE
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG
abonnementsprijs
Per Jaargang1.50
3 Maanden0.50
Afzonderlijke nummers005
REDACTIE:
G. POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort-
Jhr. Dr. M. F. van LENNEP - Aerdenhout.
Adres voor de Administratie
P. SAAF, Burgemeester Engelbertsstr. 9-13
ZANDVOORT - TELEFOON No. 27
Advertentiën 1—5 regels0.55
Elke regel meer„0.10
Dienstaanbiedingen 1—5 regels 0.35
Elke regel meer0 06
Bij abonnement extra korting
Zondag 14 December 1913, Ned. Herv. Gemeente
v.m. 10 uur: Ds G. Posthumus Meyjes.
III. God ontmoeten.
Schik u om uwen God te ontmoeten'
Amos 4 vs. 12b.
Nog eenmaal verleg ik den klemtoon, nü op het woordje
„ontmoeten".
Ziedaar ons het geheim der waarachtige Kerstblijdschap
ontsluierd deze is voor hen, bij wie het is gekomen en
telkens opnieuw komt tot eene ontmoeting met God.
Veler leven is ééne poging om God uit den weg te gaan.
Het paradijsverhaal doet ons de eerste menschen zien als
zich verbergende voor God, toen zij gezondigd hadden.
Wij weten dat het hun niet is gelukt. En natuurlijk waar
zou iemand zich kunnen onttrekken aan het oog van Hem,
voor Wien de duisternis is als het licht? Toch belet deze
verstandelijke overtuiging de menschen ook tegenwoordig
niet om even dwaas te handelen als hun stamvader en-
moeder hebben gedaan. Zeker, niemand zal zich meer voor
voor Gods alziend oog trachten onzichtbaar te maken door
weg te kruipen in het struikgewas. Maar er zijn wel andere
schuilhoeken. Er zijn er die zich begraven onder de zorg
vuldigheden dezer wereld die wegschuilen achter een
staketsel van verstandelijke bezwaren die zich onderdom
pelen in een storm van zingenot; die verstoppertje spelen
achter de leer van 's menschen onmacht om voor den dag
te komen als Gods stem roept die zich vromelijk terug
trekken, vragende mag ik wel ben ik wel bedoeld
En zoo komt en gaat het eene Kerstfeest na het andere.
Maar ongezegend zijn en blijven zij. Geen wonder, want
zij vermeden zorgvuldig datgene, waartoe het juist komen
moetde ontmoeting met God.
Wat is dat eigenlijk: God ontmoeten? Het is niet het
zelfde als het naderen tot Hem. Het naderen gaat aan het
ontmoeten vóóraf. Het is ook niet hetzelfde als het zoeken
van God. Het komt niet tot het ontmoeten, als het niet
eerst kwam tot het zoeken. Maar ook, als het zoeken wordt
opgegeven, blijft het ontmoeten uit. Ontmoeten is: vinden,
gevonden hebben. Ontmoeten is: het doel bereiken, rusten.
Toch ligt er in dat woord „ontmoeten" nog iets anders en
iets meerders. Bij een ontmoeting bewegen de betrokken
personen zich van weerskanten naar elkander toe. Naderen
kunnen twee elkaar, zonder evenwel bij elkaar te komen.
De een kan den ander ontvluchten van elkanders verblijf
niet op de hoogte, loopen zij elkaar straks voorbij. Twee
menschen kunnen elkaar zoeken, zonder elkaar echter te
vinden hetzij omdat de een zich voor den ander verborgen
heeft of omdat een van beiden, zoekens moede, het zoeken
opgaf. Twee menschen kunnen elkaar ergens aantreffen,
zonder dat zij het zoo hadden bedoeld, onopzettelijk, toe
vallig. Maar bij het ontmoeten is dit alles anders. Hierbij
staat het opzettelijke, het gewilde op den voorgrond. Hier
is het zoeken met vinden bekroond en de vinder doet de
ontdekking dat het gevondene door den zoeker ook gevonden
wilde worden.
Pas dit nu toe op de vermaning van den tekst. God
ontmoeten sluit in den eisch zoek Hem, vraag naar Hem,
ga tot Hem. Zorg er voor dat gij van de kribbe van
Bethlehem niet heengaat zonder God gevonden of hervon
den te hebben als üw God 1
Toch is die roepstem, hoe goed ook bedoeld, wetpredi-
king en geen Envangelieverkondiging. Vol van beloften
is daarentegen dat woord „ontmoeten" in de Advents
boodschap „schik u om uwen God te ontmoeten." Nu
wordt dus niet alleen gezegd gij moet tot God gaan, maar
ook God komt tot U. Wie tot God nadert, zal bemerken
dat God nadert tot hem. En bij iedere schrede voorwaarts,
krimpt de afstand in. De pelgrim meenthet is maar één
schrede, één enkele wanneer zal ik er komen Maar hij
vergeet dat het telkens twéé schreden zijn, één van weers
kanten. Een van God en een van hem. En zoo zal het,
éér hij het zelf vermoedt, tot de gewenschte ontmoeting
komen.
Mijn Lezer 1 God komt naar u toe. Zie toe dat gij Hem
ontmoet 1
Hij is in het kindeken van Bethlehem tot u gekomen.
Hij eerst tot U. Kom gij nu tot Hem. Nu Hij eerst tot U
ging, kunt gij ook komen tot Hem. Ma
komen op de Hem welbehagelijke wijze
ar vergeet met te
Hoe zal ik U ontvangen,
Hoe wilt Gij zijn ontmoet,
O, 's werelds hoogst verlangen,
Des stervelings zaligst goed
Dat ons uw Geest verlichte
Houd zelf den fakkel bij,
Die, Heer 1 ons onderrichte
Wat U behaaglijk zij!
P. M.
Verzameld door C. B.
De ellendigste wezens, die er door de wereld wandelen,
zijn „knorrepotten." Smiles.
Droomen, zooals Jacob die.had te Bethel, worden niet
gedroomd door menschen die op een donzen hoofdkussen
lekker liggen te slapen. P. du Moulin.
Woorden zijn voor gedachten wat het goud is voor dia
manten. Het is noodig om ze vast te houden, maar er is
slechts een beetje van noodig. Voltaire.