Uit de Gemeente.
Mededeelingen.
Voor eiken dag.
Seen boodschappen doen op Zondag! Ook de winkelier heeft graag een rustdag in de week.
FEUILLETON.
OPROEPING.
Den Lezers Heil!
De Kerkeraad der Nederduitsche Hervormde Gemeente te
Zandvoort, overwegende dat het wenschelijk is zich geheel op
de hoogte te stellen van allerlei toestanden in deze kerkelijke
gemeente, (waartoe ook een deel van Bentveld en Aerdenhout
behoort) ten einde hare belangen naar behooren te kunnen
behartigen; overwegende dat daartoe het persoonlijk be
zoeken van alle huisjezinnen beslist noodzakelijk is;
dat bet öndoenlijk is, voor één persoon of voor zeer weinige
personen, dit werk naar behooren te verrichten, in verband
met de uitgebreidheid der gemeente, de dagen en uren
die voor het bezoeken het meest geschikt zijn èn de wen-
schelijkheid dat het bedoelde onderzoek spoedig plaats hebbe
roept volwassen personen, liefst uit alle standen, zoowel
van 't mannelijk als van het vrouwelijk geslacht, op om den
Kerkeraad bij bovengenoemden arbeid behulpzaam te wezen-
Hun, die zich beschikbaar stellen, zal nader worden bekend
gemaakt wanneer de Kerkeraad een samenkomst met hen
hoopt te houden, waarin nadere mededeelingen zullen worden
gedaan, het plan des Kerkeraads betreffende, en alle ge-
wenschte inlichtingen zullen worden verstrekt.
De Kerkeraad vertrouwt dat het uitgesproken voornemen
Velen welkom zal wezen, als biedende hun een schoone
gelegenheid om, door de liefde van Christus gedrongen, met
den Kerkeraad, onder leiding van den Predikant, mede
te arbeiden tot bevordering van het geestelijk heil dezer
geme.ente
En verzoekt dat dezen zich, mondeling of schriftelijk, daartoe
bij den Predikant opgeven.
De Kerkeraad voornoemd,
G. POSTHUMUS MEYJES, Predikant.
J. SNIJER, Ouderling.
W. H. DRIEHUIZEN,
J. M. V. BRUMMELEN,
H. C. VOET, Diaken.
K. v. D. MIJE,
Zandvoort, December 1913.
Mededeelingen, vragen, berichten enz. moeten, om in het eerstvolgend
nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden
toegezonden des Dinsdags, vóór 1 uur namiddags.
Op den eersten Kerstdag wordt de maandelijksche extra-collecte
voor de Kerk gehouden Den twééden Kerstdag is er geen dienst,
van wege het Kerstfeest 's avonds met de kinderen.
De e.v. Doopsbediening is vastgesteld op Zondag 11 Januari 1914.
De Bevestiging van Kerkeraadsleden heeft plaats op Zondag 4Januari.
Het Kerstfeest met de kinderen van de Zondagsscholen heeft, evenals
verleden jaar, in „Zomerlust" plaats. Het is bepaald op den 2den
Kerstdag, 's avonds om 6 uur De ruimte laat niet toe om ook de
Ouders uit te noodigen daarbij tegenwoordig te zijn. De ingang is
aan de achterzijde, Baan.
Eiken Donderdagavond om 8 uur 's avonds is er Bidstond ten huize
van den Heer van Brummelen, Kostverlorenstraatweg 28.
Maandagavond vergadert om 8 uur de Vrouwenkrans in „Ons Huis."
Mevrouw Posthumus Meyjes, 's Woensdags tusschen 2 uur en
half 6 thuis zijnde om bezoek te ontvangen, kan dat niet doen op
24 en 31 December.
Evangelisatiearbeid. Zaterdag, 20 Dec. 's avonds 71/, uur, Kinder
samenkomst in „Ons Huis". Zondag 21 Dec. 's avonds 7 uur, Openbare
Samenkomst, met medewerking van het Nat. Chr. Geheelonth. Zang
koor, in „Ons Huis". Maandag, 22 Dec. 's avonds 7 uur, Vergadering
met alle helpers in de Evangelisatie, ten huize van den heer Schmidt.
Woensdag, 24 Dec. 's avonds 7 uur, Handwerkcursus voor meisjes.
Donderdag le Kerstdag, 's morgens 6 uur in „Ons Huis" Kerst
samenkomst bij verlichten kerstboom met kinderzang; 's avonds 7
uur, Samenkomst, eveneens bij verlichten boom. Vrijdag, 2de Kerst
dag, 's avonds 7 uur, Lichtbeeldensamenkomst in „Ons Huis".
In dank is voor den houtsnijcursus ontvangen een mooie partij
hout van den hr. J.
