Niemand wordt innerlijk heiliger alleen OMDAT hij den Zondag viert. Voor eiken dag- Uit de Gemeente. Mededeelingen. FEUILLETON. Verzameld door C. B. Het hart van den geloovige bezit meer geloof, dan hij zelf weet. Lobstein. Er is niets mooiers op aarde dan een vertrouwend kin deroog. Beschamen wij het nietA. A. Frissche lucht is even goed voor den geest, als voor het lichaam de natuur schijnt altoos met ons te willen spreken, alsof ze ons een groot geheim te vertellen heeft en dat heeft ze ook. Lubbock. Het zijn de stilste woorden, die den storm brengen gedachten, die op duivenvoetjes komen, brengen de wereld in beweging. Nietsche. De zoogenaamde godsdienstige overtuigingen van som mige menschen zijn als een paal, in den grond gezethij groeit niethij vertoont geene bloesems hij draagt geen vruchthij blijft waar hij is en zooals hij is. Foster. Wie gerstebrood verdragen kan, moet geen wittebrood eten. Talmud. In sommige gevallen zijn woorden als de minuutwijzers van de ziel, belangrijker dan de uurwijzers van de daad. Richter. Uit de Oude Doos van het Kerkelijk Zandvoort. Asaf en zijn keurbende. 1846. 27 December. Dezen Zondagmiddag hebben de kinderen wederom een stichtelijk besluit gegeven aan het gevierde Kerstfeest dei- beide vorige dagen en heeft vooral een tweestemmig Halleluja door Ds. C. Swaluë vervaardigd en gezongen door Pieter Terol en Mietje Koper (13 en 14 jaren oud) allen diep getroffen. Eind goed, al goed. 31 December 1846 is het jaar des avonds plegtig met «en godsdienstoefening gesloten. Te midder-nacht gelijk den ganschen avond was het zeer stil op ons dorp, en hoorde men in het minst zelfs niet wat in vroegere jaren soms aanleiding tot veel klagens gaf. De afschaffing van den sterken drank werkt hier allervoordeeligst mede met alle overige pogingen tot christelijke zedelijkheid. Een eerste steentje. 1847. 27 Juni. Heden deelde onze Leeraar aan de gemeente mede, dat hij Maandag den 21sten 1.1. van een onbekende, ontvangen had, ter zijner dispositie, tot bijdrage der vernieuwing van de Hervormde Kerk, eene som van ACHT DUIZEND GULDEN. De onvermoeide dirigent. 1847. 26 December. Des namiddags van dezen tweeden Kerstdag hield de Predikant eene Eeredienst door met 129 catechisanten onderscheidene feestliederen te zingen: bij die gelegen heid werd gecollecteerd voor het Protestantsche weeshuis te Maastricht: de collecte was f 11.50. Deze zang godsdienstoefening was bijzonder tot genoegen en tot stichting van de gemeente. Des avonds onthaalde de Predikant zijne lieve leerlingen op melk en brood, ten huize van Driehuizen. Het feest van Jezus' geboorte was alzoo onder ons op eene nuttige en aangename wijze, inzonderheid voor den Predikant zeiven, besloten. De extra-collecte voor de Kerk, 1.1. Zondag gehouden, heeft opgebracht f23.57. De Rekening en Verantwoording der Kerkvoogdij over 1913 ligt nog tot (en met) Maandagavond van 8—9 uur, ter inzage bij den heer D. Driehuizen, Hoogeweg. Mevrouw P. M. 25Vü uur. ontvangt eiken Woensdagmiddag van Een verschrikkelijke ontmoeting. (Slot). Zoo verliep de dag' en ook de daaraanvol gende nacht, maar de leeuw scheen geen voornemen te hebben zijn post ook maar een oogenblik te verlaten. De zon brandde den tweeden dag, zoo mogelijk, nog sterker, en de man, die de hevigste doodsangsten leed, ver loor door die hitte nagenoeg alle gevoel in zijn voeten. Omstreeks den middag kon de vreeselijke wachter het, naar het scheen, niet langer uithouden zonder drinken, ten minste hij stond op en ging langzaam naar het water, dat slechts enkele ellen verwijderd was, daarbij echter telkens omziende en den man in het oog houdende, derwijze, dat hij toen deze nu meende zijn geweer te grijpen, in woede terug keerde en gereed scheen hem te verscheuren. Andermaal ging de leeuw naar het water, dronk en kwam toen zijn vorige plaats weder innemen. Zoo verliep weder een nacht. De inan heeft later betuigd niet te weten of' hij, doodelijk vermoeid en uitgeput door honger en dorst, dien nacht, voor enkele oogenblikken ook maar, zijn ingespannen waakzaamheid heeft kunnen verliezen en geslapen heeft. Hij zeide echter zeker te wezen, dat hij geen oogenblik geweest was zonder den leeuw aan zijn voeten te zien, zij het dan ook met geopende of met gesloten oogen. Den volgenden dag ging de leeuw reeds in den voormiddag naar het water om te drinken, maar nu was ook voor den armen lijder uit komst daar. De leeuw scheen namelijk ver schrikt te zijn geworden door een. van de andere zijde komend geluid, en verdween in het kreupelhout. Nu maakte de zoo lang ge folterde man zich zonder toeven meester van zijn geweer; maar toen hij trachtte op te staan, was hem dit eerst onmogelijk, daar zijn beenen gevoel en kracht geheel schenen verloren te hebben. Op zijn geweer steunende, bracht hij het echter al kruipende, zoover, dat hij den kant van het water bereikte en zich nu met een heerlijken dronk verkwikken kon. Zijn voeten waren geheel rauw gebrand en de teenen zagen er als gebraden uit. Hij bleef eerst eenige minuten bij het water zitten, niet twijfelende of de leeuw zou terug komen, en met het vaste voornemen hem door een goed schot te doodon het roofdier echter verscheen niet. Nu kroop hij op handen en voeten, zijn geweer op den rug hangende, voort, totdat hij ;ian een voetpad kwam, waar hij hopen mocht de hulp van dezen of genen voorbijganger te zullen ontvangen. Hij zou aan deze plaats bezweken zijn, indien niet reeds spoedig iemand dien veg ware langs, gekomen, die hem ondersteunde en tot aan het naaste dorp voorthielp. Hier ontving hij nu wel alle hulp en herstelde spoedig van de geleden angst en vermoeienis, maar zijn teenen moest hij helaas missen en het gebruik zijner voeten kreeg hij nooit terug. v. L Het gebed. De zendeling Stewart, die in 1895 in China vermoord werd, verhaalt dat in 1894, toen de onlusten en vervolgingen tegen de christenen hevig begonnen te worden en de regeering onmachtig of onwillig scheen om er iets tegen te doen, een ongelukkige christen-chinees bij hem kwam om hem de mishandelingen te verhalen, hem op klaarlichten dag aangedaan. „Wat kan ik voor u doen?" vroeg hem de zendeling: „gij ziet, dat de overheid niets kan of wil doen hoe kan ik u dan helpen „Gij kunt bidden", antwoordde de Chinees. Een paar dagen te voren was een chinees-christen uit een ander dorp, ook zijn droevig lot komen mededeelen en had hetzelfde antwoord gegeven: „Zendeling, ik kom u dit alleen daarom ver halen, opdat gij bidden zoudt". Welk een geloof in de macht van het gebedZijn zulke christenen uit de heidenen ons niet tot be schaming? v. L.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1914 | | pagina 2