VOOR ZANDVOORT EN AERDENHOUT No. 38 ZONDAG 18 JANUARI 1914 2de Jaargang. Een heerlijke taak. Voor eiken dag. 1 -I» DE ZONDAGSBODE VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS Per Jaargang1.50 3 Maanden0.50 Afzonderlijke nummers005 REDACTIE: G. POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort Jhr. pr. M. F. van LENNEP - Aerdenhout. Adres voor de Administratie P SAAF, Burgemeester Engelbertsstr. 9-13 Zandvoort - Telefoon No. 27 Zondag 18 Januari 1914, Ned. Herv. Gemeente: v.m. 10 uur: Theol. Cand. J. M. Romijn. O Jeruzalem! Ik heb wachters op uwe muren besteld, die geduriglijk al den dag en al den nacht niet zullen zwijgen. O gij, die des HEEREN doet gedenken, laat geen stilzwijgen bij ulieden wezen, en zwijgt niet stil voor Hem, totdat Hij bevestige en tot dat Hij Jeruzalem stelle een lof op aarde. JES. 62 6, 7. In Ezechiël 33 wordt de profeet een wachter genoemd, door den Heer aangesteld, om den goddelooze te waar schuwen voor het verderf dat hem wacht, en hem aan te zeggen, dat hij zich moet bekeeren en dat God geen lust heeft in zijn dood, maar in zijn leven. De wachters, waarvan in onzen tekst sprake is, hebben een andere taak. Zij zijn door den Heer niet op de muren van Jeruzalem geplaatst om het volk voor een naderenden vijand te waarschuwen, maar om gedurig, nacht en dag, tot God hun smeekbede omhoog te zenden, om Hem Zijne beloften in herinnering te brengen, de beloften aangaande Zijn volk en Zijn stad en om Hem niet met rust te laten, totdat Hij die heerlijke beloften vervult. Eigenlijk staat er dan ook: „O gij, die aan den Heer (Zijn belofte) in herinnering brengt, rust niet, en laat Hem geen rust, totdat Hij Jeruzalem weder oprichte en haar stelle tot een lof op aarde." Zulke wachters waren alle trouwe profeten, door God verwekt, waarvan denamen ons bewaard zijn maar eigenlijk is elke vrome zulk een wachter, moet het in elk geval zijn. Elk kind van God is tot die taak geroepen. Had ik geen recht haar in het opschrift boven dit opstel een heerlijke taak te noemen? Ach, dat zij meer onder ons gekend en beoefend werd De kinderen Gods zeiven en de Gemeente zouden er wel bij varen. God heeft heerlijke beloften gegeven voor Zijn kinderen, Zijn Gemeente, de komst van Zijn Koninkrijk op aarde, de eindoverwinning over het rijk van den Booze, de glansrijke wederkomst van onzen hooggeloofden Koning Jezus Christus. Wat doen wij daarmede? Vernemen wij die met meer of minder belangstelling en leggen wij ze dan rustig naast ons neder, wachtende totdat het God zal behagen die beloften te vervullen? Helaas ja, zoo doen de meesten, zoo doen wij meestal. Maar is dat de wil van God? Waarop wacht Hij dikwijls, eer Hij de vervulling geven kan? Op het ernstig, vurig, aanhoudend gebed van Zijn kinderen. Waarom? Omdat juist uit dat ernstig, vurig, aanhoudend gebed blijkt of de vervulling van die beloften hun ter harte gaat, of het hun waarlijk schelen kan, of zij er alles voor over hebben. En verre dat een zoodanig gebed den bidder tot een rustig en Advertentiën 1 5 regels0-55 Elke regel meer„0,10 Dienstaa edingen 1 -5 regels 0.35 Elke regel meer006 Bij ronnement extra korting ledig afwachten van de vervulling zou brengen, is het niet slechts op zich zelf de hoogste werkzaamheid der ziel, maar drijft ook tot een voortdurenden arbeid in Gods Koninkrijk uit, opdat de komst van dat Koninkrijk verhaast worde. Nog eens, heerlijke taak! Kennen wij daar iets van? Bidden wij? Bidden wij ernstig, vurig, aanhoudendBidden wij alleen voor ons zeiven of ook voor anderen en voor de komst van Gods Koninkrijk? Bidden wij om aardsche zegeningen alleen of ook en vooral om geestelijke? Bidden wij dat wij geheiligd mogen worden en voor den dienst van God bekwaam gemaakt Bidden wij voor de bekeering en heiligmaking van onze kinderen, van onze naasten Bidden wij dat God Zijn Heiligen Geest over de Gemeente uitstorte Bidden wij voor onze leeraars of beoordeelen wij hen alleen Bidden wij voor de Zending in het algemeen en voor enkele zendelingen en zendingsterreinen, die wij beter kennen en waarin wij dan ook meer belangstellen, in het bijzonder? Bidden wij Heer Jezus, kom haastelijk? En vooral, bidden wij ernstig en vurig Anders is ons gebed toch eigenlijk maar een opzeggen van woorden en dus een bespotting. De Heer kan ons bidden leeren en Hij wil het doen, als wij het Hem vragen. In Jakob, die bij den |abbok al worstelend uitriep „ik laat U niet los, tenzij dat Gij mij zegent"; in de gelijkenis van de weduwe'en den onrechtvaardigen rechter maar vooral in het voorbeeld van onzen Heiland zelf toont de Schrift ons wat bidden is. O, wat zou ons leven, wat zou het leven der Gemeente er anders uitzien, meer geheiligd, meer krachtig zijn, indien wij zulke bidders warenAls de Gemeente een voortdurend gebed tot God voor den gevangen Petrus opzendt, wordt hij op wonderbare wijze uit den kerker bevrijd (Hand. 121. Als de kinderen Gods wachters worden in den zin van onzen tekst en God niet met rust laten, totdat Hij Zijn belofte vervult, komt Zijn Koninkrijk op heerlijke wijze Daartoe bekwame ons Zijn Heilige Geest. v. L. Verzameld door C. B. Wanneer gij u de handen te vol laat geven door de wereld, zijt gij niet in staat een hand te geven aan God. N. N. Wie werkelijk hoog staat, rekt zich niet uit om boven de anderen uit te steken, maar buigt zich tot hen neer, om zich aan hen te kunnen mededeelen. Rothe. Wat wij van anderen te lijden hebben, gevoelen we terstond en nemen wij meestal hoog op, terwijl wij dikwijls niet eens merken, hoe anderen door ons o zoo veel lijden. Thomas a Kempis.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1914 | | pagina 1