Verzameld door C. B.
Eigengerechtigde Farizeën en spitsvondige Schriftge
leerden en heiilooze Sadduceën hebben altijd het Kerstfeest
verslapen en geen open hemel aanschouwd, noch het
Engelenkoor gehoord. E. Frommel.
Wendelmoet Klaasdochter.
(Slot.)
Maar nog rustte de geestelijkheid niet; kon
het zijn, de Kerk moest hier in de uiterste
oogenblikken nog een triomf vieren, al was
't alleen voor de leus, door 't lichtgeloovig
volk in den waan te brengen, dat Wendelmoet
herroepen had. De aanblik van den brandsta
pel zou haar misschien doen wankelen
„neen," hernam zij, „des Heeren wille moet
geschien." Zoo veel kwelling was zelfs den
beul te machtig. „Moeder," sprak hij, „blijf by
Godt ende laet u van Godt niet trecken."
Neen. dat liet zij zich niet. Zelve trad zij aan
den worgpaal, ontknoopte haar halsdoek en
wierp zich den strop om. Nog eens treedt de
monnik op haar tóehij zal nu trachten door
dubbelzinnige vragen zijn oogmerk te berei
ken, want wat zij daar op antwoorden moet,
kan later in dier voege voorgesteld worden,
dat er niets schijnt te ontbreken aan het be
wijs, als ware zij inderdaad als een berouw
hebbende dochter der Kerk gestorven.
„Wendelmoet," zegt hij op meewarigen toon,
„wilt ghy ook geerne sterven als een christen-
mensche?" „Jae ick," luidt het antwoord.
„Verloochent ghy alle ketterye Wederom:
„Jae ick". „Dat is goed," roept hij uitreeds
heeft hij bijkans haar verstrikt in haar ant
woorden nog één vraag „ist u oock leedt,
dat ghy ghedwaelt hebt?" Doch voor 't
laatst ziet Wendelmoet hem aan en bittere
teleurstelling voor den sluwaard, die zijn doel
schier bereikt achtte op vasten toon spreekt
zij „ick heb voormaels wel ghedwaelt. dit is
gheen dwaelen, maer den rechten wech ende
ick blyve bv Godt." Wierp zij, verlangende
naar 't einde der marteling, misschien bij dit
laatste woord een smeekenden blik op den
beul. wiens opwekking: „blyf by Godt!" zij
alzoo toonde te willen behartigen Hij trad toe
en sloeg de hand aan den doodelijken strik.
Zoo ontsliep de vrome martelares. Haar lijk
werd tot asch verbrand.
In haar geboortestad Monnikendam werd de
volstandige trouw der martelares met bewon
dering herdacht. Haar aandenken bleef er voort
leven en won er velen voor de overtuiging,
waaraan zij tot het einde toe had vastgehou
den. Weinige jaren later, in 1534, schreven de
leden van het gerechtshof, dat Wendelmoet ver
oordeeld had, in een vertrouwelijken brief aan
de landvoogdes, dat twee derden der stad
Monnikendam door de aanhangers der nieuwe
leer verpest was en voegden er bijkans wan
hopig aan toe„wij vinden de zake seer perplex,
want te procedeeren naer bescreven rechten,
soo hebben alle dese personen verbeurt haer
lyff, maer die menichte is soo groot ende veel."
Zouden zij; terwijl de nood hun deze bekente
nis afperste, ook gedacht hebben aan hun dood
vonnis over Wendelmoet en aan de woorden
der stervende: „dit en is gheen dwaelen, maar
de rechte wech In de geschiedenis der
christelijke kerk zien wij altijd weer dat het bloed
der martelaren het zaad der Kerk bleek te zijn.
Het woord van den beul tot de martelares,
toen de monnik haar zoo lastig viel„Moeder 1
blijf by Godt ende laet u van Godt niet trec
ken 1" brengt het treffend voorval in gedachten,
dat kort daarna plaats had bij den marteldood
van Adolf van Clarenbach te Keulen. Terwijl
de monniken het hem met allerlei vermaningen
tot bekeering, zelfs op 't schavot, ondragelijk
lastig maakten, voerde plotseling een uit hun
midden 't was een Augustijner hem te
gemoet: „de Heer zegt: Ik ben de opstanding
en het levenen liet een priester daarop
volgen: „wees welgemoed in den Heer, Adolf!
en laat u daarvan niet afbrengen 1" De
stervende antwoordde: „Heb dank, dat gij mij
het evangelie verkondigd hebt en groet voor
mij alle broeders in den Heer!"
Op deze „wolk van bloedgetuigen" is het
woord uit den Hebreërbrief van toepassing
„welker de wereld niet waardig was." v. L.